VUUR MAKEN!
“Once upon a time, man had a love affair with fire.” - Robert McCammon
Vuur maken hebben we allemaal wel al eens gezien op de televisie in de een of andere survival show.
Maar in het echt is het niet zo gemakkelijk als ze laten lijken.Het geeft je een goed gevoel als het je de eerste keer lukt.
Het vuur, u gebruikt het om te drogen, te verwarmen, water te koken, wapens maken, eten bereiden, insecten weghouden.
Het wil niet zeggen dat u vuur kunt maken in de zomer bij stralend weer, Dat u dit ook kunt in de winter of in de regen of zelfs midden in de nacht.
Test je materiaal en kennis uit in diverse omstandigheden.
Wat is nu de gemakkelijkste manier om vuur te maken?
Maakt niet uit ! ! ! Hetgeen dat werkt voor u! Zorg dat u een aansteker bij hebt.
Het is leuk om te leren werken met andere voorwerpen maar het is niet zo gemakkelijk als u denkt.
Er is veel oefening voor nodig maar u krijgt een voldoening als u voor de eerste keer vuur maakt zonder een aansteker.
Bij iedere manier ( wat u ook verkiest ) is een goede voorbereiding nodig ( tondel, aanmaak hout,... )
Maar in het echt is het niet zo gemakkelijk als ze laten lijken.Het geeft je een goed gevoel als het je de eerste keer lukt.
Het vuur, u gebruikt het om te drogen, te verwarmen, water te koken, wapens maken, eten bereiden, insecten weghouden.
Het wil niet zeggen dat u vuur kunt maken in de zomer bij stralend weer, Dat u dit ook kunt in de winter of in de regen of zelfs midden in de nacht.
Test je materiaal en kennis uit in diverse omstandigheden.
Wat is nu de gemakkelijkste manier om vuur te maken?
Maakt niet uit ! ! ! Hetgeen dat werkt voor u! Zorg dat u een aansteker bij hebt.
Het is leuk om te leren werken met andere voorwerpen maar het is niet zo gemakkelijk als u denkt.
Er is veel oefening voor nodig maar u krijgt een voldoening als u voor de eerste keer vuur maakt zonder een aansteker.
Bij iedere manier ( wat u ook verkiest ) is een goede voorbereiding nodig ( tondel, aanmaak hout,... )
The first one:
Men vond vuur door gloeiende kolen te verzamelen (lava, blikseminslagen, spontane bosbranden...) en deze in droog plantaardig materiaal te plaatsen.
U kunt zich voorstellen dat dit niet zo gemakkelijk was om zo een kool droog en brandend te houden tijdens hun tochten.
De homo erectus ontdekken dat dieren bang waren van vuur en dat men zo ook kon jagen.
Door met vuur achter de kudde dieren gaan veroorzaakte ze een stormloop, natuurlijk werden de dieren geleid naar een afgrond
waar ze te pletter vielen zodat men alleen de kadavers moest gaan ophalen.
Men leerde dus snel dat vuur warmte gaf, bescherming tegen dieren maar ook dat gebakken vlees beter was en dat het gemakkelijker verteerde. Vandaar onze voorouders sterke kaken hadden, ze moesten rauw vlees afscheuren en bijten. Door het koken en bakken van vlees werd het malser, zodoende hadden we die sterkte kaken niet meer nodig. Dit is ook terug te zien in de evolutie van de mens. Men kwam er achter dat sommige stenen vonken gaven ( pyriet, marcasiet samen met silex). Natuurlijk moesten onze voorouders deze vonken opvangen. Dat gebeurde meestal in het poeder van een tondelzwam. Zo kwam men er ook achter dat de tondelzwam lang bleef gloeien ( uren tot zelfs een gehele dag/nacht ). Nu kon men het vuur meenemen! Dit heeft bijgedragen aan onze verhuis vanuit Afrika. Later ( zo een 4000 jaar geleden ) begon met gewoon twee stokken tegen elkaar te wrijven ( vuur ploeg ).
Men vond vuur door gloeiende kolen te verzamelen (lava, blikseminslagen, spontane bosbranden...) en deze in droog plantaardig materiaal te plaatsen.
U kunt zich voorstellen dat dit niet zo gemakkelijk was om zo een kool droog en brandend te houden tijdens hun tochten.
De homo erectus ontdekken dat dieren bang waren van vuur en dat men zo ook kon jagen.
Door met vuur achter de kudde dieren gaan veroorzaakte ze een stormloop, natuurlijk werden de dieren geleid naar een afgrond
waar ze te pletter vielen zodat men alleen de kadavers moest gaan ophalen.
Men leerde dus snel dat vuur warmte gaf, bescherming tegen dieren maar ook dat gebakken vlees beter was en dat het gemakkelijker verteerde. Vandaar onze voorouders sterke kaken hadden, ze moesten rauw vlees afscheuren en bijten. Door het koken en bakken van vlees werd het malser, zodoende hadden we die sterkte kaken niet meer nodig. Dit is ook terug te zien in de evolutie van de mens. Men kwam er achter dat sommige stenen vonken gaven ( pyriet, marcasiet samen met silex). Natuurlijk moesten onze voorouders deze vonken opvangen. Dat gebeurde meestal in het poeder van een tondelzwam. Zo kwam men er ook achter dat de tondelzwam lang bleef gloeien ( uren tot zelfs een gehele dag/nacht ). Nu kon men het vuur meenemen! Dit heeft bijgedragen aan onze verhuis vanuit Afrika. Later ( zo een 4000 jaar geleden ) begon met gewoon twee stokken tegen elkaar te wrijven ( vuur ploeg ).
De Romeinen gebruikte eerst staal met silex. Later kwam men erachter dat markasiet en pyriet samen met staal nog beter ging en dat er veel hetere vonken werden geslagen met met silex of kwarts.
Eenmaal ze vuur hadden werd er iemand aangeduid om dit brandend te houden zodat iedereen hier vuur kon komen halen.
Het meest bekende voorbeeld hier van waren de Vestaalse maagden.
De Vestaalse maagden waren priesteressen van de Romeinse godin Vesta.
Het werd de Vestaalse meisjes opgedragen een vuur brandend te houden, een dienst die van belang was voor de hele gemeenschap.
Het Vestaalse vuur mocht nooit doven.
Rond 58 v. Chr. drongen de Romeinse legioenen, onder aanvoering van Julius Caesar, België en Zuid-Nederland binnen.
Door deze veroveringen leerde ook wij (de Kelten ) het hier te gebruiken.
Maar ook de Noormannen begonnen staal te gebruiken om samen met silex vonken te slaan.
(Onderzoek heeft uitgewezen dat de Noormannen zelfs uit kristal lenzen maakte om zo hun vuur te starten.)
Waarschijnlijk hadden ze het zelf geleerd tijdens veroveringstochten of door een Thrall
( een slaaf die gebruikt werd voor het werk op de boerderij ). Het is door de Romeinen en door de Noormannen dat wij vuur leerde maken.
In feite komt de term "Viking" uit de vroege Engelse literatuur van de uitdrukking "to go viking" wat "gaan plunderen" betekende.
Men heeft in graven ook bronzen vuurslagen gevonden. Deze werkte niet maar deze hadden een rituele betekenis. Ook vond men amuletten van Thor zijn hamer... men dacht als men op een vuurslag sloeg en er kwam een vonken regen vanaf dat men een beetje van Thor zijn bliksem kracht verkreeg om vuur te maken.
Hieronder ziet u enkele vuurslagen:
Eenmaal ze vuur hadden werd er iemand aangeduid om dit brandend te houden zodat iedereen hier vuur kon komen halen.
Het meest bekende voorbeeld hier van waren de Vestaalse maagden.
De Vestaalse maagden waren priesteressen van de Romeinse godin Vesta.
Het werd de Vestaalse meisjes opgedragen een vuur brandend te houden, een dienst die van belang was voor de hele gemeenschap.
Het Vestaalse vuur mocht nooit doven.
Rond 58 v. Chr. drongen de Romeinse legioenen, onder aanvoering van Julius Caesar, België en Zuid-Nederland binnen.
Door deze veroveringen leerde ook wij (de Kelten ) het hier te gebruiken.
Maar ook de Noormannen begonnen staal te gebruiken om samen met silex vonken te slaan.
(Onderzoek heeft uitgewezen dat de Noormannen zelfs uit kristal lenzen maakte om zo hun vuur te starten.)
Waarschijnlijk hadden ze het zelf geleerd tijdens veroveringstochten of door een Thrall
( een slaaf die gebruikt werd voor het werk op de boerderij ). Het is door de Romeinen en door de Noormannen dat wij vuur leerde maken.
In feite komt de term "Viking" uit de vroege Engelse literatuur van de uitdrukking "to go viking" wat "gaan plunderen" betekende.
Men heeft in graven ook bronzen vuurslagen gevonden. Deze werkte niet maar deze hadden een rituele betekenis. Ook vond men amuletten van Thor zijn hamer... men dacht als men op een vuurslag sloeg en er kwam een vonken regen vanaf dat men een beetje van Thor zijn bliksem kracht verkreeg om vuur te maken.
Hieronder ziet u enkele vuurslagen:
Op het einde van de Romeinse macht ( zo een 577 na Christus ) had men Sulfer lucifers.
Ongeveer 4000 a 5000 voor christus bedacht men de boogvuur methode in Indië.
Homerus beschrijft het gebruik van een bow drill in de odyssee ( 750 voor christus ) om de oog van de cyclops uit te boren…
Deze twee manieren van vuur maken werden gebruikt tot in de 19de eeuw.
Vooral de Indiaanse stammen waren meesters in het vuur maken met een hand drill en bow drill. De Navajo indianen hadden een legende over een zwarte god die de hand drill had uitgevonden om de mensen vuur te geven.
Dit had natuurlijk ook te maken met de materialen wat er voorhanden was zoals de saliestruik, yukka, ... en een kurkdroge omgeving.
De westerlingen ( trappers, pioniers en goudzoekers in de 18 de eeuw ) gebruikte staal en steen.
Mede door het feit dat men sinds de 17de eeuw flintlock geweren gebruikte.
Deze geweren werkte op het zelfde principe. Een stuk staal dat langs een steentje ( flint ) afschraapte en zo het buskruid ontstak.
De techniek van de vuurslag en de silex werd zelfs gebruikt tot in de eerste wereldoorlog. Staal had men, stenen kon men oprapen en het verkoold materiaal ( hoe cru het ook klinkt ) haalde men van de lijken.
Ongeveer 4000 a 5000 voor christus bedacht men de boogvuur methode in Indië.
Homerus beschrijft het gebruik van een bow drill in de odyssee ( 750 voor christus ) om de oog van de cyclops uit te boren…
Deze twee manieren van vuur maken werden gebruikt tot in de 19de eeuw.
Vooral de Indiaanse stammen waren meesters in het vuur maken met een hand drill en bow drill. De Navajo indianen hadden een legende over een zwarte god die de hand drill had uitgevonden om de mensen vuur te geven.
Dit had natuurlijk ook te maken met de materialen wat er voorhanden was zoals de saliestruik, yukka, ... en een kurkdroge omgeving.
De westerlingen ( trappers, pioniers en goudzoekers in de 18 de eeuw ) gebruikte staal en steen.
Mede door het feit dat men sinds de 17de eeuw flintlock geweren gebruikte.
Deze geweren werkte op het zelfde principe. Een stuk staal dat langs een steentje ( flint ) afschraapte en zo het buskruid ontstak.
De techniek van de vuurslag en de silex werd zelfs gebruikt tot in de eerste wereldoorlog. Staal had men, stenen kon men oprapen en het verkoold materiaal ( hoe cru het ook klinkt ) haalde men van de lijken.
Dan heb je nog de moderne manieren:
Lucifers:
In 1805 werd door de Fransman Jean Chacel de dompellucifer uitgevonden.
De allumettes oxygenéés bevatten zwavel en kaliumcholraat en moesten worden ondergedompeld in zwavelzuur om ze tot ontbranding te brengen, wat natuurlijk niet zo gezond was.
In 1827 ontdekte de Engelse scheikundige john walker een mengsel van kaliumchloraat, antimoonsulfide en stijfsel dat tot ontbranding kwam door het langs schuurpapier te wrijven.
Aanvankelijk aangebracht op een kartonnetje, werd dit al spoedig door een houtje vervangen. Foto 1
Het jaar daarop werd voor het eerst het woord: lucifer gebruikt, door koopman Samuel Jones.
Vervolgens werd in 1932 door charles sauria een lucifer ontwikkeld die een mengsel van witte fosfer, kaliumchloraat, zwavel en gom bevatte. Deze lucifer kon bij geringe wrijving al ontbranden, maar de productie was onveilig vanwege de fosfordampen die bij de productie ervan vrijkwamen.
Men ontdekte dat witte fosfor bij verhitting in het veel minder schadelijke rode fosfer kon worden omgezet.
Dit verbeterde de productieomstandigheden aanzienlijk, maar probleem was dat de lucifers bij geringe wrijving onbedoeld tot zelfontbranding konden overgaan, wat onveilig was voor de gebruiker.
De veiligheidslucifer werd in 1844 uitgevonden door Gustaf Pasch. Pasch ontwikkelde een kop die antimoonsulfide, mangaandioxide en kaliumchloraat bevat en welke op een speciaal geprepareerd strijkvlak tot ontbranding gebracht kon worden.
Het strijkvlak bestaat uit glaspoeder en rode fosfor.
De eerste (echt bruikbare en niet giftige ) lucifer was er in 1910 ( foto 2)
Lucifers:
In 1805 werd door de Fransman Jean Chacel de dompellucifer uitgevonden.
De allumettes oxygenéés bevatten zwavel en kaliumcholraat en moesten worden ondergedompeld in zwavelzuur om ze tot ontbranding te brengen, wat natuurlijk niet zo gezond was.
In 1827 ontdekte de Engelse scheikundige john walker een mengsel van kaliumchloraat, antimoonsulfide en stijfsel dat tot ontbranding kwam door het langs schuurpapier te wrijven.
Aanvankelijk aangebracht op een kartonnetje, werd dit al spoedig door een houtje vervangen. Foto 1
Het jaar daarop werd voor het eerst het woord: lucifer gebruikt, door koopman Samuel Jones.
Vervolgens werd in 1932 door charles sauria een lucifer ontwikkeld die een mengsel van witte fosfer, kaliumchloraat, zwavel en gom bevatte. Deze lucifer kon bij geringe wrijving al ontbranden, maar de productie was onveilig vanwege de fosfordampen die bij de productie ervan vrijkwamen.
Men ontdekte dat witte fosfor bij verhitting in het veel minder schadelijke rode fosfer kon worden omgezet.
Dit verbeterde de productieomstandigheden aanzienlijk, maar probleem was dat de lucifers bij geringe wrijving onbedoeld tot zelfontbranding konden overgaan, wat onveilig was voor de gebruiker.
De veiligheidslucifer werd in 1844 uitgevonden door Gustaf Pasch. Pasch ontwikkelde een kop die antimoonsulfide, mangaandioxide en kaliumchloraat bevat en welke op een speciaal geprepareerd strijkvlak tot ontbranding gebracht kon worden.
Het strijkvlak bestaat uit glaspoeder en rode fosfor.
De eerste (echt bruikbare en niet giftige ) lucifer was er in 1910 ( foto 2)
Aanstekers:
De eerste aanstekers werden uitgevonden in de 16de eeuw en waren omgevormde Gullivers pistolen waarmee buskruit werd afgevuurd. Een van de eerste aanstekers werd uitgevonden door de Duits apotheek Johann Wolfgang Döbereiner in 1823 en werd vaak de Döbereinerlamp genoemd.
De ontdekking van Auermetaal door Carl Auer von Welsbach in 1903 heeft moderne aanstekers mogelijk gemaakt.
Met behulp van Carl Auer von Welsbach's flint, konden bedrijven praktische en makkelijk te gebruiken aanstekers ontwikkelen. In 1910 bracht de firma Ronson de eerste Pist-O-liter uit en in 1913 ontwikkelde het bedrijf haar eerste aansteker, genaamd de "Wonderlite", die een soort van permanente lucifer was. NR.1 op de foto:
De Zippo aansteker en het bedrijf werden uitgevonden in 1933, opgericht door Marc Casals.
De Zippo werd opgemerkt voor zijn betrouwbaarheid.
De meeste vroege Zippo's konden naft als brand stof bron gebruikt waardoor hij geliefd was bij de soldaten. NR.2 op de foto:
Vanhier uit is deze geevolueerd tot de zippo's die we nu kennen. NR.3 op de foto:
In 1965 lanceerde Société Bic zijn eerste aanstekerontwerp en in 1998 introduceerde de kindveiligheidskenmerken, een metalen schild over het flint wiel, gezien op alle moderne Bics. BIC aanstekers zijn goedkoop en wegwerpbaar maar gevoelig voor vocht. .
De eerste aanstekers werden uitgevonden in de 16de eeuw en waren omgevormde Gullivers pistolen waarmee buskruit werd afgevuurd. Een van de eerste aanstekers werd uitgevonden door de Duits apotheek Johann Wolfgang Döbereiner in 1823 en werd vaak de Döbereinerlamp genoemd.
De ontdekking van Auermetaal door Carl Auer von Welsbach in 1903 heeft moderne aanstekers mogelijk gemaakt.
Met behulp van Carl Auer von Welsbach's flint, konden bedrijven praktische en makkelijk te gebruiken aanstekers ontwikkelen. In 1910 bracht de firma Ronson de eerste Pist-O-liter uit en in 1913 ontwikkelde het bedrijf haar eerste aansteker, genaamd de "Wonderlite", die een soort van permanente lucifer was. NR.1 op de foto:
De Zippo aansteker en het bedrijf werden uitgevonden in 1933, opgericht door Marc Casals.
De Zippo werd opgemerkt voor zijn betrouwbaarheid.
De meeste vroege Zippo's konden naft als brand stof bron gebruikt waardoor hij geliefd was bij de soldaten. NR.2 op de foto:
Vanhier uit is deze geevolueerd tot de zippo's die we nu kennen. NR.3 op de foto:
In 1965 lanceerde Société Bic zijn eerste aanstekerontwerp en in 1998 introduceerde de kindveiligheidskenmerken, een metalen schild over het flint wiel, gezien op alle moderne Bics. BIC aanstekers zijn goedkoop en wegwerpbaar maar gevoelig voor vocht. .
Persoonlijk vuurkit:
Deze is persoonlijk en gebaseerd om een 18de eeuws model met een moderne twist.
Deze kit hangt aan de riem of zit in de rugzak.
Deze kit hangt aan de riem of zit in de rugzak.
In de vuurkit zit er:
Slowmatch, ledere lapje, zakmes , jutte koord met firesteel en de hudson bay tondeldoos.
Slowmatch, ledere lapje, zakmes , jutte koord met firesteel en de hudson bay tondeldoos.
In de Hudson bay kit zit :
vuurslag, gesmeed mesje, silex, verkoold katoen, amadou, mini ferro rod en magnesium,
olielamp lont, kaarsvet papier, beeswax staafjes en spunkstokjes.
vuurslag, gesmeed mesje, silex, verkoold katoen, amadou, mini ferro rod en magnesium,
olielamp lont, kaarsvet papier, beeswax staafjes en spunkstokjes.
Nu omdat deze kit soms in de rugzak zit heb ik een soort edc vuur kit gemaakt die altijd aan de riem hang.
Ferro-rod met schraper, koker met magnesium, kaliumpermanganaat, glyserine en een stukje fatwood.
Ferro-rod met schraper, koker met magnesium, kaliumpermanganaat, glyserine en een stukje fatwood.
Voor u ergens een vuur gaat maken moet u even nadenken!
- Veeg de grond nooit schoon met uw blote handen, gebruik altijd een stok of uw voet.
Zo kunt u al geen beten van insecten krijgen.
- Maak geen vuur bij oude boomstronken of omgevallen bomen, het vuur kan overslaan en ze kunnen onopvallend blijven smeulen.
- let op de ondergrond ( dennen naalden en zo ), maak deze zuiver en vrij tot als u aarde hebt.
- Maak geen vuur onder overhangende takken, door de warmte zullen ze drogen en ook vuur vatten.
- Voorkom dat je vuur pal in de wind staat, anders zullen er sintels in uw shelter geblazen worden.
- Laat het vuur nooit alleen.
- Maak het vuur niet te groot. U zou niet de eerste zijn die een uit de hand gelopen vuur krijgt!
U kunt een bosbrand krijgen of zelf u eigen leven er op inschieten.
- Hou rekening met de brand index.
- Heeft u iets om een uit de hand gelopen vuur te doven?
- Bent u kortbij brandhout, tondel, aanmaakhout?
- Veeg de grond nooit schoon met uw blote handen, gebruik altijd een stok of uw voet.
Zo kunt u al geen beten van insecten krijgen.
- Maak geen vuur bij oude boomstronken of omgevallen bomen, het vuur kan overslaan en ze kunnen onopvallend blijven smeulen.
- let op de ondergrond ( dennen naalden en zo ), maak deze zuiver en vrij tot als u aarde hebt.
- Maak geen vuur onder overhangende takken, door de warmte zullen ze drogen en ook vuur vatten.
- Voorkom dat je vuur pal in de wind staat, anders zullen er sintels in uw shelter geblazen worden.
- Laat het vuur nooit alleen.
- Maak het vuur niet te groot. U zou niet de eerste zijn die een uit de hand gelopen vuur krijgt!
U kunt een bosbrand krijgen of zelf u eigen leven er op inschieten.
- Hou rekening met de brand index.
- Heeft u iets om een uit de hand gelopen vuur te doven?
- Bent u kortbij brandhout, tondel, aanmaakhout?
Vuur maken:
Vuur mentaliteit:
Na onderdak is het vuur het belangrijkste.
Jammer genoeg vertrouwd iedereen op een aansteker, lucifers of zelfs op een ferro rod.
Begrijp me niet verkeerd, ferro rod zijn geweldig. Ik gebruik ze ook heel vaak. Maar ze geraken ook op.
Als u na 20 keer schrapen over de firesteel een vuur nog niet aan krijgt moet u even nadenken hoelang hij zal meegaan en wat er verkeerd loopt. Een voorbeeld: bij de light my fire firesteel zou een 12000 schraap beurten hebben.
Maar als u al 20 keer moet over de ferrorod schrapen om een vuurtje aan te krijgen gaat de firesteel nog maar 600 keer mee.
Als u 3 maal per dag zou u vuur maken ( ontbijt, middag en avond maal ), dan gaat uw ferro rod nog maar een 200 keer mee.
U moet verder denken ( vuur mentaliteit ).
Als u de eerste keer vuur hebt, denk aan uw volgende vuur dat u gaat maken.
Kunt u verkoold katoen maken of hout verkolen? Want dit pakt de kleinste vonk en zo kunt u uw materiaal sparen.
Misschien kunt u vochtige tondel of nat hout uitdrogen?
Verder is het opbouwen en het materiaal voor uw vuur verzamelen enorm belangrijk.
Als u met een aansteker langer dan 5 seconden de vlam moet aanhouden klopt uw materiaal niet.
Hetzelfde is met de ferrorod. Als u meer dan 3 keren vonken moet schrapen klopt er iets niet.
Te dik materiaal, niet vlambaar genoeg, vochtig materiaal, ...
Om het eerste vuur te maken moet u materiaal verzamelen, een hoop hout op elkaar gooien en aansteken
gaat in het echt niet werken.
Vuur driehoek:
Vuur bestaat uit drie 3 elementen die steeds aanwezig moeten zijn om een goed brandend vuur te krijgen.
Neemt u u 1 van deze drie dingen weg gaat uw vuur uit!
Vandaar dit meestal word voorgesteld in een gekende vuur driehoek.
Vuur mentaliteit:
Na onderdak is het vuur het belangrijkste.
Jammer genoeg vertrouwd iedereen op een aansteker, lucifers of zelfs op een ferro rod.
Begrijp me niet verkeerd, ferro rod zijn geweldig. Ik gebruik ze ook heel vaak. Maar ze geraken ook op.
Als u na 20 keer schrapen over de firesteel een vuur nog niet aan krijgt moet u even nadenken hoelang hij zal meegaan en wat er verkeerd loopt. Een voorbeeld: bij de light my fire firesteel zou een 12000 schraap beurten hebben.
Maar als u al 20 keer moet over de ferrorod schrapen om een vuurtje aan te krijgen gaat de firesteel nog maar 600 keer mee.
Als u 3 maal per dag zou u vuur maken ( ontbijt, middag en avond maal ), dan gaat uw ferro rod nog maar een 200 keer mee.
U moet verder denken ( vuur mentaliteit ).
Als u de eerste keer vuur hebt, denk aan uw volgende vuur dat u gaat maken.
Kunt u verkoold katoen maken of hout verkolen? Want dit pakt de kleinste vonk en zo kunt u uw materiaal sparen.
Misschien kunt u vochtige tondel of nat hout uitdrogen?
Verder is het opbouwen en het materiaal voor uw vuur verzamelen enorm belangrijk.
Als u met een aansteker langer dan 5 seconden de vlam moet aanhouden klopt uw materiaal niet.
Hetzelfde is met de ferrorod. Als u meer dan 3 keren vonken moet schrapen klopt er iets niet.
Te dik materiaal, niet vlambaar genoeg, vochtig materiaal, ...
Om het eerste vuur te maken moet u materiaal verzamelen, een hoop hout op elkaar gooien en aansteken
gaat in het echt niet werken.
Vuur driehoek:
Vuur bestaat uit drie 3 elementen die steeds aanwezig moeten zijn om een goed brandend vuur te krijgen.
Neemt u u 1 van deze drie dingen weg gaat uw vuur uit!
Vandaar dit meestal word voorgesteld in een gekende vuur driehoek.
Zuurstof:
Te weinig en u krijgt slechte verbranding wat op zijn beurt een sterke rookontwikkeling geeft en grote kans tot uitdoving van het vuur. Teveel zuurstof en en u krijgt een snelle verbranding zodat het vuur te heet wordt en te veel brandstof gaat verbruiken.
Door de zuurstoftoevoer te regelen, kunt u het regelen tussen een snelle of trage verbranding.
Ontbrandingstemperatuur (Hitte):
Bij het aansteken is het nodig om zo snel mogelijk genoeg hitte te krijgen zodat het vuur vlot klein tot groter materiaal gaan verbranden. Zuurstof is hier zeer belangrijk bij dus blazen of aanwakkeren van de tondel en aanmaakhout is nodig.
Brandbare stof:
Klein, fijn materiaal gaat sneller branden dan groot, dik materiaal;
hetzelfde is bij droog materiaal tegenover vochtig materiaal.
Nat materiaal verbrand u alleen als u een hevig vuurtje hebt.
Als eenmaal het branden van het materiaal begint gaat het vuur het omliggend materiaal vergassen.
Deze vergassing houdt het vuur brandend.
Te weinig en u krijgt slechte verbranding wat op zijn beurt een sterke rookontwikkeling geeft en grote kans tot uitdoving van het vuur. Teveel zuurstof en en u krijgt een snelle verbranding zodat het vuur te heet wordt en te veel brandstof gaat verbruiken.
Door de zuurstoftoevoer te regelen, kunt u het regelen tussen een snelle of trage verbranding.
Ontbrandingstemperatuur (Hitte):
Bij het aansteken is het nodig om zo snel mogelijk genoeg hitte te krijgen zodat het vuur vlot klein tot groter materiaal gaan verbranden. Zuurstof is hier zeer belangrijk bij dus blazen of aanwakkeren van de tondel en aanmaakhout is nodig.
Brandbare stof:
Klein, fijn materiaal gaat sneller branden dan groot, dik materiaal;
hetzelfde is bij droog materiaal tegenover vochtig materiaal.
Nat materiaal verbrand u alleen als u een hevig vuurtje hebt.
Als eenmaal het branden van het materiaal begint gaat het vuur het omliggend materiaal vergassen.
Deze vergassing houdt het vuur brandend.
Wat heb je nodig?
Een vuur bouwt u op in verschillende lagen.
1. Zeer licht ontvlambaar materiaal.
Pluizen (paardenbloem, rietpluimen, distels), fijne tondel ( droge flinterdunne berkenschors ),
watten, vezels (ontrafeld touw bijvoorbeeld).
2. Fijn brandbaar materiaal.
Droog gras, grove tondel, berkenschors.
3. Goed brandbaar materiaal:
Dode stengels van brandnetel/distel, droge dennenschors, dennenhars.
4. Normaal brandbaar materiaal
Dunne dode droge takjes, zoals dennentakken, vaak te vinden onderaan bomen.
( deze zijn ook vaak als eerste weer droog als het geregend heeft ) en pink dikke takken, Feathersticks.
5. Sprokkelhout
Duim dik tot 2 vingers dik droog hout.
Zorg dat je voldoende voorraad hebt voor je het vuur gaat aansteken, want laag 1 tot 3 zijn in enkele minuten opgebrand.
Splijt dikker hout om beter brandbare stukken te krijgen ( binnen kant van dood staand hout is droog ).
6. het vuur aanhouden
Dit doen we met hout van 2 tot 4 vingers dik
7. Vanaf hier kunt u over gaan naar:
stukken hout van pols dikte.
8. Boomstammen
Als u een goed bed kolen heeft kunt u beginnen met boomstammen en vochtig of nat hout toe te voegen.
Een vuur bouwt u op in verschillende lagen.
1. Zeer licht ontvlambaar materiaal.
Pluizen (paardenbloem, rietpluimen, distels), fijne tondel ( droge flinterdunne berkenschors ),
watten, vezels (ontrafeld touw bijvoorbeeld).
2. Fijn brandbaar materiaal.
Droog gras, grove tondel, berkenschors.
3. Goed brandbaar materiaal:
Dode stengels van brandnetel/distel, droge dennenschors, dennenhars.
4. Normaal brandbaar materiaal
Dunne dode droge takjes, zoals dennentakken, vaak te vinden onderaan bomen.
( deze zijn ook vaak als eerste weer droog als het geregend heeft ) en pink dikke takken, Feathersticks.
5. Sprokkelhout
Duim dik tot 2 vingers dik droog hout.
Zorg dat je voldoende voorraad hebt voor je het vuur gaat aansteken, want laag 1 tot 3 zijn in enkele minuten opgebrand.
Splijt dikker hout om beter brandbare stukken te krijgen ( binnen kant van dood staand hout is droog ).
6. het vuur aanhouden
Dit doen we met hout van 2 tot 4 vingers dik
7. Vanaf hier kunt u over gaan naar:
stukken hout van pols dikte.
8. Boomstammen
Als u een goed bed kolen heeft kunt u beginnen met boomstammen en vochtig of nat hout toe te voegen.
Kampvuren opbouwen vind u terug op de pagina "Soorten brandhout en kampvuur".
Ontbrandingstemperaturen van enkele materialen:
Ontbrandingstemperaturen van enkele materialen:
Tondels:
Om vuur te maken heeft u fijn, droog materiaal nodig. Dit noemt men tondel.
Al deze tondels hebben 1 ding gemeenschappelijk. bij wat hitte pakken ze de vonk op en houden dit gaande.
U moet even nadenken welke manier van vuur maken past bij uw tondel.
ferrorod - gras, berk
vuurslag - verkoold katoen of amadou
Enzo verder...
Als u een verlaten vogelnest vind moet u er maar eens naar kijken.
Kurkdroog, donzig en zacht ( foto 1 ).
Natuurlijk gaan we niet zomaar vogelnestjes nemen. We maken ze na ( foto 2 )!
Om vuur te maken heeft u fijn, droog materiaal nodig. Dit noemt men tondel.
Al deze tondels hebben 1 ding gemeenschappelijk. bij wat hitte pakken ze de vonk op en houden dit gaande.
U moet even nadenken welke manier van vuur maken past bij uw tondel.
ferrorod - gras, berk
vuurslag - verkoold katoen of amadou
Enzo verder...
Als u een verlaten vogelnest vind moet u er maar eens naar kijken.
Kurkdroog, donzig en zacht ( foto 1 ).
Natuurlijk gaan we niet zomaar vogelnestjes nemen. We maken ze na ( foto 2 )!
Als u eenmaal een vuur nodig gehad hebt leert u snel om tondel te verzamelen wanneer u kunt en overal waar u kunt.
Dus: komt u onderweg, tijdens een wandeling of tocht tondel tegen? Neem hem mee.
U kunt ook zorgen dat u uw eigen tondel bij hebt voor noodgevallen.
Droge tondel:
Natte tondel kunt u ( als er tijd genoeg is ) drogen door het in uw zakken van uw jas, broek te steken.
Zo droogt u het met uw lichaamswarmte.
Oude muizennesten en vogelnesten zijn meestal ook droog.
Droge tondel vind u ook soms aan de voet van een boom.
Soms vind u oude takken waar de schors van loskomt.
Op foto 1 hieronder ziet u mooi de vezels die perfect kunt gebruiken als tondel.
Dus: komt u onderweg, tijdens een wandeling of tocht tondel tegen? Neem hem mee.
U kunt ook zorgen dat u uw eigen tondel bij hebt voor noodgevallen.
Droge tondel:
Natte tondel kunt u ( als er tijd genoeg is ) drogen door het in uw zakken van uw jas, broek te steken.
Zo droogt u het met uw lichaamswarmte.
Oude muizennesten en vogelnesten zijn meestal ook droog.
Droge tondel vind u ook soms aan de voet van een boom.
Soms vind u oude takken waar de schors van loskomt.
Op foto 1 hieronder ziet u mooi de vezels die perfect kunt gebruiken als tondel.
Natuurlijke tondel:
De meest gekende zijn natuurlijke tondels:
Oude vogelnestjes, Droog gras ( fijn gewreven ), Uitgebloeide distel, Paardenbloem pluisjes, Droog mos, Dode droge bladeren, Dons, Verpulverde dennenappels, Berkenbast, Bosrank pluis, Vermalen zwammen of paddenstoelen, Gedroogde uitwerpselen, ...
Maar let op: Tondel zoals paardenbloem, dons en lisdodde brandt super snel (een hevige vlam en gedaan) foto 1.
Juist zoals veenpluis ( zie foto 2 hieronder ), dus moet u nog andere tondel zoals gras erbij hebben.
De meest gekende zijn natuurlijke tondels:
Oude vogelnestjes, Droog gras ( fijn gewreven ), Uitgebloeide distel, Paardenbloem pluisjes, Droog mos, Dode droge bladeren, Dons, Verpulverde dennenappels, Berkenbast, Bosrank pluis, Vermalen zwammen of paddenstoelen, Gedroogde uitwerpselen, ...
Maar let op: Tondel zoals paardenbloem, dons en lisdodde brandt super snel (een hevige vlam en gedaan) foto 1.
Juist zoals veenpluis ( zie foto 2 hieronder ), dus moet u nog andere tondel zoals gras erbij hebben.
Denk eraan. U heeft nooit te veel tondel.
Foto hiernaast: bast van een dode wilgen tak.
Als u de bast afschraapt van de tak met de achterkant van het mes krijgt u fijne tondel.
Droog mos kunt u ook gebruiken als tondel.
Droge bladeren:
Ook dode bladeren kunt u gebruiken... Maar niets alles brandt!
De meeste bladeren zullen wel smeulen maar gaan moeilijk branden.
Wat wel werkt is droge varens ( let op gedroogde varen stelen zijn scherp en snijden ), wat ook werkt zijn droge dennennaalden.
Deze kunt u vlot aankrijgen met een firesteel vanwege het hars erin.
Ook dode bladeren kunt u gebruiken... Maar niets alles brandt!
De meeste bladeren zullen wel smeulen maar gaan moeilijk branden.
Wat wel werkt is droge varens ( let op gedroogde varen stelen zijn scherp en snijden ), wat ook werkt zijn droge dennennaalden.
Deze kunt u vlot aankrijgen met een firesteel vanwege het hars erin.
Gras en andere vezels ( afgeschraapte bast ) kunt u ook gebruiken maar dan moet u het bewegen om de vezels los te maken.
Foto 1 is de vezels van klimop, foto 2 als de vezels losgemaakt zijn.
Foto 1 is de vezels van klimop, foto 2 als de vezels losgemaakt zijn.
Zelf tondel maken:
U kunt ook zelf tondel maken. De zelfde manier als de one stick fire ( brandhout en soorten kampvuur ).
U klieft of batont het hout tot kleine stukken ( dood hout is vanbinnen droog ).
De binnenkant ( de scherpe hoek na het batonnen van het hout in parten ) kunt u afschrapen met de achterkant van uw mes
als zeer fijne krullen. Deze krijgt u vlot aan met de ferrorod.
U kunt ook zelf tondel maken. De zelfde manier als de one stick fire ( brandhout en soorten kampvuur ).
U klieft of batont het hout tot kleine stukken ( dood hout is vanbinnen droog ).
De binnenkant ( de scherpe hoek na het batonnen van het hout in parten ) kunt u afschrapen met de achterkant van uw mes
als zeer fijne krullen. Deze krijgt u vlot aan met de ferrorod.
Puntenslijper:
He??? een puntenslijper? Ja zoals je hierboven de fijne schilfer hout afschraap met u mes kunt u hier voor ook een puntenslijper gebruiken. Het is iets om over na te denken om mee te nemen. U kunt ieder droog takje afslijpen tot fijne droge tondel.
He??? een puntenslijper? Ja zoals je hierboven de fijne schilfer hout afschraap met u mes kunt u hier voor ook een puntenslijper gebruiken. Het is iets om over na te denken om mee te nemen. U kunt ieder droog takje afslijpen tot fijne droge tondel.
lisdodde:
Lisdodde is beschermt. Deze ( juist zoals de paddestoelen ) mag u niet zomaar afplukken!
Niet alleen kunt u deze eten, maar als je de bruine koppen openmaakt krijg je veel pluis
en dat vangt makkelijk een vonk. Zelfs als de lisdodde in de regen heeft gestaan is de pluizige binnenkant nog droog.
Maar ze zijn pas echt droog als ze vanzelf open barsten.
Pluis van distel, paardenbloem werkt juist hetzelfde. Let op! Hier heeft u nog goede droge tondel nodig.
De pluis is een " flash tinder " 1 korte vlam en het is opgebrand.
Lisdodde is beschermt. Deze ( juist zoals de paddestoelen ) mag u niet zomaar afplukken!
Niet alleen kunt u deze eten, maar als je de bruine koppen openmaakt krijg je veel pluis
en dat vangt makkelijk een vonk. Zelfs als de lisdodde in de regen heeft gestaan is de pluizige binnenkant nog droog.
Maar ze zijn pas echt droog als ze vanzelf open barsten.
Pluis van distel, paardenbloem werkt juist hetzelfde. Let op! Hier heeft u nog goede droge tondel nodig.
De pluis is een " flash tinder " 1 korte vlam en het is opgebrand.
Als u de lisdodde heel laat is deze wel zeer goed om het vuur te transporteren.
In de oudheid ontpluisde men de lisdodde en werd deze gedroogd.
Hierna werd de tondel gekookt in paardenurine of salpeterzuur, om dan voor gebruik terug gedroogd te worden.
Hierna werd de tondel gekookt in paardenurine of salpeterzuur, om dan voor gebruik terug gedroogd te worden.
Shit vuur:
Uitwerpselen en vuur. Klinkt leuk!!!
Toch is het ook een aparte manier om vuur te maken, als het tenminste warm en droog weer is geweest.
De oude Amerikaanse pioniers noemde dit al Buffalo chips. In Egypte noemde men het Gella.
Hier in Be ( of in Nl ) is het iets moeilijker. Het moet kurk droog zijn.
In de Nederlandse natuurgebieden vind men veel Galloway runderen ( Oostvaardersplassen oa. ).
Deze drollen zijn is compact.
Om te beginnen kiest u dus een drol die droog is!
Pluis hem wat uit en schraap met de firesteel over dit pluis. Als het gloeit moet u vaak blazen, anders gaat het terug uit.
Als de tondel eenmaal gloeit ( of zelfs al vlamt ), brengt u deze over in de rest van de drol.
Nu kunt u het vuur verder uitbouwen.
Als u een hevig vuurtje hebt kunt u de drollen verder uitdrogen en zelfs gebruiken als brandstof.
De rook van deze brandende drollen houdt muggen op afstand.
Ook kunt u het pluis van zo een drol onder uw vuurplank leggen als tondel nest ( inplaats van een blad of lapje leder ) bij de vuurboog.
Uitwerpselen en vuur. Klinkt leuk!!!
Toch is het ook een aparte manier om vuur te maken, als het tenminste warm en droog weer is geweest.
De oude Amerikaanse pioniers noemde dit al Buffalo chips. In Egypte noemde men het Gella.
Hier in Be ( of in Nl ) is het iets moeilijker. Het moet kurk droog zijn.
In de Nederlandse natuurgebieden vind men veel Galloway runderen ( Oostvaardersplassen oa. ).
Deze drollen zijn is compact.
Om te beginnen kiest u dus een drol die droog is!
Pluis hem wat uit en schraap met de firesteel over dit pluis. Als het gloeit moet u vaak blazen, anders gaat het terug uit.
Als de tondel eenmaal gloeit ( of zelfs al vlamt ), brengt u deze over in de rest van de drol.
Nu kunt u het vuur verder uitbouwen.
Als u een hevig vuurtje hebt kunt u de drollen verder uitdrogen en zelfs gebruiken als brandstof.
De rook van deze brandende drollen houdt muggen op afstand.
Ook kunt u het pluis van zo een drol onder uw vuurplank leggen als tondel nest ( inplaats van een blad of lapje leder ) bij de vuurboog.
Berken bast:
Dit brand zelf als het nat is, dit door de olie ( Betuline ) die erin zit. Deze olie heeft een beschermde werking voor de boom.
In de oudheid werd deze olie gebruikt als lijm, leder behandeling, waterdicht maken van materiaal, olielampen, muggen detergent, en nog vele andere dingen. Wij gebruiken het graag om vuur te maken. U kunt het zo van de boom plukken.
U moet gewoon de vezels wat opruwen mes het mes en aansteken met de ferrorod of wat u ook heeft.
LET OP!!
Doe niet de bast rond de boom uit! Deze zal sterven dan. Snij ook geen stukken uit de boom!
Trek gewoon de losse krullen af en u heeft voldoende.
Dit brand zelf als het nat is, dit door de olie ( Betuline ) die erin zit. Deze olie heeft een beschermde werking voor de boom.
In de oudheid werd deze olie gebruikt als lijm, leder behandeling, waterdicht maken van materiaal, olielampen, muggen detergent, en nog vele andere dingen. Wij gebruiken het graag om vuur te maken. U kunt het zo van de boom plukken.
U moet gewoon de vezels wat opruwen mes het mes en aansteken met de ferrorod of wat u ook heeft.
LET OP!!
Doe niet de bast rond de boom uit! Deze zal sterven dan. Snij ook geen stukken uit de boom!
Trek gewoon de losse krullen af en u heeft voldoende.
Bij een dode berk kunt u de bast afdoen, dit maakt niets uit.
Foto hier onder is een papier berk, op de foto hiernaast ziet u wat er gebeurt als u de stukken uitsnijdt:
Foto hier onder is een papier berk, op de foto hiernaast ziet u wat er gebeurt als u de stukken uitsnijdt:
Vuur met berkenbast en staal/silex:
1. De berk opruwen zodat u fijne vezels krijgt.
2. Sla met je staal en silex een stuk verkoold katoen of amadou aan.
1. De berk opruwen zodat u fijne vezels krijgt.
2. Sla met je staal en silex een stuk verkoold katoen of amadou aan.
3. dan doet u het gloeiende katoen bij de berkenbast ( deze vouwt u dicht, dicht vouwen! Niet dicht drukken! )
4. Dan moet u aan 1 kant zacht blazen.
De vezels van de berk zullen vlam vatten.
4. Dan moet u aan 1 kant zacht blazen.
De vezels van de berk zullen vlam vatten.
Vuur met berkenbast en firesteel:
De gewone techniek is de bast opruwen en hierop een vonken regen van de firesteel laten vallen.
De gewone techniek is de bast opruwen en hierop een vonken regen van de firesteel laten vallen.
Een andere manier is deze:
1. Snij een recht stuk berkenbast,
2. Snij fijne krullen in de bovenzijde van de bast,
3. Plaats de berkenbast op uw mes ( u mes moet wel een hoek van 90° hebben,
4. U zet de firesteel klaar tegen het mes en trekt deze naar u toe,
1. Snij een recht stuk berkenbast,
2. Snij fijne krullen in de bovenzijde van de bast,
3. Plaats de berkenbast op uw mes ( u mes moet wel een hoek van 90° hebben,
4. U zet de firesteel klaar tegen het mes en trekt deze naar u toe,
4. De berkenbast krullen zullen nu vlam vatten
( op de laatste foto werd de vlam uitgeblazen door een sterke windvlaag... )
( op de laatste foto werd de vlam uitgeblazen door een sterke windvlaag... )
Kersenboom schors:
U herkent de stam van kersen aan de omkrullende schors.
De schors is eerst glad, glanzend grijs of roodbruin, met dwarse stroken afbladderend, later zwartgrijs en gegroefd.
Het hout bevat zachtroze spinthout rond een oranje tot licht roodbruine kern.
Wat veel mensen niet weten is dat deze goed brandt.
Dit brand hetzelfde als de berkenbast.
Opruwen en aansteken met de firesteel.
U herkent de stam van kersen aan de omkrullende schors.
De schors is eerst glad, glanzend grijs of roodbruin, met dwarse stroken afbladderend, later zwartgrijs en gegroefd.
Het hout bevat zachtroze spinthout rond een oranje tot licht roodbruine kern.
Wat veel mensen niet weten is dat deze goed brandt.
Dit brand hetzelfde als de berkenbast.
Opruwen en aansteken met de firesteel.
Feather sticks:
Dit zijn stokken met daaraan houtkrullen die zeer snel ontvlammen en goed zijn om het vuur aan te krijgen.
Een feather stick wordt gesneden van staand dood hout.
Het mes wordt onder een kleine hoek op het hout gezet en zo wordt er een dunne laag gesneden.
Dit wordt niet losgesneden van het hout maar blijft aan de onderzijde vast zitten.
Dit vergt enige oefening.
Dit zijn stokken met daaraan houtkrullen die zeer snel ontvlammen en goed zijn om het vuur aan te krijgen.
Een feather stick wordt gesneden van staand dood hout.
Het mes wordt onder een kleine hoek op het hout gezet en zo wordt er een dunne laag gesneden.
Dit wordt niet losgesneden van het hout maar blijft aan de onderzijde vast zitten.
Dit vergt enige oefening.
Maar als u ze fijn genoeg maakt kunt u ze aan maken met de ferrorod.
Ook kunt u ze aanblazen met verkoold katoen aan te maken met een vuurslag:
Foto hiernaast: Hout schavelingen.
Door met de achterkant van het mes ( als uw mes een hoek heeft van 90° )
over een droge hoekige kant van een tak te gaan ( de hoekige kant snijdt u zelf!).
Dit ontbrand zeer goed met de ferrorod.
Met de scherpe kant van uw mes kunt u dit natuurlijk ook.
Maar het beste is als u uw edge van het mes spaart.
Fatwood:
Dennentakken/wortels verzadigt van het hars:
Hars wordt door de boom gebruikt om er voor te zorgen dat beschadigde delen van de boom sneller herstellen.
Deze harsproductie komt op gang wanneer een boom beschadigd word en begint in het wortelstelsel.
Omdat de hars na afknappen van de boom niet verder naar boven wordt getransporteerd hoopt dit zich op in de wortels.
Zoek dan in de wortels. Als je een verrotte wortel vind die in de midden hard is, snij er dan een stuk uit.
Van rottende stronken van dode bomen is het fatwood het makkelijkst te scheiden.
Alles rot weg behalve de stukken met opgehoopte hars.
Dennentakken/wortels verzadigt van het hars:
Hars wordt door de boom gebruikt om er voor te zorgen dat beschadigde delen van de boom sneller herstellen.
Deze harsproductie komt op gang wanneer een boom beschadigd word en begint in het wortelstelsel.
Omdat de hars na afknappen van de boom niet verder naar boven wordt getransporteerd hoopt dit zich op in de wortels.
Zoek dan in de wortels. Als je een verrotte wortel vind die in de midden hard is, snij er dan een stuk uit.
Van rottende stronken van dode bomen is het fatwood het makkelijkst te scheiden.
Alles rot weg behalve de stukken met opgehoopte hars.
Let wel op!
Soms zijn er ook stukken dennenhout met veel hars in ( dit herkent u wel aan de geur ).
Vooral waar er knotten zitten ( oude zijtakken ).
Gooit u dit zomaar in het vuur gaat u als het begint te branden een laaiend hoog vuurtje krijgen.
Soms zijn er ook stukken dennenhout met veel hars in ( dit herkent u wel aan de geur ).
Vooral waar er knotten zitten ( oude zijtakken ).
Gooit u dit zomaar in het vuur gaat u als het begint te branden een laaiend hoog vuurtje krijgen.
Maar ook bij afgebroken takken gaat de boom hars naar de "wonde" duwen.
Hier kunt u het ook vinden evenzeer in dode takken die nog aan de boom hangen.
Pak de tak op een meter van de stam vast. Probeer of hij makkelijk afbreekt.
De tak zal vaak breken op een halve meter van de stam.
Test of in het resterende stuk nog wat vering zit. Zo ja, dan zit er vlakbij de stam zeker een hoog gehalte hars in.
Ook in de overgebleven stompjes ( foto hieronder ) van afgezaagde of afgebroken takken verzamelt hard zich.
Dit brand zeer goed, u kunt zelf kleine stukjes af(raspen) snijden met je mes,
en gebruiken om de kleine vlam te voeden. Ook fakkels worden soms gemaakt met fatwood erin.
Dan kunt u het zelf gebruiken als tondel ( maya dust uit de outdoor winkel is het zelfde ).
Fatwood herken je ook dadelijk aan de geur van terpentijn en ook aan zijn rood/bruinachtige kleur.
Als u het thuis bewaart gaat met de tijd gaat de terpentijn eruit en zal het iets minder goed branden.
Maar langs de andere kant heeft u dan kurkdroog aanmaak materiaal.
Het is de manier om een moeilijk brandend houtvuur aan te krijgen dit door juist de terpentine die erin zit.
Het is ook gemakkelijk terug te vinden ( als u het eenmaal vind ), want er zijn een 105 tot 125 dennensoorten in de wereld
met hars erin. Het commercieël gebruikt stamt terug van uit 1648, toen de firma Norrländska Tjärkompaniet
(The Wood Tar Company of North Sweden) het begon te exporteren.
Hier kunt u het ook vinden evenzeer in dode takken die nog aan de boom hangen.
Pak de tak op een meter van de stam vast. Probeer of hij makkelijk afbreekt.
De tak zal vaak breken op een halve meter van de stam.
Test of in het resterende stuk nog wat vering zit. Zo ja, dan zit er vlakbij de stam zeker een hoog gehalte hars in.
Ook in de overgebleven stompjes ( foto hieronder ) van afgezaagde of afgebroken takken verzamelt hard zich.
Dit brand zeer goed, u kunt zelf kleine stukjes af(raspen) snijden met je mes,
en gebruiken om de kleine vlam te voeden. Ook fakkels worden soms gemaakt met fatwood erin.
Dan kunt u het zelf gebruiken als tondel ( maya dust uit de outdoor winkel is het zelfde ).
Fatwood herken je ook dadelijk aan de geur van terpentijn en ook aan zijn rood/bruinachtige kleur.
Als u het thuis bewaart gaat met de tijd gaat de terpentijn eruit en zal het iets minder goed branden.
Maar langs de andere kant heeft u dan kurkdroog aanmaak materiaal.
Het is de manier om een moeilijk brandend houtvuur aan te krijgen dit door juist de terpentine die erin zit.
Het is ook gemakkelijk terug te vinden ( als u het eenmaal vind ), want er zijn een 105 tot 125 dennensoorten in de wereld
met hars erin. Het commercieël gebruikt stamt terug van uit 1648, toen de firma Norrländska Tjärkompaniet
(The Wood Tar Company of North Sweden) het begon te exporteren.
Harsmannetjes / Gal:
Op de buitenste takken van de Grove den (Pinus sylvestris) vind je soms harsbollen.
Beter gekend als harsmannetjes ( men noemt dit een gal ) en ze komen enkel op Grove den voor.
Nu hoe komt dit?
Wel het komt door de Harsbuilmot.
De vrouwtjes van deze nachtvlinder leggen hun eitjes op jonge zijtakken van de Grove den.
Van zodra het eitje uitkomt, begint de rups aan de schors van een takje te knagen.
Natuurlijk gaat de den extra hars pompen naar deze bedreiging.
Het is juist deze hars dat samen met de ontlasting en spinsel van de jonge rups word omgebouwt tot een holletje, het harsmannetje. In het harsmannetje leeft de rups. Hij maakt twee gangen erin. In de ene leeft hij en de andere vult hij met zijn uitwerpselen.
De den geeft hem het nodige voedsel in de vorm van dennen sap.
Na de eerste overwintering wordt de gal groter ( tot een 2 cm ongeveer ), dit komt omdat de rups zich verpopt.
Na de tweede overwintering komt de pop eerst uit.
De vlinder/mot duwt zich eerst als pop eruit ( Zodat zijn vleugels niet aan het hars blijven plakken ).
Jammer genoeg komen ze alleen voor op de grove den en alleen in hei gebied.
Als bushcrafter gaan we op zoek naar deze handige resource.
We kunnen snel en veel verzamelen om te smeten tot lijm.
Maar ook als vuurstarter is het super want het hars brandt lang en hevig.
De mensen die ze vroeger gingen zoeken noemde men in de volksmond harsmannetjes.
Op de buitenste takken van de Grove den (Pinus sylvestris) vind je soms harsbollen.
Beter gekend als harsmannetjes ( men noemt dit een gal ) en ze komen enkel op Grove den voor.
Nu hoe komt dit?
Wel het komt door de Harsbuilmot.
De vrouwtjes van deze nachtvlinder leggen hun eitjes op jonge zijtakken van de Grove den.
Van zodra het eitje uitkomt, begint de rups aan de schors van een takje te knagen.
Natuurlijk gaat de den extra hars pompen naar deze bedreiging.
Het is juist deze hars dat samen met de ontlasting en spinsel van de jonge rups word omgebouwt tot een holletje, het harsmannetje. In het harsmannetje leeft de rups. Hij maakt twee gangen erin. In de ene leeft hij en de andere vult hij met zijn uitwerpselen.
De den geeft hem het nodige voedsel in de vorm van dennen sap.
Na de eerste overwintering wordt de gal groter ( tot een 2 cm ongeveer ), dit komt omdat de rups zich verpopt.
Na de tweede overwintering komt de pop eerst uit.
De vlinder/mot duwt zich eerst als pop eruit ( Zodat zijn vleugels niet aan het hars blijven plakken ).
Jammer genoeg komen ze alleen voor op de grove den en alleen in hei gebied.
Als bushcrafter gaan we op zoek naar deze handige resource.
We kunnen snel en veel verzamelen om te smeten tot lijm.
Maar ook als vuurstarter is het super want het hars brandt lang en hevig.
De mensen die ze vroeger gingen zoeken noemde men in de volksmond harsmannetjes.
Willow Pine Cone Gall:
Hier in Belgie gaat u deze niet terug vinden, in Amerika wel.
Het is bijna zoals de harsmannentjes.
Dit verschijnsel komt op wilgen stammentjes en scheuten, de naam pine cone komt door de vorm van een dennenappel.
Het is eigenlijk een kleine vlieg (Rabdophaga strobiloides) Die haar eitjes legt in de stam.
Als er eenmaal een larve uitkomt gaat deze een stof afgeven waardoor de extra snel gaat groeien.
Door dat deze zo snel groeit groeit hij over de larve in een kegelachtige vorm.
De larve geeft juist genoeg vloeistof af zodat de wilg haar beschermt door een huisje te geven.
In de zomer is de wilg snel te herkennen door de overmatige bladeren ( door het groeimiddel ).
De larven kunnen overwinteren want zij hebben een ingebouwde antivriesmiddel.
In de winter krijgen de pine cones een donzige laag door de rups.
Deze dons is het geen we moeten hebben. Als u de pine cone verkoolt, en terug dooft.
Kunt u hem de volgende keer gebruiken met de vuurslag en silex.
Hier in Belgie gaat u deze niet terug vinden, in Amerika wel.
Het is bijna zoals de harsmannentjes.
Dit verschijnsel komt op wilgen stammentjes en scheuten, de naam pine cone komt door de vorm van een dennenappel.
Het is eigenlijk een kleine vlieg (Rabdophaga strobiloides) Die haar eitjes legt in de stam.
Als er eenmaal een larve uitkomt gaat deze een stof afgeven waardoor de extra snel gaat groeien.
Door dat deze zo snel groeit groeit hij over de larve in een kegelachtige vorm.
De larve geeft juist genoeg vloeistof af zodat de wilg haar beschermt door een huisje te geven.
In de zomer is de wilg snel te herkennen door de overmatige bladeren ( door het groeimiddel ).
De larven kunnen overwinteren want zij hebben een ingebouwde antivriesmiddel.
In de winter krijgen de pine cones een donzige laag door de rups.
Deze dons is het geen we moeten hebben. Als u de pine cone verkoolt, en terug dooft.
Kunt u hem de volgende keer gebruiken met de vuurslag en silex.
Kienspaan:
Te vergelijken met fatwood.
Kienhout is hout dat in het veen heeft gelegen en daar gedeeltelijk is versteend.
Het werd bedolven door turfstekers.
De mensen kwam er snel achter dat dit hout zeer fel brandt als men het liet drogen.
Vooral in Nederland en Duitsland werd dit gebruikt.
Het leuke hieraan is dat men deze vroeger in de mond hield zodat ze de handen vrij hadden.
Snel kwamen er speciale houders (knijpers) voor kienhout op de markt.
Door dat er vaker vonken van af sprongen plaatsten men de kienspanen boven een bak met water.
Deze werden nog gebruikt begin de 20ste eeuw.
Te vergelijken met fatwood.
Kienhout is hout dat in het veen heeft gelegen en daar gedeeltelijk is versteend.
Het werd bedolven door turfstekers.
De mensen kwam er snel achter dat dit hout zeer fel brandt als men het liet drogen.
Vooral in Nederland en Duitsland werd dit gebruikt.
Het leuke hieraan is dat men deze vroeger in de mond hield zodat ze de handen vrij hadden.
Snel kwamen er speciale houders (knijpers) voor kienhout op de markt.
Door dat er vaker vonken van af sprongen plaatsten men de kienspanen boven een bak met water.
Deze werden nog gebruikt begin de 20ste eeuw.
Punkwood Tondelhout Touchwood Spunkwood
Punkwood is eigenlijk rot hout. Een boom die geinfecteerd geraakt door een bepaalde schimmel rot van binnenuit. Met de tijd en een goede storm zal de boom tegen de grond gaan. De binnenkant kunt u dan verzamelen. Het voelt aan als een spons. Soms kunt u het zo van dode takken afbrokselen en dadelijk gebruiken. Maar de term punkwood word ook gebruikt bij brandhout dat te lang gelegen heeft en werkelijk te ver uitgedroogd ( minder dan 20% vocht ) is. Dit komt vooral bij zachtere houtsoorten voor.
Vuur gaat het beste als uw vonk in een droog zacht materiaal terecht komt. Hiervoor is punkwood ideaal. Het zit ook vol met kamers lucht die helpen om de vonkt te laten branden. Nog beter is als u het gaat verkolen zoals verkoold katoen. Dan pakt het de kleinste vonk.
Punkwood is eigenlijk rot hout. Een boom die geinfecteerd geraakt door een bepaalde schimmel rot van binnenuit. Met de tijd en een goede storm zal de boom tegen de grond gaan. De binnenkant kunt u dan verzamelen. Het voelt aan als een spons. Soms kunt u het zo van dode takken afbrokselen en dadelijk gebruiken. Maar de term punkwood word ook gebruikt bij brandhout dat te lang gelegen heeft en werkelijk te ver uitgedroogd ( minder dan 20% vocht ) is. Dit komt vooral bij zachtere houtsoorten voor.
Vuur gaat het beste als uw vonk in een droog zacht materiaal terecht komt. Hiervoor is punkwood ideaal. Het zit ook vol met kamers lucht die helpen om de vonkt te laten branden. Nog beter is als u het gaat verkolen zoals verkoold katoen. Dan pakt het de kleinste vonk.
Tondel die u mee kunt nemen van thuis uit:
Papier met was op, Jutte koord, Watten
Proppen watten branden zeer snel.
Door ze in te wrijven met vaseline ( en zo kunt u ze thuis al klaar maken en meenemen in een kokertje ), branden 5 minuten.
Esbit blokjes, BBQ aanmaak blokjes, Fatwood ( kunt u afschrapen tot een fijn poeder of tot krullen die dan goed een vonk pakken )
Papier met was op, Jutte koord, Watten
Proppen watten branden zeer snel.
Door ze in te wrijven met vaseline ( en zo kunt u ze thuis al klaar maken en meenemen in een kokertje ), branden 5 minuten.
Esbit blokjes, BBQ aanmaak blokjes, Fatwood ( kunt u afschrapen tot een fijn poeder of tot krullen die dan goed een vonk pakken )
Zwavelstokken ( Spunk )
De Chinezen vonden niet alleen het buskruit maar ook de lucifer uit.
De eerste lucifers waren staafjes dennenhout met zwavel in 577 na Christus.
Zwavel vind u terug in gesteente zoals: piriet en marcasiet.
In vulkanische gebieden wordt het ook terug gevonden, zelf in ons lichaam zit zwavel.
In de 12de eeuw werd in China buskruit uitgevonden dat een mengsel was van zwavel, kool en salpeter uiterst brandbaar is
en daarom werd het regelmatig toegepast tijdens de oorlog.
U koopt zwavelpoeder en stokjes ( van die creme stokjes voor hobby modelbouw ).
U doet wat zwavel in het opengesneden blik en verwarmt deze ( het poeder word vloeibaar ).
Dan dipt u het uiteinde van het stokje hier enkele keren in.
Eenmaal opgedroogd is het klaar.
Op het internet vind u deze manier vaak terug:
De Chinezen vonden niet alleen het buskruit maar ook de lucifer uit.
De eerste lucifers waren staafjes dennenhout met zwavel in 577 na Christus.
Zwavel vind u terug in gesteente zoals: piriet en marcasiet.
In vulkanische gebieden wordt het ook terug gevonden, zelf in ons lichaam zit zwavel.
In de 12de eeuw werd in China buskruit uitgevonden dat een mengsel was van zwavel, kool en salpeter uiterst brandbaar is
en daarom werd het regelmatig toegepast tijdens de oorlog.
U koopt zwavelpoeder en stokjes ( van die creme stokjes voor hobby modelbouw ).
U doet wat zwavel in het opengesneden blik en verwarmt deze ( het poeder word vloeibaar ).
Dan dipt u het uiteinde van het stokje hier enkele keren in.
Eenmaal opgedroogd is het klaar.
Op het internet vind u deze manier vaak terug:
Tip: Inplaats een waxinelichtje gebruiken kunt u beter een lepel en kaars gebruiken.
Als u bovenstaande manier gebruikt kunt u de vlam niet regelen.
Door onderstaande manier te gebruiken kunt u de lepel optillen en zo de hitte regelen.
Als de zwavel de warm word gaat hij stroopachtig worden.
Als u bovenstaande manier gebruikt kunt u de vlam niet regelen.
Door onderstaande manier te gebruiken kunt u de lepel optillen en zo de hitte regelen.
Als de zwavel de warm word gaat hij stroopachtig worden.
Men neemt een stuk verkoold katoen ( of verkoold hout ) dat u aanmaakt met de vuurslag.
Door de kool tegen de zwavel aan te drukken gaat deze ontbranden.
Door de kool tegen de zwavel aan te drukken gaat deze ontbranden.
Let op!
Hou uw stok niet scheef!!! Zwavel ( vloeibaar ) druipt af en geeft felle brandwonden.
Deze zijn te vergelijken met wonde van brandende suiker! ( Vroeger gebruikte men zwavel ook in Molotov cocktails )
De rook is licht giftig!
U vind het misschien gemakkelijk om het in de keuken te doen maar
het uitleggen aan de echtgenote waarom de keuken ruikt naar rotte eieren is iets moeilijker!
Tip: u kunt de stukjes eens dippen in parafine of kaarsvet en dan pas in zwavel, dit verlengt de brandtijd.
U kunt ook stukjes fatwood gebruiken.
Denk er wel aan dat fatwood een hogere ontbrandingstemperatuur heeft dan droog dennenhout.
En dat dus iets langer nodig heeft om te ontbranden.
Hou uw stok niet scheef!!! Zwavel ( vloeibaar ) druipt af en geeft felle brandwonden.
Deze zijn te vergelijken met wonde van brandende suiker! ( Vroeger gebruikte men zwavel ook in Molotov cocktails )
De rook is licht giftig!
U vind het misschien gemakkelijk om het in de keuken te doen maar
het uitleggen aan de echtgenote waarom de keuken ruikt naar rotte eieren is iets moeilijker!
Tip: u kunt de stukjes eens dippen in parafine of kaarsvet en dan pas in zwavel, dit verlengt de brandtijd.
U kunt ook stukjes fatwood gebruiken.
Denk er wel aan dat fatwood een hogere ontbrandingstemperatuur heeft dan droog dennenhout.
En dat dus iets langer nodig heeft om te ontbranden.
Watten Met vaseline.
Watten van ongesponnen katoen worden bij EHBO als verbandmiddel of bij de persoonlijke hygiëne gebruikt.
Vaseline is zalfachtige massa die vloeibaar wordt bij een temperatuur van ongeveer 40 tot 60 graden.
Het is een restproduct van de aardoliewinning.
Door de vaseline in de watten te masseren krijgt u super tondel.
De watten pakken zeer snel een vonkt. door de vaseline branden ze extra lang.
U kunt het meenemen in een koker maar u kunt ook rietjes gebruiken.
U drukt met een tandenstoker een stuk van het rietje vol met door vaseline verzadigt watt.
De uiteinde drukt u dicht met een tang. Door deze te verhitten is uw tondel waterdicht verpakt.
Om te gebruiken moet u het gewoon opensnijden en uitpluizen.
Watten van ongesponnen katoen worden bij EHBO als verbandmiddel of bij de persoonlijke hygiëne gebruikt.
Vaseline is zalfachtige massa die vloeibaar wordt bij een temperatuur van ongeveer 40 tot 60 graden.
Het is een restproduct van de aardoliewinning.
Door de vaseline in de watten te masseren krijgt u super tondel.
De watten pakken zeer snel een vonkt. door de vaseline branden ze extra lang.
U kunt het meenemen in een koker maar u kunt ook rietjes gebruiken.
U drukt met een tandenstoker een stuk van het rietje vol met door vaseline verzadigt watt.
De uiteinde drukt u dicht met een tang. Door deze te verhitten is uw tondel waterdicht verpakt.
Om te gebruiken moet u het gewoon opensnijden en uitpluizen.
Een andere manier is de gewone katoenen make-up pads te nemen.
Dan smelt u wat kaarsvet in een oude pot en dipt de pad erin.
Even op wat kranten papier laten drogen en u kunt ze meenemen.
Nadien ruwt u hem op met uw mes, pakt u de ferro-rod en voila, lang brandende tondel.
Dan smelt u wat kaarsvet in een oude pot en dipt de pad erin.
Even op wat kranten papier laten drogen en u kunt ze meenemen.
Nadien ruwt u hem op met uw mes, pakt u de ferro-rod en voila, lang brandende tondel.
Als u ze terug dooft ( let wel op met het smeltend kaarsvet ), gaat u zien dat er een deel verkoold is.
Verkoold katoen dus, wat weer werkt met de vuurslag.
Verkoold katoen dus, wat weer werkt met de vuurslag.
Bij watten kunt u eens denken aan tampons. Deze zijn waterdicht verpakt.
En as u ze open doet en uitpluist heeft u een berg watten.
En as u ze open doet en uitpluist heeft u een berg watten.
Kaarspapier:
Wat??? Ja, kaars papier.
Zo van die aanmaak papiertjes voor de bbq.
Even opruwen met je en en je kunt ze met de ferrorod aansteken.
Het grote voordeel hiervan is ze wegen niet en nemen geen plaats in.
Wat??? Ja, kaars papier.
Zo van die aanmaak papiertjes voor de bbq.
Even opruwen met je en en je kunt ze met de ferrorod aansteken.
Het grote voordeel hiervan is ze wegen niet en nemen geen plaats in.
Verkoold katoen:
Het smeult met de kleinste vonk.
Het weegt niets, en neem geen ruimte is. Wel waterdicht verpakken, want als het nat is werkt het niet.
LET OP: Het moet 100% zuiver katoen zijn (van de ouderwetse ziekenhuis lakens) of linnen.
Jeans werkt ook zeer goed.
Het maken:
U neemt een blik, en maakt een klein gat in de deksel.
U snijdt een takje dat perfect past is het gemaakte gat ( om straks de luchttoevoer af te snijden ).
Stop katoen, linnen of jeans ( stukjes van verschillende grote of een prop ) in het blik,
sluit de deksel en zet het blik in het vuur. Er komt al vrij snel ( veel ) rook uit.
Het smeult met de kleinste vonk.
Het weegt niets, en neem geen ruimte is. Wel waterdicht verpakken, want als het nat is werkt het niet.
LET OP: Het moet 100% zuiver katoen zijn (van de ouderwetse ziekenhuis lakens) of linnen.
Jeans werkt ook zeer goed.
Het maken:
U neemt een blik, en maakt een klein gat in de deksel.
U snijdt een takje dat perfect past is het gemaakte gat ( om straks de luchttoevoer af te snijden ).
Stop katoen, linnen of jeans ( stukjes van verschillende grote of een prop ) in het blik,
sluit de deksel en zet het blik in het vuur. Er komt al vrij snel ( veel ) rook uit.
Deze wordt helder en hierna spuit er een vlam uit (het katoen gaat dan vergassen).
Na een tijdje (als de vlam zwakker wordt en het terug begint te roken ) tussen de 5 a 10 minuten.
Als het roken stopt haalt u dadelijk het blik uit het vuur en duw je een stokje hout in het gaatje van de deksel
(zodat de lucht er niet meer aan kan en het katoen niet kan ontbranden).
Na een tijdje (als de vlam zwakker wordt en het terug begint te roken ) tussen de 5 a 10 minuten.
Als het roken stopt haalt u dadelijk het blik uit het vuur en duw je een stokje hout in het gaatje van de deksel
(zodat de lucht er niet meer aan kan en het katoen niet kan ontbranden).
Laat het blik afkoelen.
Open de deksel en kijk hoe het katoen eruit ziet.
Gloeit het nog: meteen de deksel erop en het luchtgat afsluiten ( ander kunt u hem weg gooien )
Is het (licht)bruin, dan het blik terug het vuur in. Is het zwart Perfect!
Open de deksel en kijk hoe het katoen eruit ziet.
Gloeit het nog: meteen de deksel erop en het luchtgat afsluiten ( ander kunt u hem weg gooien )
Is het (licht)bruin, dan het blik terug het vuur in. Is het zwart Perfect!
Maar let op: Als hij niet verkruimelt of uit elkaar valt als je er zacht aan trek ( dus als hij mee rekt ) heeft de katoen te lang boven het vuur gestaan en moet u nieuw beginnen. Dit katoen zal zeer slecht een vonk vangen.
Als het goed gaat kunt u met enkele vonken het verbrande katoen laten smeulen.
Als het goed gaat kunt u met enkele vonken het verbrande katoen laten smeulen.
Ja we gebruiken blik om ons katoen te verkolen. Nu zijn er altijd mensen die zeggen " vroeger was er toch geen blik ".
Juist, men kon het katoen begraven en hierop een vuur maken ( zoals bij de lisdodde hieronder ).
Men graafde een kleine kuil. Dan werd het katoen op gerold rond een stok.
Deze stok duwde men in het vuur. Als het brande werd de stok met katoen in de kuil gelegd en ging hierover terug aarde.
Zo sloot men de lucht af. U heeft wel niet volledig verkoold katoen! Maar de randen zijn wel verkoold en pakken ook een vonk.
Juist, men kon het katoen begraven en hierop een vuur maken ( zoals bij de lisdodde hieronder ).
Men graafde een kleine kuil. Dan werd het katoen op gerold rond een stok.
Deze stok duwde men in het vuur. Als het brande werd de stok met katoen in de kuil gelegd en ging hierover terug aarde.
Zo sloot men de lucht af. U heeft wel niet volledig verkoold katoen! Maar de randen zijn wel verkoold en pakken ook een vonk.
Verkoold houtskool maken.
Dit moet wel dood, rot, droog hout zijn. Dit houtskool is zeer zacht en ziet er wat sponsachtig uit.
Ook de binnenkant van vlierstengels verkoolt goed.
De techniek hiervoor is hetzelfde als verkoold katoen maken.
Let wel op!
Als u het blik uit het vuur haalt en de zuurstof afsnijdt, Doe dit lang genoeg!
Hout kan lang ( tot 15 a 30 minuten ) na gloeien. Doet u het blik te snel open, heeft u een mega kool!.
Goed laten afkoelen voor u het blik opent.
Dit moet wel dood, rot, droog hout zijn. Dit houtskool is zeer zacht en ziet er wat sponsachtig uit.
Ook de binnenkant van vlierstengels verkoolt goed.
De techniek hiervoor is hetzelfde als verkoold katoen maken.
Let wel op!
Als u het blik uit het vuur haalt en de zuurstof afsnijdt, Doe dit lang genoeg!
Hout kan lang ( tot 15 a 30 minuten ) na gloeien. Doet u het blik te snel open, heeft u een mega kool!.
Goed laten afkoelen voor u het blik opent.
Ook kunt u op deze manier de knop van de lisdodde verkolen.
Een andere techniek is lissedodde begraven en hierop een vuur maken gedurende 8 tot 12 uur.
Nadien verschuift u uw vuur en laat u de plek waar de lissedoode begraven is gewoon afkoelen.
Een andere techniek is lissedodde begraven en hierop een vuur maken gedurende 8 tot 12 uur.
Nadien verschuift u uw vuur en laat u de plek waar de lissedoode begraven is gewoon afkoelen.
De pioniers in Amerika verkoolde mest van planteneters wat ze dan verpulverde tot poeder.
Dit maakte ze aan met een vuurslag.
Dit maakte ze aan met een vuurslag.
Tip:
Oud hout wat aangetast is door termieten kunt u ook gebruiken.
Een stuk dood rot hout ( wat vol slaat van gaten ) kunt u aansteken en zal een lange tijd smeulen.
De theorie erachter is dat de termieten gangen boren door het hout.
Door deze gangen gaat de kool ( het stuk wat u aansteekt ) juist genoeg zuurstof krijgen om te smeulen.
Oud hout wat aangetast is door termieten kunt u ook gebruiken.
Een stuk dood rot hout ( wat vol slaat van gaten ) kunt u aansteken en zal een lange tijd smeulen.
De theorie erachter is dat de termieten gangen boren door het hout.
Door deze gangen gaat de kool ( het stuk wat u aansteekt ) juist genoeg zuurstof krijgen om te smeulen.
Zelf zonder te verkolen kunt u het dood hout aankrijgen.
Gewoon het opruwen met je mes en aansteken met de ferrorod ( foto hieronder ).
Gewoon het opruwen met je mes en aansteken met de ferrorod ( foto hieronder ).
Slow match (match cord):
Dit is een langzaam brandende koord/lont.
Het werd vroeger gebruikt door soldaten om kanonnen laten aftegaan en voor hun musketten.
De slow macht was betrouwbaar. Als hij aan was ging hij niet snel uit.
Een ander voordeel was men had 1 gloeiende koord in de hand en geen groot kampvuur nodig voor de kanonnen.
Soms weekte men de koorden in salpeter zodat ze beter een vonk pakte.
U kunt ook een stuk katoenen koord of de lont van een lantaarn gebruiken.
U moet het uiteinde 1 keer verkolen, uitdoen en u kunt hem meenemen.
Van het moment er vonken op vallen gaat deze gloeien, hierdoor verkoold de koord gewoon verder.
Ook hier kunt u het lont weken in salpeter. Dan pakt het nog sneller een vonk.
Let wel op dat de salpeter oplossing niet te sterk is anders heeft u 1 lang kool!
Dit is een langzaam brandende koord/lont.
Het werd vroeger gebruikt door soldaten om kanonnen laten aftegaan en voor hun musketten.
De slow macht was betrouwbaar. Als hij aan was ging hij niet snel uit.
Een ander voordeel was men had 1 gloeiende koord in de hand en geen groot kampvuur nodig voor de kanonnen.
Soms weekte men de koorden in salpeter zodat ze beter een vonk pakte.
U kunt ook een stuk katoenen koord of de lont van een lantaarn gebruiken.
U moet het uiteinde 1 keer verkolen, uitdoen en u kunt hem meenemen.
Van het moment er vonken op vallen gaat deze gloeien, hierdoor verkoold de koord gewoon verder.
Ook hier kunt u het lont weken in salpeter. Dan pakt het nog sneller een vonk.
Let wel op dat de salpeter oplossing niet te sterk is anders heeft u 1 lang kool!
Een medebushcrafter had op een weekeinde cocostouw ( touw van gevlochten cocos vezels ).
De vezels zijn te taai om te bewerken en om dan met de ferrorod aan te krijgen Dus dit werkt niet.
Maar toen het uiteinde aangestoken ( en verkoold ) door het te laten doven in een afgesloten blik.
Jaaaaaaa, met 1 vonk van het staal en silex smeult het lang en lekker door... Een cocos slowmatch.
De vezels zijn te taai om te bewerken en om dan met de ferrorod aan te krijgen Dus dit werkt niet.
Maar toen het uiteinde aangestoken ( en verkoold ) door het te laten doven in een afgesloten blik.
Jaaaaaaa, met 1 vonk van het staal en silex smeult het lang en lekker door... Een cocos slowmatch.
Ötzi:
Even een kort verhaal dat laat zien hoe slim onze voorouders waren en hoeveel wij vergeten zijn!
In 1991 werd hoog in de Oostenrijkse Alpen het stoffelijk overschot gevonden van een man uit het steentijdperk.
Deze man (naar de vindplaats in de gletsjers van het Ötzdal ) Ötzi gedoopt en leefde zo een 3300 jaar voor Christus.
Ötzi was een man van circa 45 jaar, oud. Hij was een 1,60 m groot en woog zo'n vijftig kilogram.
Zijn hoge leeftijd en de voorwerpen die hij bij zich droeg, vooral de kostbare koperbijl en de berenmuts,
wijzen erop dat hij een zekere status moet hebben gehad. In zijn vuurkit vond men Markasiet en hij bleek Berkenzwammen en een stuk van een Echte tonderzwam bij zich te dragen.
Nu de natuur zag er heel anders uit dan nu, dus kan men aannemen dat ze meer middelen te beschikking hadden dan wij.
Bomen zoals de Wilg, Zomereik, Beuk, Berk en Den gaven een overvloed aan paddenstoelen.
Tijdens diverse onderzoeken richtte men zich hoofdzakelijk op houtbuisjeszwammen waarvan aangenomen werd dat ze ook in de tijd van Ötzi algemeen groeiden op de meeste algemene loofboomsoorten.
Deze soorten waren: Echte tonderzwam, Witte bultzwam, Platte tonderzwam, Berkenzwam) en Roodporiehoutzwam.
In het verleden dacht men dat alleen de Echte tonderzwam goed was om vuur te maken,
maar meer soorten houtbuisjeszwammen en andere zwammen hebben in de prehistorie die functie ook gehad. De uitgestrekte bossen boden voldoende materiaal voor iedereen die toen leefde.
Buiten alleen het vuur maken is men er ook achter gekomen dat men de zwammen opat in geval van nood ( NIET DOEN! ).
Maar de houtzwammen hebben nog een andere werking... Ze zuigen vocht op!
Een spons van de buisjes van de berkenzwam is geweldig om te gebruiken.
Op een hete steen wordt het opgezogen water lekker warm en dat leverde misschien extra comfort in het buitenbestaan
van de prehistorie. Het maken van een spons neemt niet veel tijd in beslag.
In vochtige toestand zijn de buisjes zeer eenvoudig met een houten spatel te scheiden.
Het opzuigend vermogen is niet alleen beperkt tot water.
Ook lichte oliën laten zich opzuigen in de spons van de Berkenzwam.
Dat biedt de mogelijkheid om een olielamp te voeden of met natuurlijke vetten, lichtkaarsen te maken.
Even een kort verhaal dat laat zien hoe slim onze voorouders waren en hoeveel wij vergeten zijn!
In 1991 werd hoog in de Oostenrijkse Alpen het stoffelijk overschot gevonden van een man uit het steentijdperk.
Deze man (naar de vindplaats in de gletsjers van het Ötzdal ) Ötzi gedoopt en leefde zo een 3300 jaar voor Christus.
Ötzi was een man van circa 45 jaar, oud. Hij was een 1,60 m groot en woog zo'n vijftig kilogram.
Zijn hoge leeftijd en de voorwerpen die hij bij zich droeg, vooral de kostbare koperbijl en de berenmuts,
wijzen erop dat hij een zekere status moet hebben gehad. In zijn vuurkit vond men Markasiet en hij bleek Berkenzwammen en een stuk van een Echte tonderzwam bij zich te dragen.
Nu de natuur zag er heel anders uit dan nu, dus kan men aannemen dat ze meer middelen te beschikking hadden dan wij.
Bomen zoals de Wilg, Zomereik, Beuk, Berk en Den gaven een overvloed aan paddenstoelen.
Tijdens diverse onderzoeken richtte men zich hoofdzakelijk op houtbuisjeszwammen waarvan aangenomen werd dat ze ook in de tijd van Ötzi algemeen groeiden op de meeste algemene loofboomsoorten.
Deze soorten waren: Echte tonderzwam, Witte bultzwam, Platte tonderzwam, Berkenzwam) en Roodporiehoutzwam.
In het verleden dacht men dat alleen de Echte tonderzwam goed was om vuur te maken,
maar meer soorten houtbuisjeszwammen en andere zwammen hebben in de prehistorie die functie ook gehad. De uitgestrekte bossen boden voldoende materiaal voor iedereen die toen leefde.
Buiten alleen het vuur maken is men er ook achter gekomen dat men de zwammen opat in geval van nood ( NIET DOEN! ).
Maar de houtzwammen hebben nog een andere werking... Ze zuigen vocht op!
Een spons van de buisjes van de berkenzwam is geweldig om te gebruiken.
Op een hete steen wordt het opgezogen water lekker warm en dat leverde misschien extra comfort in het buitenbestaan
van de prehistorie. Het maken van een spons neemt niet veel tijd in beslag.
In vochtige toestand zijn de buisjes zeer eenvoudig met een houten spatel te scheiden.
Het opzuigend vermogen is niet alleen beperkt tot water.
Ook lichte oliën laten zich opzuigen in de spons van de Berkenzwam.
Dat biedt de mogelijkheid om een olielamp te voeden of met natuurlijke vetten, lichtkaarsen te maken.
Zwammen en vuur:
Tondelzwam:
De echte tonderzwam, hij heeft zijn naam te danken aan het feit dat we hem gebruiken als tondel.
Tondelzwam vind je op es, berk eik, den, populier,…
Ze kunnen van een paar centimeter tot wel 50 centimeter in doorsnee worden.
De hoed bestaat uit een dun maar zeer hard schild.
Het okerkleurige, kurkachtig vlees wordt afgewisseld met lagen van de buisjes.
Waar u moet op letten zijn de groeiringen, hoe jonger hoe beter want hoe jonger hoe minder buisjes erin zitten ( ouder dan 4 jaar zit er te veel buisjes in ). Ook de kleur is belangrijk. Hoe witter/ licht grijzer hoe beter.
Het is dus niet zomaar plukken en gebruiken ( toch niet als u het goed wilt doen ).
Het mag ook geen platte zwam zijn want hier zit bijna geen amadou in.
Tondelzwam:
De echte tonderzwam, hij heeft zijn naam te danken aan het feit dat we hem gebruiken als tondel.
Tondelzwam vind je op es, berk eik, den, populier,…
Ze kunnen van een paar centimeter tot wel 50 centimeter in doorsnee worden.
De hoed bestaat uit een dun maar zeer hard schild.
Het okerkleurige, kurkachtig vlees wordt afgewisseld met lagen van de buisjes.
Waar u moet op letten zijn de groeiringen, hoe jonger hoe beter want hoe jonger hoe minder buisjes erin zitten ( ouder dan 4 jaar zit er te veel buisjes in ). Ook de kleur is belangrijk. Hoe witter/ licht grijzer hoe beter.
Het is dus niet zomaar plukken en gebruiken ( toch niet als u het goed wilt doen ).
Het mag ook geen platte zwam zijn want hier zit bijna geen amadou in.
Van de amadou werd werkelijk vanalles gemaakt, kleding hoeden zelfs dekens ( zelf tot aan de tweede oorlog ), de stukken werden niet genaaid maar wel gelijmd. ook werk hij gebruikt als antibacterieel vloeipapier bij wonden en bij tandartsen. Maar in veel zwammen zitten insecten dus gemakkelijk is het niet op mooie kwaliteit te hebben.
In de oudheid maakte men er een gat in. Het poeder dat er uit kwam sloeg men aan met marcasiet of pyriet.
Eenmaal dit branden kon men tondel aanblazen of legde men de kool in het gemaakt gat in de zwam.
Dit kooltje smeulde een hele lange tijd in de zwam.
Zo kon men vuur meenemen, eenmaal de zwam gloeit kan hij tot wel 6 a 8 uur gloeien.
Wij gebruiken hem vooral met de ferrorod of bij de vuurslag.
Een andere manier is om hem te gebruiken als board bij de vuurboog.
Het kooltje word dan in de zwam gevormd.
In de oudheid maakte men er een gat in. Het poeder dat er uit kwam sloeg men aan met marcasiet of pyriet.
Eenmaal dit branden kon men tondel aanblazen of legde men de kool in het gemaakt gat in de zwam.
Dit kooltje smeulde een hele lange tijd in de zwam.
Zo kon men vuur meenemen, eenmaal de zwam gloeit kan hij tot wel 6 a 8 uur gloeien.
Wij gebruiken hem vooral met de ferrorod of bij de vuurslag.
Een andere manier is om hem te gebruiken als board bij de vuurboog.
Het kooltje word dan in de zwam gevormd.
Tondel gebruiken en klaarmaken:
De binnenkant is donker bruin, zacht en donzig.
De binnenkant is donker bruin, zacht en donzig.
Het ontkorsten van de amadou.
Als u deze 4 uur in een emmer water legt ( of 4 dagen opgesloten in een plastieken zak tot hij condenseert )word de schil een stuk zachter. Hoe witter de zwam hoe dunner de korst is. Snij altijd van boven naar beneden de korst weg ( foto 1 ). Snij niet te diep want dan beschadigt u de trama laag die u misschien wilt gebruiken als leder. Hierna snijdt u de sporen weg (foto 2 ). Onder de witte korst zit ook nog een bruine laag, dit is ook korst. Hieronder zit de mooie trama. De korst is hard dus gebruik niet uw favoriete mes. Voor tondel snijdt u dunne lapjes trama af.
Dit dunne stukje kun je gewoon rustig uitrekken tot een dun lapje.
Uwe trama groeit trouwens ook in lagen. Bijna zoals een witte kool kunt u na het schillen de amadou pellen, alleen de eerste laag moet u schillen met het mes. Gaat u de zwam uitrekken, hij moet vochtig blijven, vochtig niet nat. Als hij nat word gaat hij nadien hard worden en moet u hem terug soepel masseren.
Pyriet en marcasiet geven vonken van 360 graden, flint en staal rond de 600 graden. Soms pakken de vonken niet
Als u deze 4 uur in een emmer water legt ( of 4 dagen opgesloten in een plastieken zak tot hij condenseert )word de schil een stuk zachter. Hoe witter de zwam hoe dunner de korst is. Snij altijd van boven naar beneden de korst weg ( foto 1 ). Snij niet te diep want dan beschadigt u de trama laag die u misschien wilt gebruiken als leder. Hierna snijdt u de sporen weg (foto 2 ). Onder de witte korst zit ook nog een bruine laag, dit is ook korst. Hieronder zit de mooie trama. De korst is hard dus gebruik niet uw favoriete mes. Voor tondel snijdt u dunne lapjes trama af.
Dit dunne stukje kun je gewoon rustig uitrekken tot een dun lapje.
Uwe trama groeit trouwens ook in lagen. Bijna zoals een witte kool kunt u na het schillen de amadou pellen, alleen de eerste laag moet u schillen met het mes. Gaat u de zwam uitrekken, hij moet vochtig blijven, vochtig niet nat. Als hij nat word gaat hij nadien hard worden en moet u hem terug soepel masseren.
Pyriet en marcasiet geven vonken van 360 graden, flint en staal rond de 600 graden. Soms pakken de vonken niet
Het prepareren van de zwam:
De gemakkelijkste manier is gewoon wat witte houtassen in je lapje wrijven.
De manieren hieronder kunt u doen in basecamp want hier heeft u veel tijd voor nodig.
De gemakkelijkste manier is gewoon wat witte houtassen in je lapje wrijven.
De manieren hieronder kunt u doen in basecamp want hier heeft u veel tijd voor nodig.
U kookt ze gedurende enkele uren op een heel klein vuurt in een water en as oplossing ( 50% water, 50% as )
waardoor de zwam zacht wordt, afbreekt en ook makkelijker een vonk pakt.
Daarna haal u ze uit de pan of pot en knijpt u ze uit.
Klop er rustig op met een hamer ( tak ) tot ze plat en vlak zijn.
Laat ze nu drogen. Als ze droog zijn kunt u beginnen met ze rond te plooien en te masseren om ze soepel en zacht te krijgen.
Voor u ze gebruikt kunt u ze ook even opruwen met een mes zodat ze nog beter de vonk nemen.
waardoor de zwam zacht wordt, afbreekt en ook makkelijker een vonk pakt.
Daarna haal u ze uit de pan of pot en knijpt u ze uit.
Klop er rustig op met een hamer ( tak ) tot ze plat en vlak zijn.
Laat ze nu drogen. Als ze droog zijn kunt u beginnen met ze rond te plooien en te masseren om ze soepel en zacht te krijgen.
Voor u ze gebruikt kunt u ze ook even opruwen met een mes zodat ze nog beter de vonk nemen.
Een andere manier is:
Als de tondel droog is, moet deze even weken in een oplossing van paarden urine ( geurt enorm fel!).
Deze oplossing moet zeventig tot tachtig graden warm zijn.
Na een uurtje weken kan de tondel daaruit verwijderd worden om te drogen.
De zwam heeft nu de salpeter uit de urine opgenomen.
In plaats van urine kan er ook gebruik gemaakt worden van een oplossing van tien procent kalium (potassium).
Zijn de repen zwam droog, kneus ze dan met een houten hamer tot dunne lapjes.
Ook kunt u een oplossing maken van water en pure salpeterpoeder.
Begin met twee soeplepels op een liter water, laat de lapjes zwam een dag of twee weken, droog ze en probeer.
De hoeveelheid salpeter is een uitprobeer fase. Als u te veel gebruikt heeft u een gloeiende mega kool in seconden.
Als de tondel klaar is, kan deze het beste waterdicht bewaard worden.
Als de tondel droog is, moet deze even weken in een oplossing van paarden urine ( geurt enorm fel!).
Deze oplossing moet zeventig tot tachtig graden warm zijn.
Na een uurtje weken kan de tondel daaruit verwijderd worden om te drogen.
De zwam heeft nu de salpeter uit de urine opgenomen.
In plaats van urine kan er ook gebruik gemaakt worden van een oplossing van tien procent kalium (potassium).
Zijn de repen zwam droog, kneus ze dan met een houten hamer tot dunne lapjes.
Ook kunt u een oplossing maken van water en pure salpeterpoeder.
Begin met twee soeplepels op een liter water, laat de lapjes zwam een dag of twee weken, droog ze en probeer.
De hoeveelheid salpeter is een uitprobeer fase. Als u te veel gebruikt heeft u een gloeiende mega kool in seconden.
Als de tondel klaar is, kan deze het beste waterdicht bewaard worden.
Na het maken van de tondel zult u zien dat u veel overschot heeft, vooral sporen.
Dit kunt u dan weer verkolen ( dit pakt ook de vonken ) maar verplintert wel snel.
Dit kunt u dan weer verkolen ( dit pakt ook de vonken ) maar verplintert wel snel.
Harde stukken amadou invetten ( warm vet ) en gebruiken in een schaaltje met vet zoals een olie lamp
Chaga of Berkenweerschijnzwam:
Berkenweerschijnzwam. De Russische naam kennen de meeste mensen wel, chaga
Chaga wordt toegepast en verkocht als medicinale paddenstoel en geniet daarom een meer dan gemiddelde bekendheid
bij het grote publiek.In de wetenschap is deze zwam al vele decennia voorwerp van onderzoek ,
vooral vanwege de kanker-remmende en helende eigenschappen die eraan worden toegeschreven.
De Chaga is een langzaam groeiende parasiet die groeit op beschadigde en zieke berken.
Beschadigde, stervende en oude berken zijn de meest geschikte voedingsbodem voor de sporen van de zwam.
De zwam kan het hele jaar door worden aangetroffen omdat het vele jaren op en van de boom leeft (uiteindelijk leidend tot diens dood), maar is het beste zichtbaar in het najaar en de winter,
omdat de zwam dan niet aan het zicht wordt onttrokken door het bladerdek van zijn gastheer.
Chaga of Berkenweerschijnzwam:
Berkenweerschijnzwam. De Russische naam kennen de meeste mensen wel, chaga
Chaga wordt toegepast en verkocht als medicinale paddenstoel en geniet daarom een meer dan gemiddelde bekendheid
bij het grote publiek.In de wetenschap is deze zwam al vele decennia voorwerp van onderzoek ,
vooral vanwege de kanker-remmende en helende eigenschappen die eraan worden toegeschreven.
De Chaga is een langzaam groeiende parasiet die groeit op beschadigde en zieke berken.
Beschadigde, stervende en oude berken zijn de meest geschikte voedingsbodem voor de sporen van de zwam.
De zwam kan het hele jaar door worden aangetroffen omdat het vele jaren op en van de boom leeft (uiteindelijk leidend tot diens dood), maar is het beste zichtbaar in het najaar en de winter,
omdat de zwam dan niet aan het zicht wordt onttrokken door het bladerdek van zijn gastheer.
Wat dus als Chaga wordt aangeduid heeft het uiterlijk van een verkoolde sintel,
een soort klomp, onregelmatig van vorm, de afmetingen variëren tot zo'n 4 tot 40 cm in diameter en zo'n 10–15 cm in dikte.
Chaga is hard, met een gebarsten oppervlak. Van binnen is Chaga geel of geelbruin met een wat kurkachtige textuur.
De buitenkant kan plaatselijk bros zijn.
Om het te gebruiken moet u hem gewoon even opruwen met je mes.
Hij werkt met firesteel. Voor bij de vuurslag moet er dunne stukjes van snijden of zachte poeder van schrapen.
een soort klomp, onregelmatig van vorm, de afmetingen variëren tot zo'n 4 tot 40 cm in diameter en zo'n 10–15 cm in dikte.
Chaga is hard, met een gebarsten oppervlak. Van binnen is Chaga geel of geelbruin met een wat kurkachtige textuur.
De buitenkant kan plaatselijk bros zijn.
Om het te gebruiken moet u hem gewoon even opruwen met je mes.
Hij werkt met firesteel. Voor bij de vuurslag moet er dunne stukjes van snijden of zachte poeder van schrapen.
Kogelhoutskoolzwam:
Dit is echt een vergeten manier om een kool te krijgen. Als de zwam gedroogd is moet u hem doorsnijden en even opruwen.
Hierna pakt deze zeer goed een vonk en blijft lang gloeien.
De jonge zwammen zijn vaak niet helemaal droog en bruin aan de buitenkant.
De hele zwarte zijn meestal van binnen goed droog.
De oude zwammen zijn wel zwart maar van binnen rot en kunt u niet meer gebruiken.
Men vind hem vooral op dode takken en dode delen van stammen van loofbomen, voornamelijk es, in loofbossen, parken en essenhakhout.
Dit is echt een vergeten manier om een kool te krijgen. Als de zwam gedroogd is moet u hem doorsnijden en even opruwen.
Hierna pakt deze zeer goed een vonk en blijft lang gloeien.
De jonge zwammen zijn vaak niet helemaal droog en bruin aan de buitenkant.
De hele zwarte zijn meestal van binnen goed droog.
De oude zwammen zijn wel zwart maar van binnen rot en kunt u niet meer gebruiken.
Men vind hem vooral op dode takken en dode delen van stammen van loofbomen, voornamelijk es, in loofbossen, parken en essenhakhout.
Aardappelbolvist:
U kent ze wel, u bent aan het wandelen, let niet op en je hoort ineens plof... Een aardappelbolvist die open springt.
Nu die bolvist kan men gebruiken. U moet eerst het poeder eruit kloppen ( Let op dat u deze sporen niet inademt ).
Nadien kunt u met de firesteel de sponsige binnen kant aankrijgen en zal deze smeulen.
U kent ze wel, u bent aan het wandelen, let niet op en je hoort ineens plof... Een aardappelbolvist die open springt.
Nu die bolvist kan men gebruiken. U moet eerst het poeder eruit kloppen ( Let op dat u deze sporen niet inademt ).
Nadien kunt u met de firesteel de sponsige binnen kant aankrijgen en zal deze smeulen.
Platte tonderzwam (berkenzwam):
De bovenkant van deze zwam is rond en knobbelig met een zachte korst. Hij is lichtbruin of soms grijsbruin tot zwart.
De binnenkant is wattig van strucstuur en rood ( bruinachtig ) van kleur.
Hij komt voor op stammen, stronken van loofbomen, soms op naaldbomen.
De binnenkant ziet eruit als vilt. U moet hem laten drogen. Na het drogen kunt u deze plat slaan.
Na het opruwen zal deze een vonk houden maar hij werk het best met markasiet.
U kunt hem ook zo dun slaan dat u bijna een bruin stuk papier krijgt.
Dit kunt u dan ook weer verkolen als alternatief voor verkoold katoen.
De bovenkant van deze zwam is rond en knobbelig met een zachte korst. Hij is lichtbruin of soms grijsbruin tot zwart.
De binnenkant is wattig van strucstuur en rood ( bruinachtig ) van kleur.
Hij komt voor op stammen, stronken van loofbomen, soms op naaldbomen.
De binnenkant ziet eruit als vilt. U moet hem laten drogen. Na het drogen kunt u deze plat slaan.
Na het opruwen zal deze een vonk houden maar hij werk het best met markasiet.
U kunt hem ook zo dun slaan dat u bijna een bruin stuk papier krijgt.
Dit kunt u dan ook weer verkolen als alternatief voor verkoold katoen.
Roodgerande houtzwam:
Deze is gans het jaar terug te vinden.
De bovenzijde is hard door harsachtige toplaag, oranjerood tot grijs roze. Hij word vanuit het midden grijszwart.
Deze kunt u ook vinden op vaak nog levende stammen van naaldbomen (spar), soms op loofbomen (beuk, berk, esdoorn).
Als deze droog is kunt u hem ook opruwen en gebruiken met de firesteel.
Hij trekt enorm op de echte tonderzwam ( en is ook verwant ervan ).
Beide soorten hebben het kurkachtig taai vlees dat we gedroogde toestand kunnen gebruiken.
Het vlees is geelbruin bij de Roodgerande houtzwam met wit- of crèmekleurige buisjes.
Bij de Echte tonderzwam is dat een roestbruin vlees met bruine buisjes.
Hij groeit als parasiet op naaldbomen (uitzonderlijk ook loofbomen).
De Echte tonderzwam is een parasiet van verzwakte loofbomen, voornamelijk beuken en berken en veroorzaakt witrot.
Deze laatste soort is ook veel algemener. De geur is opvallend en zurig.
De Roodgerande houtzwam is niet eetbaar, doch niet giftig.
Deze is gans het jaar terug te vinden.
De bovenzijde is hard door harsachtige toplaag, oranjerood tot grijs roze. Hij word vanuit het midden grijszwart.
Deze kunt u ook vinden op vaak nog levende stammen van naaldbomen (spar), soms op loofbomen (beuk, berk, esdoorn).
Als deze droog is kunt u hem ook opruwen en gebruiken met de firesteel.
Hij trekt enorm op de echte tonderzwam ( en is ook verwant ervan ).
Beide soorten hebben het kurkachtig taai vlees dat we gedroogde toestand kunnen gebruiken.
Het vlees is geelbruin bij de Roodgerande houtzwam met wit- of crèmekleurige buisjes.
Bij de Echte tonderzwam is dat een roestbruin vlees met bruine buisjes.
Hij groeit als parasiet op naaldbomen (uitzonderlijk ook loofbomen).
De Echte tonderzwam is een parasiet van verzwakte loofbomen, voornamelijk beuken en berken en veroorzaakt witrot.
Deze laatste soort is ook veel algemener. De geur is opvallend en zurig.
De Roodgerande houtzwam is niet eetbaar, doch niet giftig.
Dennenvoetzwam
Deze is viltig, oranje tot donkerbruin of zelfs zwart, met een groengele, scherpe rand.
Hij komt voor aan de voet of op de wortels van levende naaldbomen, ook op stronken.
De binnenkant van deze zwam is zeer poreus. Maar toch moet u hem even opruwen al voor hij een vonk zal houden.
Orgineel werd hij gebruikt door de inwoners van Alaska als tondelzwam.
Deze is viltig, oranje tot donkerbruin of zelfs zwart, met een groengele, scherpe rand.
Hij komt voor aan de voet of op de wortels van levende naaldbomen, ook op stronken.
De binnenkant van deze zwam is zeer poreus. Maar toch moet u hem even opruwen al voor hij een vonk zal houden.
Orgineel werd hij gebruikt door de inwoners van Alaska als tondelzwam.
Hoe Tondel gebruiken?
Je hebt nu tondel. Maar hoe moet je hem gebruiken?
Zorg dat je alles hebt klaarliggen, je tondel, aanmaakhout, alles.
Droog gras moet u bewegen, losmaken zodat u veel vezels krijgt. Pluk je tondel uit elkaar en maak er een zacht
donzig vogelnestje van. Het fijne materiaal wat eruit valt tijdens het bewegen van de vezels legt u nu in uw "nestje'
Nu kunt u het aansteken of een gloeiend kooltje erin leggen.
Je hebt nu tondel. Maar hoe moet je hem gebruiken?
Zorg dat je alles hebt klaarliggen, je tondel, aanmaakhout, alles.
Droog gras moet u bewegen, losmaken zodat u veel vezels krijgt. Pluk je tondel uit elkaar en maak er een zacht
donzig vogelnestje van. Het fijne materiaal wat eruit valt tijdens het bewegen van de vezels legt u nu in uw "nestje'
Nu kunt u het aansteken of een gloeiend kooltje erin leggen.
Met een kooltje moet moet het aangeblazen worden.
Bij het aanblazen van vuur geldt altijd:
Blaas vooral gelijkmatig ( zo krijgt u een natuurlijke luchtstroom )
Blaas van onder naar boven ( zo krijgt u geen rook in uw ogen of longen en warme lucht stijgt )
DUS, U vouwt het samen (zodat het kooltje in het midden ligt) en blaast er heel zacht in tot het goed begint de roken ( zie hieronder).
Dit betekent dat de uiteinden van de andere vezels beginnen te gloeien.
Zorg dat de vonk/vlam niet verstikt en het aanmaakmateriaal ook niet weggeblazen wordt.
Hierna kunt u een beetje harder blazen tot u een vlam krijgt.
Als kleine vlammen zich vertonen, kunt u overschakelen op berkenbast, feathersticks ( krullen hout die u snijdt ), kleine snippers hout of zeer dunne twijgjes.
Daarna kan je doorgaan met stokjes en steeds grotere stukken hout tot u een mooi vuur hebt.
Bij het aanblazen van vuur geldt altijd:
Blaas vooral gelijkmatig ( zo krijgt u een natuurlijke luchtstroom )
Blaas van onder naar boven ( zo krijgt u geen rook in uw ogen of longen en warme lucht stijgt )
DUS, U vouwt het samen (zodat het kooltje in het midden ligt) en blaast er heel zacht in tot het goed begint de roken ( zie hieronder).
Dit betekent dat de uiteinden van de andere vezels beginnen te gloeien.
Zorg dat de vonk/vlam niet verstikt en het aanmaakmateriaal ook niet weggeblazen wordt.
Hierna kunt u een beetje harder blazen tot u een vlam krijgt.
Als kleine vlammen zich vertonen, kunt u overschakelen op berkenbast, feathersticks ( krullen hout die u snijdt ), kleine snippers hout of zeer dunne twijgjes.
Daarna kan je doorgaan met stokjes en steeds grotere stukken hout tot u een mooi vuur hebt.
Tot zo ver de tondels. Natuurlijk werden deze tondels droog gehouden.
Men bewaarde ze in een pouch of in een tondeldoos, eigenlijk waren dit de echte voorlopers van de luciferdozen.
Men bewaarde ze in een pouch of in een tondeldoos, eigenlijk waren dit de echte voorlopers van de luciferdozen.
Vuur maak technieken:
Vuur door wrijving:
Vuur door wrijving:
Handboog:
Iedereen zegt dat het gemakkelijk is... Bullshit! Er zijn zoveel dingen die gewoon perfect moeten zijn.
Welk materiaal?
Handboog (de staaf en de plank beide uit het zelfde droog, zachte hout. )
In vele survival boeken en op het internet is er de discussie hard hout op zacht hout!
Bij mij werkt wilg op wilg gewoon perfect! Het merkbaar verschil is dat de spindel veel sneller slijt dan de board.
Maar het kooltje is er even zeer. Om te weten of u zacht hout heeft?
Druk er met uw nagel in, ziet u een inkeping? Dan is het zacht hout, zo niet is het hardhout.
Een complete set bestaat uit 5 dingen.
een kort breed boor,
een stijve ( lichte ) boog met een stevig koord,
een plank met een putje ( board )
een handvat waarin de boor kan draaien,
Een plankje of leder waar het kooltje op kan vormen.
Iedereen zegt dat het gemakkelijk is... Bullshit! Er zijn zoveel dingen die gewoon perfect moeten zijn.
Welk materiaal?
Handboog (de staaf en de plank beide uit het zelfde droog, zachte hout. )
In vele survival boeken en op het internet is er de discussie hard hout op zacht hout!
Bij mij werkt wilg op wilg gewoon perfect! Het merkbaar verschil is dat de spindel veel sneller slijt dan de board.
Maar het kooltje is er even zeer. Om te weten of u zacht hout heeft?
Druk er met uw nagel in, ziet u een inkeping? Dan is het zacht hout, zo niet is het hardhout.
Een complete set bestaat uit 5 dingen.
een kort breed boor,
een stijve ( lichte ) boog met een stevig koord,
een plank met een putje ( board )
een handvat waarin de boor kan draaien,
Een plankje of leder waar het kooltje op kan vormen.
Het boor:
Het boor of de spindel moet duimdik en ongeveer 25 cm en kurk droog zijn.
Voor mij mag hij zelfs nog langer zijn ( hoe korter hoe meer u met uw lichaam naar voor komt bij het boren in het hout).
En hij moet zeker rond zijn! Van de spindel doet u de schors af zodat deze mooi glad is.
Is dit niet zo dan zal de spindel niet perfect draaien en zal de vuurboog set niet werken.
Aan ene kant krijgt hij een botte punt, aan de andere kant een scherpe punt.
Het boor of de spindel moet duimdik en ongeveer 25 cm en kurk droog zijn.
Voor mij mag hij zelfs nog langer zijn ( hoe korter hoe meer u met uw lichaam naar voor komt bij het boren in het hout).
En hij moet zeker rond zijn! Van de spindel doet u de schors af zodat deze mooi glad is.
Is dit niet zo dan zal de spindel niet perfect draaien en zal de vuurboog set niet werken.
Aan ene kant krijgt hij een botte punt, aan de andere kant een scherpe punt.
De plank (board):
De plank is ongeveer 1,5 - 2,5 cm dik, en zeker 3 spindels breed zijn en ook kurkdroog zijn.
De plank is ongeveer 1,5 - 2,5 cm dik, en zeker 3 spindels breed zijn en ook kurkdroog zijn.
De boog:
Boog is ongeveer 70-80cm met liefst een licht boogje. De koord word er op gespannen maar niet super strak.
Het houtsoort maakt niets uit.
Boog is ongeveer 70-80cm met liefst een licht boogje. De koord word er op gespannen maar niet super strak.
Het houtsoort maakt niets uit.
Handvat of bearing blok:
De meeste problemen komen door wrijving in de bearing blok.
Het handvat kan een steen zijn of een ander harder stuk hout met een kuiltje erin.
Denk eraan het boor mag zo weinig mogelijk wrijving maken met het handvat.
Smeer de bovenkant in met: olie, vetstof, oorsmeer, dennehars of een groene plant tot pulp gewreven.
Bij een vuurboog is het belangrijk dat uw spindel zo weinig mogelijk wrijving heeft in het handvat.
U kunt een stukje gewei met daarin een kogellager gelijmd.
Het is niet echt natuurlijk vuur, maar het zorgt er wel voor dat u totaal geen wrijving zult hebben.
Sommige messen hebben dit kuiltje in het handvat. Dit kunt u namaken.
U snijdt de onderkant van een monsterblik uit ( de onderkant is dikker en blik vindt u overal in de natuur ).
U snijdt dit in een kleine vierkante vorm en met een plug ( spindel vorm ) slaat u dit in het gat van de bearing blok
van uw boogvuur set. ( eventueel kunt u hem in lijmen, maar dit kan smelten door de warmte van de spindel ).
Meestal houdt het tijdens het boren zonder enig probleem.
Een gewone punaise in het gat prikken werkt ook ;)
De meeste problemen komen door wrijving in de bearing blok.
Het handvat kan een steen zijn of een ander harder stuk hout met een kuiltje erin.
Denk eraan het boor mag zo weinig mogelijk wrijving maken met het handvat.
Smeer de bovenkant in met: olie, vetstof, oorsmeer, dennehars of een groene plant tot pulp gewreven.
Bij een vuurboog is het belangrijk dat uw spindel zo weinig mogelijk wrijving heeft in het handvat.
U kunt een stukje gewei met daarin een kogellager gelijmd.
Het is niet echt natuurlijk vuur, maar het zorgt er wel voor dat u totaal geen wrijving zult hebben.
Sommige messen hebben dit kuiltje in het handvat. Dit kunt u namaken.
U snijdt de onderkant van een monsterblik uit ( de onderkant is dikker en blik vindt u overal in de natuur ).
U snijdt dit in een kleine vierkante vorm en met een plug ( spindel vorm ) slaat u dit in het gat van de bearing blok
van uw boogvuur set. ( eventueel kunt u hem in lijmen, maar dit kan smelten door de warmte van de spindel ).
Meestal houdt het tijdens het boren zonder enig probleem.
Een gewone punaise in het gat prikken werkt ook ;)
Plankje, blad of lapje leder:
Dit plankje, stuk leder, blad of schors legt u onder de board zodat hier het kooltje op vormt.
Zo kunt u het kooltje opnemen en gemakkelijk in de tondel leggen.
Ook is het kooltje nu beschermd tegen grond vocht.
Dit plankje, stuk leder, blad of schors legt u onder de board zodat hier het kooltje op vormt.
Zo kunt u het kooltje opnemen en gemakkelijk in de tondel leggen.
Ook is het kooltje nu beschermd tegen grond vocht.
Nu beginnen:
Sla de koord van de boog éénmaal om de boor heen.
Met één voet op het plankje, plaats de boor in het kuiltje met inkeping,
kniel met je gewicht boven de boor en plaats je hand ( met het handvat ) tegen je scheenbeen voor meer stabiliteit.
Sla de koord van de boog éénmaal om de boor heen.
Met één voet op het plankje, plaats de boor in het kuiltje met inkeping,
kniel met je gewicht boven de boor en plaats je hand ( met het handvat ) tegen je scheenbeen voor meer stabiliteit.
Zaag rustig met de boog heen en weer. Belangrijk is lange slagen te maken met de boog en de koord op goede spanning te houden.
(Dit doe je door de duim van de hand die de boog hanteert op het koord te leggen en zo de spanning te regelen).
(Als meer spanning nodig is, duw je met je duim het koord tegen de boog aan).
Bij je eerste poging zul je al snel rook zien ontstaan. Dit noemt men inboren.
(Dit doe je door de duim van de hand die de boog hanteert op het koord te leggen en zo de spanning te regelen).
(Als meer spanning nodig is, duw je met je duim het koord tegen de boog aan).
Bij je eerste poging zul je al snel rook zien ontstaan. Dit noemt men inboren.
Na het inboren moet u het verbrand stuk weg snijden van de spindel en de boven punt bij slijpen.
Ook maakt u een inkeping in het hout ( hier verzamelt het poeder zich ).
De inkeping in het hout moet ongeveer 1/3 breedte van de spindel in taartpunt vorm hebben.
Deze inkeping loopt schuin ( beneden wijder dan vanboven ).
Dit zodat er genoeg zuurstof bij komt voor het tot een kooltje te laten komen.
Aan de kleur van de houtstof kun je zien of je te weinig druk zet. Het moet eerst donkerbruin zijn en op het laatst zwart.
De druk bouw je langzaam aan op. Dus u begint langzaam te boren tot het kuiltje vol zit met poeder.
Dan gaat u sneller boren op dit poeder te laten ontsteken. Waarschijnlijk zult u nu uw boog wat kunnen aanspannen want koord
rekt uit. Bij het opspannen van de boog en spindel, zorg dat de spindel aan de buitenkant zit!
Anders gaat de boog tegen de spindel aan slaan en schiet deze weg.
Ook maakt u een inkeping in het hout ( hier verzamelt het poeder zich ).
De inkeping in het hout moet ongeveer 1/3 breedte van de spindel in taartpunt vorm hebben.
Deze inkeping loopt schuin ( beneden wijder dan vanboven ).
Dit zodat er genoeg zuurstof bij komt voor het tot een kooltje te laten komen.
Aan de kleur van de houtstof kun je zien of je te weinig druk zet. Het moet eerst donkerbruin zijn en op het laatst zwart.
De druk bouw je langzaam aan op. Dus u begint langzaam te boren tot het kuiltje vol zit met poeder.
Dan gaat u sneller boren op dit poeder te laten ontsteken. Waarschijnlijk zult u nu uw boog wat kunnen aanspannen want koord
rekt uit. Bij het opspannen van de boog en spindel, zorg dat de spindel aan de buitenkant zit!
Anders gaat de boog tegen de spindel aan slaan en schiet deze weg.
Het poeder verzamelt zich in de inkeping. Dit poeder begint ( door de wrijving ) te smeulen.
Als u eenmaal een vaste rookpluim heeft, dan is het prijs.
U moet letten dat er genoeg zuurstof bij komt zodat de kool kan groeien.
Het beste is gewoon zeer zacht met je hand te wapperen en zo meer zuurstof bij de kool te krijgen.
U kunt het nu overbrengen naar de tondel en ZEER voorzichtig en rustig aanblazen
( dit moet voorzichtig gebeuren omdat het losse poeder is wat smeult ).
Als u eenmaal een vaste rookpluim heeft, dan is het prijs.
U moet letten dat er genoeg zuurstof bij komt zodat de kool kan groeien.
Het beste is gewoon zeer zacht met je hand te wapperen en zo meer zuurstof bij de kool te krijgen.
U kunt het nu overbrengen naar de tondel en ZEER voorzichtig en rustig aanblazen
( dit moet voorzichtig gebeuren omdat het losse poeder is wat smeult ).
Deze houtsoorten zijn goed te gebruiken bij de vuurboog/handboor:
Boor: Wilg, Hazelaar, klimop, gouden regen, paardekastanje, populier, vlier, esdoorn, spar, ( ruwe ) iep, els.
Plankje: Klimop, notelaar, gouden regen, populier, wilg, linde, paardekastanje, populier, vlier, esdoorn, spar, ( ruwe ) iep, els.
Boor: Wilg, Hazelaar, klimop, gouden regen, paardekastanje, populier, vlier, esdoorn, spar, ( ruwe ) iep, els.
Plankje: Klimop, notelaar, gouden regen, populier, wilg, linde, paardekastanje, populier, vlier, esdoorn, spar, ( ruwe ) iep, els.
Denk er dan aan dat door de wrijving te maken, u het al warm zult krijgen, nog voor u het vuur hebt ( let wel op dat u niet zweet),
Tegenwoordig kunt u een nieuw bow drill systeem kopen via aliexpres. Raad ik u dit aan? HELL NO!!!
Maar iemand die wat handig is kan dit systeem gewoon thuis maken.
Maar iemand die wat handig is kan dit systeem gewoon thuis maken.
Board alternatief:
Een board/plank voor de vuurboog kunt u maken met een goed mes of met een bijl.
Heeft u geen van beide kunt u de inkeping maken met een steen en in plaats van een board te maken neemt u ander materiaal
zoals hier onder. Twee takken tegen elkaar gebonden met natuurlijke touw:
Een board/plank voor de vuurboog kunt u maken met een goed mes of met een bijl.
Heeft u geen van beide kunt u de inkeping maken met een steen en in plaats van een board te maken neemt u ander materiaal
zoals hier onder. Twee takken tegen elkaar gebonden met natuurlijke touw:
Tondelzwam als board.
U moet de inkeping maken waar u gaat boren, hier verzamelt de kool.
De zwam omgekeerd op de grond plaatsen ( u boord dus eigenlijk in de onderkant ).
Dit word gedaan omdat de zwam conisch is.
U moet zorgen dat de inkeping diep genoeg is zodat u kunt boren waar de zwam het dikste is.
Tijdens het boren gaat u merken dat u meer neerwaartse druk moet geven.
U moet de inkeping maken waar u gaat boren, hier verzamelt de kool.
De zwam omgekeerd op de grond plaatsen ( u boord dus eigenlijk in de onderkant ).
Dit word gedaan omdat de zwam conisch is.
U moet zorgen dat de inkeping diep genoeg is zodat u kunt boren waar de zwam het dikste is.
Tijdens het boren gaat u merken dat u meer neerwaartse druk moet geven.
Vuurboog met twee personen:
Op de foto hieronder ziet u hoe men op deze manier vuur kan maken met twee personen en trekstokken.
Eigenlijk zijn de trekstokken gewoon twee stukjes hout ( waar de koord aan vast geknoopt zit ) of bot.
Het verschil hierin zit dat 1 persoon de druk geeft op de spindel en de andere beweegt de stokjes met de koord.
U zult hiermee wel merken dat de koord sneller slipt dan bij een boog.
Dit kunt u oplossen door de koord met twee slagen rond het boor te laten gaan.
Ook moet u erop letten dat de koord steeds strak staat.
Op de foto hieronder ziet u hoe men op deze manier vuur kan maken met twee personen en trekstokken.
Eigenlijk zijn de trekstokken gewoon twee stukjes hout ( waar de koord aan vast geknoopt zit ) of bot.
Het verschil hierin zit dat 1 persoon de druk geeft op de spindel en de andere beweegt de stokjes met de koord.
U zult hiermee wel merken dat de koord sneller slipt dan bij een boog.
Dit kunt u oplossen door de koord met twee slagen rond het boor te laten gaan.
Ook moet u erop letten dat de koord steeds strak staat.
Inuit bow drill:
De Eskimo's gebruikte ook de bow drill maar in plaats van een handvat gebruikte zij een mondstuk.
Ook bij hun was wilg de te gebruiken houtsoort.
De Eskimo's gebruikte ook de bow drill maar in plaats van een handvat gebruikte zij een mondstuk.
Ook bij hun was wilg de te gebruiken houtsoort.
Buiten de bowdrill gebruikte de Inuit stammen ook marcasiet.
Het flint/silex werd gemaakt als bijna een mes waarmee men over de marcasiet schraapte, een ledere lap beschermde de vingers.
Het flint/silex werd gemaakt als bijna een mes waarmee men over de marcasiet schraapte, een ledere lap beschermde de vingers.
Fire Drill of the Gauchos:
Dr Darwin schreeft hier over na een observatie van de Gauchos stammen:
Neem een veerkrachtige stok van ongeveer 45 cm lang. 1 einde plaatst u tegen de borst ( gebruik een bearingblok om uw borst te beschermen ), het andere deel wat scherp is dient als een soort boor.
De spindel mag niet te dik zijn, hij moet buigen! Let op dat hij niet wegschiet en u in het gezicht raakt!!!
Door dat hij tussen de borst kast en het hout geklemd staat zal hij buigen als een boog.
Dan is het de bedoeling dat u deze boog ronddraait. Let op, u moet steeds in 1 richting draaien.
Dr Darwin schreeft hier over na een observatie van de Gauchos stammen:
Neem een veerkrachtige stok van ongeveer 45 cm lang. 1 einde plaatst u tegen de borst ( gebruik een bearingblok om uw borst te beschermen ), het andere deel wat scherp is dient als een soort boor.
De spindel mag niet te dik zijn, hij moet buigen! Let op dat hij niet wegschiet en u in het gezicht raakt!!!
Door dat hij tussen de borst kast en het hout geklemd staat zal hij buigen als een boog.
Dan is het de bedoeling dat u deze boog ronddraait. Let op, u moet steeds in 1 richting draaien.
Een variant hier op is de crooked stick fire:
Dit is het zelfde als het boog vuur. uw spindel is echter boog vorm zodat u kunt boren in het hout.
Dit is het zelfde als het boog vuur. uw spindel is echter boog vorm zodat u kunt boren in het hout.
Pump Drill: ( bron foto: field & stream )
Van oorsprong werd het gebruikt om te boren ( zie bij materiaal ) tot er iemand zo slim was om het te gebruiken voor vuur te maken.
Het bestaat uit een boor dat door een steen of blok hout gaat.
Dan komt er nog een plank over het boor dat vast gemaakt is met touw ( wel genoeg speling laten op het touw ).
De bedoeling is dat als u het touw opwindt en het plankje naar beneden druk het boor draait.
Door de blok hout gaat het plankje zichzelf terug opdraait waardoor u het opnieuw naar beneden kunt drukken.
De “pump drill” werd vooral gebruikt door de Iroquois en Pueblo indianen.
De te gebruiken materialen zijn het zelfde als bij de handboog.
Van oorsprong werd het gebruikt om te boren ( zie bij materiaal ) tot er iemand zo slim was om het te gebruiken voor vuur te maken.
Het bestaat uit een boor dat door een steen of blok hout gaat.
Dan komt er nog een plank over het boor dat vast gemaakt is met touw ( wel genoeg speling laten op het touw ).
De bedoeling is dat als u het touw opwindt en het plankje naar beneden druk het boor draait.
Door de blok hout gaat het plankje zichzelf terug opdraait waardoor u het opnieuw naar beneden kunt drukken.
De “pump drill” werd vooral gebruikt door de Iroquois en Pueblo indianen.
De te gebruiken materialen zijn het zelfde als bij de handboog.
Vuur met een handboor:
Door gebrek aan een mooi droog, recht, stuk hout heb ik hier een spindel gemaakt van nat hout.
Dit in 4 gespleten ( voor een stuk ) en hierin een droog stuk wilg geplaatst en vast gemaakt.
Dit werkt ook bij het boogvuur als u geen droge rechte spindel vindt!
Door gebrek aan een mooi droog, recht, stuk hout heb ik hier een spindel gemaakt van nat hout.
Dit in 4 gespleten ( voor een stuk ) en hierin een droog stuk wilg geplaatst en vast gemaakt.
Dit werkt ook bij het boogvuur als u geen droge rechte spindel vindt!
Een variant hierop:
De plank is maar een halve cm dik.
De spindel is ongeveer 1 cm dik en recht, tussen de 50 en 80 cm lang.
Gaat u te dun zult te te snel door de plank uitboren en geen kooltje hebben.
Is hij te klein zult u te ver naar voor moeten leunen en gaat het lastig zijn voor de rug en schouder spieren.
Als hout voor de plank kunt u gebruiken: esp, els, klimop, linde, paardekastanje, populier, vlier, wilg.
Met één voet op het plankje, plaats de boor in het kuiltje met inkeping.
U plaatst uw handen aan de boven kant van de spindel. En maakt een wrijvende beweging naar beneden.
De spindel draait tussen uw handpalmen. Komt u beneden aan de spindel houdt u deze vast met ene hand,
plaatst de andere hand terug vanboven ( vasthouden en dan past de onderste hand naar boven brengen )
anders gaat de spindel uit het kuiltje komen en kunt u volledig opnieuw beginnen met te draaien.
Iedere keer de spindel uit het kuiltje komt verliest u warmte. Het beste is dat u wat speeksel in uw handen doet.
De spindel is ongeveer 1 cm dik en recht, tussen de 50 en 80 cm lang.
Gaat u te dun zult te te snel door de plank uitboren en geen kooltje hebben.
Is hij te klein zult u te ver naar voor moeten leunen en gaat het lastig zijn voor de rug en schouder spieren.
Als hout voor de plank kunt u gebruiken: esp, els, klimop, linde, paardekastanje, populier, vlier, wilg.
Met één voet op het plankje, plaats de boor in het kuiltje met inkeping.
U plaatst uw handen aan de boven kant van de spindel. En maakt een wrijvende beweging naar beneden.
De spindel draait tussen uw handpalmen. Komt u beneden aan de spindel houdt u deze vast met ene hand,
plaatst de andere hand terug vanboven ( vasthouden en dan past de onderste hand naar boven brengen )
anders gaat de spindel uit het kuiltje komen en kunt u volledig opnieuw beginnen met te draaien.
Iedere keer de spindel uit het kuiltje komt verliest u warmte. Het beste is dat u wat speeksel in uw handen doet.
Bij je eerste poging zul je al snel rook zien ontstaan.
Dit noemt men inboren juist hetzelfde als bij het boogvuur.
Na het inboren moet u het verbrand stuk weg snijden van de spindel.
Hierna maakt u een inkeping in het hout ( hier verzamelt het poeder zich ).
De inkeping in het hout moet ongeveer 1/3 breedte van de spindel in taartpunt vorm hebben.
Deze inkeping loopt schuin ( beneden wijder dan vanboven ).
Dit zodat er genoeg zuurstof bij komt voor het tot een kooltje te laten komen.
Aan de kleur van de houtstof kun je zien of je te weinig druk zet. Het moet eerst donkerbruin zijn en op het laatst zwart.
U moet hieraan denken dat men in andere landen ook andere planten heeft ( zoals de Yukka plant ),
en dat deze manier van vuur maken regio gebonden is/was ( woestijnlandschap ).
Ik heb het ooit gedaan met wilg op wilg. Het werkte maar wel met blaren en pijnlijke handen
Dit noemt men inboren juist hetzelfde als bij het boogvuur.
Na het inboren moet u het verbrand stuk weg snijden van de spindel.
Hierna maakt u een inkeping in het hout ( hier verzamelt het poeder zich ).
De inkeping in het hout moet ongeveer 1/3 breedte van de spindel in taartpunt vorm hebben.
Deze inkeping loopt schuin ( beneden wijder dan vanboven ).
Dit zodat er genoeg zuurstof bij komt voor het tot een kooltje te laten komen.
Aan de kleur van de houtstof kun je zien of je te weinig druk zet. Het moet eerst donkerbruin zijn en op het laatst zwart.
U moet hieraan denken dat men in andere landen ook andere planten heeft ( zoals de Yukka plant ),
en dat deze manier van vuur maken regio gebonden is/was ( woestijnlandschap ).
Ik heb het ooit gedaan met wilg op wilg. Het werkte maar wel met blaren en pijnlijke handen
Als boor kunt u gebruiken: bamboe, els, esp, klimop, klis, linde, paardekastanje, wilg.
De stengels van de lisdodde gaan hier ook voor. U moet wel werken met minder kracht.
Het beste deel van de stengel zit een 10 a 15 cm onder het zaadhoofd.
Maar deze zijn zeer broos. Uitproberen is de boodschap hier.
Vlier ( foto hieronder ) heeft ook mooie droge stengels ( let wel op dat u niet in de rook hangt want vlier is giftig bij verbranding ).
De stengels van de lisdodde gaan hier ook voor. U moet wel werken met minder kracht.
Het beste deel van de stengel zit een 10 a 15 cm onder het zaadhoofd.
Maar deze zijn zeer broos. Uitproberen is de boodschap hier.
Vlier ( foto hieronder ) heeft ook mooie droge stengels ( let wel op dat u niet in de rook hangt want vlier is giftig bij verbranding ).
Vuur met een vuurploeg:
De vuurploeg is de beste manier een vuur te starten als je niets hebt.
Zorg voor een vlak stuk droog zacht hout ( wilg, linde, els, klimop, populier ) van 45 cm lang, en ongeveer 5 cm dik.
In het midden hiervan maakt u een groef met uw mes. Deze groef is ongeveer 2,5 cm dik en 20 cm lang.
In deze groef gaat u met de stok heen en weer wrijven. Dan zorgt u voor een mooie stok van harder hout, ongeveer een 30 cm lang.
U maakt 1 uiteinde scherp door er een schuine punt aan te maken. Het andere uiteinde moet mooi vlak zijn ( omdat hier straks uw hand tegen komt ).
Vind een comfortabele manier van knielen terwijl je de plaat op de grond, op je schoot, of onder een hoek tussen je buik en de grond geklemd houdt. Leg de plank op de grond en plaats de ploeg punt in de groef.
Schuur nu de ploeg heen en weer met een beetje druk zodat er al van hout stof verzamelt.
Dit is de tip. Rustig aan tot er genoeg stof is!!! Als een een hoopje stof krijgt moet u de plank iets schuiner leggen...
Het hoogste punt is naar je toe! Dit zorgt ervoor dat alle stof mooi naar de bodem toe verzamelt.
Vanaf nu kunt u zo snel mogelijk wrijven met veel druk om genoeg warmte te krijgen voor een kooltje.
Zorg voor een vlak stuk droog zacht hout ( wilg, linde, els, klimop, populier ) van 45 cm lang, en ongeveer 5 cm dik.
In het midden hiervan maakt u een groef met uw mes. Deze groef is ongeveer 2,5 cm dik en 20 cm lang.
In deze groef gaat u met de stok heen en weer wrijven. Dan zorgt u voor een mooie stok van harder hout, ongeveer een 30 cm lang.
U maakt 1 uiteinde scherp door er een schuine punt aan te maken. Het andere uiteinde moet mooi vlak zijn ( omdat hier straks uw hand tegen komt ).
Vind een comfortabele manier van knielen terwijl je de plaat op de grond, op je schoot, of onder een hoek tussen je buik en de grond geklemd houdt. Leg de plank op de grond en plaats de ploeg punt in de groef.
Schuur nu de ploeg heen en weer met een beetje druk zodat er al van hout stof verzamelt.
Dit is de tip. Rustig aan tot er genoeg stof is!!! Als een een hoopje stof krijgt moet u de plank iets schuiner leggen...
Het hoogste punt is naar je toe! Dit zorgt ervoor dat alle stof mooi naar de bodem toe verzamelt.
Vanaf nu kunt u zo snel mogelijk wrijven met veel druk om genoeg warmte te krijgen voor een kooltje.
Als je stok teveel gladheid of glans krijgt, is er minder frictie,
gooi gerust wat zand of droge aarde in de groef om het wat grover te maken of schraap met een steen.
Als u dit eenmaal onder de knie krijgt, kan dit gedaan worden in 15-30 minuten als het weer mee zit.
En als u het materiaal ingewerkt hebt, kunt u vaak in 5 minuten vuur creëren. Maar tot dan zult u veel vloeken!
Dus blijven proberen en zeker niet opgeven. ( Foto credits: Daniel Hume )
gooi gerust wat zand of droge aarde in de groef om het wat grover te maken of schraap met een steen.
Als u dit eenmaal onder de knie krijgt, kan dit gedaan worden in 15-30 minuten als het weer mee zit.
En als u het materiaal ingewerkt hebt, kunt u vaak in 5 minuten vuur creëren. Maar tot dan zult u veel vloeken!
Dus blijven proberen en zeker niet opgeven. ( Foto credits: Daniel Hume )
De ‘’ Fire roll ‘’ of ‘’ Rudiger roll ‘’ :
Dit is een andere manier van vuur maken door wrijving .
U maakt een kleine een rol gemaakt van watten , verband , stukje katoenen T-shirt, natuurlijke middelen gebruikt als vezels van brandnetels , lisdodde pluis, ...
De truc zit hem in dat in de rol die wordt gemaakt door de watten (of je ander materiaal ) op te rollen tot een kokertje.
Maar in de kern wordt hout as of een ander fijn poeder gedaan en dan wordt het opgerold. Eerst rolt u hem strak op met de hand, nadien rolt u hem nog strakker met het hout.
Dit is een andere manier van vuur maken door wrijving .
U maakt een kleine een rol gemaakt van watten , verband , stukje katoenen T-shirt, natuurlijke middelen gebruikt als vezels van brandnetels , lisdodde pluis, ...
De truc zit hem in dat in de rol die wordt gemaakt door de watten (of je ander materiaal ) op te rollen tot een kokertje.
Maar in de kern wordt hout as of een ander fijn poeder gedaan en dan wordt het opgerold. Eerst rolt u hem strak op met de hand, nadien rolt u hem nog strakker met het hout.
Dan rolt u heel snel heen en weer met een zacht druk ( te veel druk en uw watje rolt kapot ). Door het poeder wat in de rol zit worden de vezels nog fijner gemaakt en tegelijkertijd ontstaat er wrijving en dus hitte , welke zo groot van binnen wordt dat hij de kern te laten ontbranden. Op een bepaald moment gaat u het ruiken. U ruikt een schroei lucht.
Als u stopt ziet u een beetje rook van de rol afkomen en als u hem dan daar voorzichtig open maakt dan heeft u een kool .
Als u stopt ziet u een beetje rook van de rol afkomen en als u hem dan daar voorzichtig open maakt dan heeft u een kool .
Vuurzaag:
Van oorsprong werd deze manier gebruikt met bamboe.
Echter is het mogelijk om vuur te maken met gewoon hout.
Deze manier van vuur maken kwam vooral uit de Filipijnen, 1 deel van een stuk zacht hout met een inkeping erin.
Het andere was een stok uit hard hout. Van oorsprong gebruikte men de schild en de speer hiervoor.
Het voordeel hiervan is dat "de zaag" in het hout op twee punten wrijving maakt.
De foto hieronder (van Hough) laat zien hoe het kooltje langs onder gevormd zal worden.
Echter is het mogelijk om vuur te maken met gewoon hout.
Deze manier van vuur maken kwam vooral uit de Filipijnen, 1 deel van een stuk zacht hout met een inkeping erin.
Het andere was een stok uit hard hout. Van oorsprong gebruikte men de schild en de speer hiervoor.
Het voordeel hiervan is dat "de zaag" in het hout op twee punten wrijving maakt.
De foto hieronder (van Hough) laat zien hoe het kooltje langs onder gevormd zal worden.
Vuur maken met een vuurzaag van bamboe:
Om een vuurzaag te maken heeft u een stevig stuk bamboe nodig met een doorsnede van ongeveer 5 cm.
Het stuk bamboe moet lang genoeg zijn zodat als u geknield zit het stuk bamboe vanaf uw buik de grond raakt.
U splijt de bamboe en neemt hiervan 1 deel en maakt in het midden een V-vormige inkeping.
Neem dan de andere helft van het gespleten stuk bamboe. Schraap met je mes fijne krullen van de bamboe af (tondel).
Neem nu de bamboehelft met de V-vormige inkeping erin. Plaats vervolgens de bamboekrullen ter hoogte van de V-vormige inkeping in de holle zijde van het stuk bamboe.
Neem een stuk hout waarmee u de bamboe krullen stevig in de holte van de bamboe kan aandrukken.
Klem vervolgens het stuk bamboe zonder inkeping en ga geknield zitten en plaats het stuk bamboe tussen je middel en de grond.
Zorg ervoor dat het uiteinde wat tegen uw lichaam aanzit is afgedekt met een stuk doek of iets anders,
zodat u zich zelf niet snijdt aan het bamboe. Neem vervolgens het stuk bamboe met de V-vormige inkeping en beweeg dit stuk heen en weer over het andere stuk bamboe.
Let hierbij op dat de rand van het stuk bamboe wat tussen het lichaam en de grond geklemd is in de V-vormige inkeping valt.
Na enige tijd zal het bamboe beginnen te roken op dat moment moet u nog even doorgaan ( zoals de vuurboog ).
Het is werken! Het grote probleem is om de bamboe board mooi op zijn kant te laten staan.
Om een vuurzaag te maken heeft u een stevig stuk bamboe nodig met een doorsnede van ongeveer 5 cm.
Het stuk bamboe moet lang genoeg zijn zodat als u geknield zit het stuk bamboe vanaf uw buik de grond raakt.
U splijt de bamboe en neemt hiervan 1 deel en maakt in het midden een V-vormige inkeping.
Neem dan de andere helft van het gespleten stuk bamboe. Schraap met je mes fijne krullen van de bamboe af (tondel).
Neem nu de bamboehelft met de V-vormige inkeping erin. Plaats vervolgens de bamboekrullen ter hoogte van de V-vormige inkeping in de holle zijde van het stuk bamboe.
Neem een stuk hout waarmee u de bamboe krullen stevig in de holte van de bamboe kan aandrukken.
Klem vervolgens het stuk bamboe zonder inkeping en ga geknield zitten en plaats het stuk bamboe tussen je middel en de grond.
Zorg ervoor dat het uiteinde wat tegen uw lichaam aanzit is afgedekt met een stuk doek of iets anders,
zodat u zich zelf niet snijdt aan het bamboe. Neem vervolgens het stuk bamboe met de V-vormige inkeping en beweeg dit stuk heen en weer over het andere stuk bamboe.
Let hierbij op dat de rand van het stuk bamboe wat tussen het lichaam en de grond geklemd is in de V-vormige inkeping valt.
Na enige tijd zal het bamboe beginnen te roken op dat moment moet u nog even doorgaan ( zoals de vuurboog ).
Het is werken! Het grote probleem is om de bamboe board mooi op zijn kant te laten staan.
Nu de Inwoners van Papoea, Indonesië zijn slimmer.
Zij snijden een jong boompje om en splijten het onderste deel waar ze de bamboe in vast klemmen.
( Foto credit: Daniel Hume )
Zij snijden een jong boompje om en splijten het onderste deel waar ze de bamboe in vast klemmen.
( Foto credit: Daniel Hume )
Vuurkoord ( fire thong ):
Dit is eigenlijk een variant op de vuurzaag, waarbij de rotan de plaats in neemt van de zaag.
De Semai stam uit Maleisië maken een kokervormig grondplank omdat men zo het kooltje beter zag vormen.
Kies een stuk hout waaruit u uw plankje haalt.
Maak aan het uiteinde ( met de punt van uw mes ) een trechtervormig gat.
Het wijdste deel ( ongeveer 25 mm ) van de koker komt boven aan te liggen als u de plank gaat gebruiken.
Het smalste gaatje komt dus onderaan ( en is 5 mm breed ).
Snij nu aan de onderkant een gleuf dwars op de nerf van het hout die perfect over het gemaakt gat komt.
Dit word gedaan zodat de rotan koord mooi in de groef blijft en mooi wrijving geeft waar het klein gat is.
Hoe het vuur maken:
U legt een laag tondel op de grond met hierop de grondplank.
U neemt de koord en trekt deze onder de gehele plank door zodat de koord juist ion de groef komt te liggen.
Druk nu de grondplank stevig tegen de grond met uw voeten zodat deze mooi stil blijft liggen.
Trek nu de koord langzaam door de groef heen en weer.
U moet dit doen met uw armen zo ver mogelijk gespreid ( anders breekt de koord ).
Als u rook ziet kunt u uw armen dichter bij elkaar brengen ( dan is de koord warm en zal ze niet zo snel meer breken ).
Dit is nu het moment om de snelheid op te voeren en blijven doorgaan tot de koord breekt ( doorbrandt ).
Kijk nu naar het gaatje, als alles goed is ziet u daar nu een kooltje.
Blaas ( of wapper met de handen ) voorzichtig zuurstof toe zodat de kool kan groeien.
Duw met een stokje het kooltje voorzichtig in de tondel ( terwijl u het plankje optilt ).
Dan gaat u verder met het aanblazen van een kooltje.
Meestal gebruikt met rotan maar het werkt ook met een dunne strip bamboe.
Dit is eigenlijk een variant op de vuurzaag, waarbij de rotan de plaats in neemt van de zaag.
De Semai stam uit Maleisië maken een kokervormig grondplank omdat men zo het kooltje beter zag vormen.
Kies een stuk hout waaruit u uw plankje haalt.
Maak aan het uiteinde ( met de punt van uw mes ) een trechtervormig gat.
Het wijdste deel ( ongeveer 25 mm ) van de koker komt boven aan te liggen als u de plank gaat gebruiken.
Het smalste gaatje komt dus onderaan ( en is 5 mm breed ).
Snij nu aan de onderkant een gleuf dwars op de nerf van het hout die perfect over het gemaakt gat komt.
Dit word gedaan zodat de rotan koord mooi in de groef blijft en mooi wrijving geeft waar het klein gat is.
Hoe het vuur maken:
U legt een laag tondel op de grond met hierop de grondplank.
U neemt de koord en trekt deze onder de gehele plank door zodat de koord juist ion de groef komt te liggen.
Druk nu de grondplank stevig tegen de grond met uw voeten zodat deze mooi stil blijft liggen.
Trek nu de koord langzaam door de groef heen en weer.
U moet dit doen met uw armen zo ver mogelijk gespreid ( anders breekt de koord ).
Als u rook ziet kunt u uw armen dichter bij elkaar brengen ( dan is de koord warm en zal ze niet zo snel meer breken ).
Dit is nu het moment om de snelheid op te voeren en blijven doorgaan tot de koord breekt ( doorbrandt ).
Kijk nu naar het gaatje, als alles goed is ziet u daar nu een kooltje.
Blaas ( of wapper met de handen ) voorzichtig zuurstof toe zodat de kool kan groeien.
Duw met een stokje het kooltje voorzichtig in de tondel ( terwijl u het plankje optilt ).
Dan gaat u verder met het aanblazen van een kooltje.
Meestal gebruikt met rotan maar het werkt ook met een dunne strip bamboe.
Vonken:
Bamboo Strike a light:
Een andere manier om vuur te maken met bamboe is door de bamboe te gebruiken zoals een vuurslag.
De truk in Azië waren de soorten bamboe en de tondel.
De bamboe was van het soort schizostachyum wat vooral voorkomt in Azie, Afrika en Oceanië.
Als tondel gebruikte met ( carayota ) palm vezels gemengd met tot poeder gestampt verkoold materiaal.
U neemt een stuk droge bamboe van 30 cm en 2 cm dik.
U legt de verkoolde katoen op uw steen ( of porselein ) en schraapt het langs het stuk bamboe (met een harde buitenkant) af.
Hiervan komen vonken zoals bij een vuurslag.
Videos van Ed Read Hoe je de bamboo Strike-A-Light gebruikt:
http://www.youtube.com/watch?v=afu4SJxNMcY
Een andere manier om vuur te maken met bamboe is door de bamboe te gebruiken zoals een vuurslag.
De truk in Azië waren de soorten bamboe en de tondel.
De bamboe was van het soort schizostachyum wat vooral voorkomt in Azie, Afrika en Oceanië.
Als tondel gebruikte met ( carayota ) palm vezels gemengd met tot poeder gestampt verkoold materiaal.
U neemt een stuk droge bamboe van 30 cm en 2 cm dik.
U legt de verkoolde katoen op uw steen ( of porselein ) en schraapt het langs het stuk bamboe (met een harde buitenkant) af.
Hiervan komen vonken zoals bij een vuurslag.
Videos van Ed Read Hoe je de bamboo Strike-A-Light gebruikt:
http://www.youtube.com/watch?v=afu4SJxNMcY
Vuurslag:
Als uw mes van carbon staal is kunt u van de achterkant ook vonken slaan.
Het nadeel is dat u stukken van uw mes afslaat. Een oude vijl is goedkoper ;)
Een stuk staal van een hardheid van 62 tot 65 HRC en u bent gesteld. Waar vind u dit?
Wel een oude vijl van carbon staal (als ze roest, krijgt u vonken ervan) vanop een rommel markt werkt perfect.
U slaat er een stuk vanaf, vijlt de tantden af een de zijkant of u koopt ergens een vuurslag online.
Een stuk steen waarmee u staal afschraapt ( Silex steen of kwarts met een scherpe rand ) en u kunt beginnen.
Als uw mes van carbon staal is kunt u van de achterkant ook vonken slaan.
Het nadeel is dat u stukken van uw mes afslaat. Een oude vijl is goedkoper ;)
Een stuk staal van een hardheid van 62 tot 65 HRC en u bent gesteld. Waar vind u dit?
Wel een oude vijl van carbon staal (als ze roest, krijgt u vonken ervan) vanop een rommel markt werkt perfect.
U slaat er een stuk vanaf, vijlt de tantden af een de zijkant of u koopt ergens een vuurslag online.
Een stuk steen waarmee u staal afschraapt ( Silex steen of kwarts met een scherpe rand ) en u kunt beginnen.
Het vuur maken met een vuurslag gaat als volgt:
De verkoolde katoen wordt op de vuursteen gelegd, zodat de scherpe dunne kant van de vuursteen en de tondel op elkaar liggen.
U moet de tondel een klein stukje van de rand afleggen zodat straks de steen geraakt word.
Nu houdt men in de ene hand de vuurslag vast, de gladde lange zijkant naar buiten.
Men houdt de steen horizontaal, voornamelijk tussen gestrekte duim en wijsvinger.
Sla nu met de vuurslag langs de steen, liefst over de gehele lengte van de vuurslag;
het is niet de bedoeling dat de steen aan stukken geslagen wordt maar dat bij het raken van de steen kleine ijzerdeeltjes van de vuurslag losraken en verbranden.
( Hou het vuurstaal recht als u slaat ) de vonken schieten alle kanten uit en, als het goed is, ook op de katoen.
Hierna blaast u zachtjes op de katoen zodat deze verder zal gloeien. ( u duwt het tussen de tondel en blaast het aan. )
Ontstaan er geen vonken, dan kan je proberen de steen onder een andere hoek te houden.
De verkoolde katoen wordt op de vuursteen gelegd, zodat de scherpe dunne kant van de vuursteen en de tondel op elkaar liggen.
U moet de tondel een klein stukje van de rand afleggen zodat straks de steen geraakt word.
Nu houdt men in de ene hand de vuurslag vast, de gladde lange zijkant naar buiten.
Men houdt de steen horizontaal, voornamelijk tussen gestrekte duim en wijsvinger.
Sla nu met de vuurslag langs de steen, liefst over de gehele lengte van de vuurslag;
het is niet de bedoeling dat de steen aan stukken geslagen wordt maar dat bij het raken van de steen kleine ijzerdeeltjes van de vuurslag losraken en verbranden.
( Hou het vuurstaal recht als u slaat ) de vonken schieten alle kanten uit en, als het goed is, ook op de katoen.
Hierna blaast u zachtjes op de katoen zodat deze verder zal gloeien. ( u duwt het tussen de tondel en blaast het aan. )
Ontstaan er geen vonken, dan kan je proberen de steen onder een andere hoek te houden.
Als het mislukt, kunt u onmiddellijk opnieuw proberen.
Sommige leggen de tondel neer (bijvoorbeeld op de grond) en de steen er tijdens het slaan vlak boven te houden.
Op die manier is er wel minder kans dat je de tondel kapot slaat. Uittesten en proberen is de boodschap.
U kunt in plaats van uw vuurslag een mes of bijl gebruiken (dan moeten ze wel van carbon staal zijnen goed gehard zijn) in noodgeval.
Sommige leggen de tondel neer (bijvoorbeeld op de grond) en de steen er tijdens het slaan vlak boven te houden.
Op die manier is er wel minder kans dat je de tondel kapot slaat. Uittesten en proberen is de boodschap.
U kunt in plaats van uw vuurslag een mes of bijl gebruiken (dan moeten ze wel van carbon staal zijnen goed gehard zijn) in noodgeval.
Nu staal en flint werkt ook zeer goed samen met staalwol.
U gebruikt het staalwol juist zoals het verkoold katoen.
U gebruikt het staalwol juist zoals het verkoold katoen.
Als u uw tondel in een blik laat zitten ( zoals verkoold hout ) moet u een andere techniek gebruiken.
U plaatst dit op de grond en houdt het slagstaal erboven en nu slaat u met de flint vonken van het staal af
( omgekeerd dus als met de katoen en staal en flint ).
De vonken schieten nu meer naar beneden en zo het blik in. Hierna kunt u een kooltje uithalen en aanblazen met de tondel.
Doe wel het blik terug dicht en hou het dicht om de zuurstof eruit te krijgen.
Anders staat het hele blik te gloeien. Denk er ook aan bij het maken van het hout. Dit gloeit heel lang na!!!
Het voordeel van verkoold hout is dat u een mooie kool hebt.
U plaatst dit op de grond en houdt het slagstaal erboven en nu slaat u met de flint vonken van het staal af
( omgekeerd dus als met de katoen en staal en flint ).
De vonken schieten nu meer naar beneden en zo het blik in. Hierna kunt u een kooltje uithalen en aanblazen met de tondel.
Doe wel het blik terug dicht en hou het dicht om de zuurstof eruit te krijgen.
Anders staat het hele blik te gloeien. Denk er ook aan bij het maken van het hout. Dit gloeit heel lang na!!!
Het voordeel van verkoold hout is dat u een mooie kool hebt.
Een andere techniek om vonken in een blik te krijgen is deze:
U moet eigenlijk in een horizontale boog slaan.
Zoals u zult merken met deze techniek slaat u de vonken naar beneden.
Recht ( zoals op de foto ) op het verkoold katoen ( of in uw blik met verkoold hout ).
U moet eigenlijk in een horizontale boog slaan.
Zoals u zult merken met deze techniek slaat u de vonken naar beneden.
Recht ( zoals op de foto ) op het verkoold katoen ( of in uw blik met verkoold hout ).
U kunt ook een buisje nemen ( bamboe of een ander stuk hol hout ) waar u een inkeping in maakt.
In deze inkeping klemt u een fijn stukje silex. naast de silex komt uw verkoold katoen te liggen in de kuil.
In deze inkeping klemt u een fijn stukje silex. naast de silex komt uw verkoold katoen te liggen in de kuil.
Natuurlijk werkt het ook met amadou. deze moet dun zijn of even met het mes opruwen.
De vuurslag won terug in populariteit vooral in de eind 17de en 18de eeuw vanwege de flintlock geweren.
De trappers van toen kende diverse tukjes om vuur te maken met staal en silex.
Denk eraan, In deze tijden had iedere trapper een geweer bij zich en ook buskruit.
1 van deze truks was touchpaper.
Men sneed een stuk papier van een 6 cm op 6 cm.
Dit maakte men nat en wreef men in aan beide kanten met buskruit.
Dit werd dat gelegd op een stuk katoen of linnen ( zoals een zakdoek ) van 20cm op 20 cm.
Hierop ( zowel op de doek als op het papier ) strooide men 3 gram buskruit.
Dit sloeg men aan met de vuurslag ( de horizontale manier hierboven beschreven ).
Het buskruit ontstak het papier welk op zijn beurt de zakdoek liet branden ( en ook verkolen tot 1 grote kool ).
Vandaag de dag heeft dit nog zijn toepassingen bij sommige soorten vuurwerk.
( Foto credits: William Scurlock )
De trappers van toen kende diverse tukjes om vuur te maken met staal en silex.
Denk eraan, In deze tijden had iedere trapper een geweer bij zich en ook buskruit.
1 van deze truks was touchpaper.
Men sneed een stuk papier van een 6 cm op 6 cm.
Dit maakte men nat en wreef men in aan beide kanten met buskruit.
Dit werd dat gelegd op een stuk katoen of linnen ( zoals een zakdoek ) van 20cm op 20 cm.
Hierop ( zowel op de doek als op het papier ) strooide men 3 gram buskruit.
Dit sloeg men aan met de vuurslag ( de horizontale manier hierboven beschreven ).
Het buskruit ontstak het papier welk op zijn beurt de zakdoek liet branden ( en ook verkolen tot 1 grote kool ).
Vandaag de dag heeft dit nog zijn toepassingen bij sommige soorten vuurwerk.
( Foto credits: William Scurlock )
Een andere truk kwam uit Texas:
In Texas was het soms moeilijk om punk wood te vinden om te verkolen.
Nu de inwoners werden slimmer en zochten alternatieven. 1 Hiervan was mais.
Men gebruikte rode mais ( red corn cobs ) en verbrande deze, de assen hiervan werden gemend met water.
Hierin werd ongebleekt ruw katoen ( calico cloth ) geweekt. Een maal droog kon men dit gebruiken als verkoold katoen.
( Gewone mais werkt niet ).
Welke techniek u ook toepast van de vuurslag u moet blazen.
De gemakkelijkste manier is: u slaat het katoen aan, houdt hier tegen een zwavelstokje en met het zwavel stokje steekt u een kaars aan. Dan heeft u een vlam. Met deze vlam kunt u dan weer het kampvuur aanmaken.
In Texas was het soms moeilijk om punk wood te vinden om te verkolen.
Nu de inwoners werden slimmer en zochten alternatieven. 1 Hiervan was mais.
Men gebruikte rode mais ( red corn cobs ) en verbrande deze, de assen hiervan werden gemend met water.
Hierin werd ongebleekt ruw katoen ( calico cloth ) geweekt. Een maal droog kon men dit gebruiken als verkoold katoen.
( Gewone mais werkt niet ).
Welke techniek u ook toepast van de vuurslag u moet blazen.
De gemakkelijkste manier is: u slaat het katoen aan, houdt hier tegen een zwavelstokje en met het zwavel stokje steekt u een kaars aan. Dan heeft u een vlam. Met deze vlam kunt u dan weer het kampvuur aanmaken.
Flint ( steen ):
Als steen moet u kijken voor een harde steen. De gebruikte steen moet ook niet noodzakelijk een vuursteen zijn, een andere harde steensoort werkt ook. Bijvoorbeeld een graniet of een kwarts. Het gaat om de hardheid van het gesteente! De hardheidsschaal van Mohs is een schaal van 1 tot 10, die de relatieve hardheid van een mineraal aangeeft. De hardheid kan bepaald worden met een sclerometer. De schaal werd ontwikkeld door Friedrich Mohs. Hardheid valt te bepalen door te zien welke stof de andere een kras kan toebrengen. De hoogste waarde is 10, die wordt toegekend aan diamant. Welke steen is nu hard genoeg? Raap een steen (met scherpe rand) op en sla met uw staal ertegen Ziet u vonken? Goede steen. Ziet u geen vonken en vliegen er
stukken steen weg, dan heeft u een slechte steen.
Want de vonken die u krijgt zijn eigenlijk stukjes staal die worden weg geslagen door de steen.
Silex of vuursteen:
Vuurstenen zijn ontstaan door de diagenese van opgeloste kiezel in kalklagen. Bestanddelen in de steen kunnen zijn Chalcedoon, kwarts, opaal en resten van briozoën, sponzen, radiolaren en zee-egels. Hij is meestal bruin, grijs of zwart van kleur is. In de steentijd maakte men gebruiksvoorwerpen, zoals schraper, messen, pijlpunten en bijlen hiervan. Ook in Belgie en Nederland kunnen op
vele plaatsen vuurstenen werktuigen worden aangetroffen. Tussen Rijckholt en Sint Geertruid in Nederland bevinden zich in het Savelbos ook vuursteenmijnen waar tussen 3950 en 2650 V.CHR vuursteen is gedolven. In Limburg in Nederland bevinden zich de vuursteenmijnen van Valkenburg waar rond 3300 v.Chr. vuursteen gedolven is. In Eben Emael bevindt zich het silex-museum.
Deze beste stenen zien eruit of er " schelpen " steen vanaf zijn. Tegenwoordig vind u silex op veldwegen die zijn bijgevuld.
Als steen moet u kijken voor een harde steen. De gebruikte steen moet ook niet noodzakelijk een vuursteen zijn, een andere harde steensoort werkt ook. Bijvoorbeeld een graniet of een kwarts. Het gaat om de hardheid van het gesteente! De hardheidsschaal van Mohs is een schaal van 1 tot 10, die de relatieve hardheid van een mineraal aangeeft. De hardheid kan bepaald worden met een sclerometer. De schaal werd ontwikkeld door Friedrich Mohs. Hardheid valt te bepalen door te zien welke stof de andere een kras kan toebrengen. De hoogste waarde is 10, die wordt toegekend aan diamant. Welke steen is nu hard genoeg? Raap een steen (met scherpe rand) op en sla met uw staal ertegen Ziet u vonken? Goede steen. Ziet u geen vonken en vliegen er
stukken steen weg, dan heeft u een slechte steen.
Want de vonken die u krijgt zijn eigenlijk stukjes staal die worden weg geslagen door de steen.
Silex of vuursteen:
Vuurstenen zijn ontstaan door de diagenese van opgeloste kiezel in kalklagen. Bestanddelen in de steen kunnen zijn Chalcedoon, kwarts, opaal en resten van briozoën, sponzen, radiolaren en zee-egels. Hij is meestal bruin, grijs of zwart van kleur is. In de steentijd maakte men gebruiksvoorwerpen, zoals schraper, messen, pijlpunten en bijlen hiervan. Ook in Belgie en Nederland kunnen op
vele plaatsen vuurstenen werktuigen worden aangetroffen. Tussen Rijckholt en Sint Geertruid in Nederland bevinden zich in het Savelbos ook vuursteenmijnen waar tussen 3950 en 2650 V.CHR vuursteen is gedolven. In Limburg in Nederland bevinden zich de vuursteenmijnen van Valkenburg waar rond 3300 v.Chr. vuursteen gedolven is. In Eben Emael bevindt zich het silex-museum.
Deze beste stenen zien eruit of er " schelpen " steen vanaf zijn. Tegenwoordig vind u silex op veldwegen die zijn bijgevuld.
Bergkristal:
Dit is een kleurloze variant van het mineraal kwarts.
Tijdens de Romeinse tijd werk het op de markt gebracht als: versteend ijs.
De naam kwarts gebruikte men pas in 1529. Bergkristal is wijd verspreid.
Bekende vindplaatsen zijn: India, VS, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Belgie.
Dit is een kleurloze variant van het mineraal kwarts.
Tijdens de Romeinse tijd werk het op de markt gebracht als: versteend ijs.
De naam kwarts gebruikte men pas in 1529. Bergkristal is wijd verspreid.
Bekende vindplaatsen zijn: India, VS, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Belgie.
Kwarts :
Deze steen is een vorm van silicumdioxide en is 1 van de meestvoorkomende mineralen op de aarde.
Het vertegenwoordigt meer dan 12% van het volume van de aardkorst (onder andere in graniet en zand).
Als het een scherpe rand heeft kunt u het gebruiken om vonken te slaan van staal, pyriet en marcasiet.
Deze steen is een vorm van silicumdioxide en is 1 van de meestvoorkomende mineralen op de aarde.
Het vertegenwoordigt meer dan 12% van het volume van de aardkorst (onder andere in graniet en zand).
Als het een scherpe rand heeft kunt u het gebruiken om vonken te slaan van staal, pyriet en marcasiet.
Graniet:
Dit is een zuur stollingsgesteente dat bestaat uit 3 mineralen. De onderlinge verhouding van deze mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). Het kwarts is meestal grijs.
Graniet is een diepte gesteente en word gevormd door het ondergronds stollen van magma.
Doordat graniet op diepte gestold is, hebben de mineralen bij langzame afkoeling de tijd gehad om kristallen te vormen.
Graniet komt in de hele wereld voor in allerlei soorten en kleuren, bijvoorbeeld in sommige delen van Belgie.
Ook graniet kunt u gebruiken bij de vuurslag ( als hij een scherpe rand heeft ).
Dit is een zuur stollingsgesteente dat bestaat uit 3 mineralen. De onderlinge verhouding van deze mineralen verschilt, maar doorgaans is kwarts de dominante component (ongeveer 50%). Het kwarts is meestal grijs.
Graniet is een diepte gesteente en word gevormd door het ondergronds stollen van magma.
Doordat graniet op diepte gestold is, hebben de mineralen bij langzame afkoeling de tijd gehad om kristallen te vormen.
Graniet komt in de hele wereld voor in allerlei soorten en kleuren, bijvoorbeeld in sommige delen van Belgie.
Ook graniet kunt u gebruiken bij de vuurslag ( als hij een scherpe rand heeft ).
Slijpstenen:
Slijpstenen zijn harder dan uw carbon staal.
In een noodgeval zou u dus uw slijpsteen kunnen gebruiken op de achterkant van uw mes.
Ook een ceramisch mes kunt u gebruiken als flint in een noodgeval.
Slijpstenen zijn harder dan uw carbon staal.
In een noodgeval zou u dus uw slijpsteen kunnen gebruiken op de achterkant van uw mes.
Ook een ceramisch mes kunt u gebruiken als flint in een noodgeval.
Het klopt als u twee stukken silex tegen elkaar slaat dat er soms vonken van af komen.
Maar deze vonken zijn niet sterk genoeg om vuur mee te krijgen.
Onze voorouders gebruikte de silex ( bijnaam vuursteen ) samen met een steen waar ijzer in zat zoals marcasiet en pyriet.
Maar deze vonken zijn niet sterk genoeg om vuur mee te krijgen.
Onze voorouders gebruikte de silex ( bijnaam vuursteen ) samen met een steen waar ijzer in zat zoals marcasiet en pyriet.
Marcasiet:
Marcasiet bevat ijzer en zwavel en is daardoor geschikt voor het maken van vuur.
Op deze manier maakte men vroeger dus een vuur vooraleer men het slagstaal had.
Dit geeft een nieuwe uitdaging voor de vuurmakers onder ons. Markasiet gaat moeilijker dan het slagstaal.
U kunt ook ( zoals bij de pyriet hieronder ) de markasiet gebruiken in de plaats van silex bij de vuurslag!
Marcasiet bevat ijzer en zwavel en is daardoor geschikt voor het maken van vuur.
Op deze manier maakte men vroeger dus een vuur vooraleer men het slagstaal had.
Dit geeft een nieuwe uitdaging voor de vuurmakers onder ons. Markasiet gaat moeilijker dan het slagstaal.
U kunt ook ( zoals bij de pyriet hieronder ) de markasiet gebruiken in de plaats van silex bij de vuurslag!
U moet de de vonken af te schrapen met een steen zodat u dan meer controle hebt en de tondel niet wordt weggestoten.
- Een schrapende beweging gaat het beste ( dus niet slaan zoals bij je staal en flint )
- U moet ook zeker zijn dat het markasiet niet geoxideerd is. ( het zelfde bij een verroest stuk staal )
- Uw flint moet een scherpe hoek hebben.
- Wilt u zo lang mogelijk gebruik maken van de marcasietknol dan is het aan te raden deze geheel af te sluiten van zuurstof,
aangezien anders het zwavel langzaam verdwijnt en de knol kan dan gaan afbrokkelen.
Een goede manier is de knol in zijn geheel te lakken, b.v. met parketlak.
-Verkoold katoen werkt niet zo goed bij markasiet steen. Amadou werkt zeer goed maar ook de lisdodde.
Deze zeer donzige vezels pakken een vonk zeer goed, zeker als u ze zacht insmeert met zeer fijne houtskool.
Een andere optie ( om de techniek onder de knie te krijgen ) is staalwol.
Zeer fijn staalwol pakt de kleinste vonk.
- Een schrapende beweging gaat het beste ( dus niet slaan zoals bij je staal en flint )
- U moet ook zeker zijn dat het markasiet niet geoxideerd is. ( het zelfde bij een verroest stuk staal )
- Uw flint moet een scherpe hoek hebben.
- Wilt u zo lang mogelijk gebruik maken van de marcasietknol dan is het aan te raden deze geheel af te sluiten van zuurstof,
aangezien anders het zwavel langzaam verdwijnt en de knol kan dan gaan afbrokkelen.
Een goede manier is de knol in zijn geheel te lakken, b.v. met parketlak.
-Verkoold katoen werkt niet zo goed bij markasiet steen. Amadou werkt zeer goed maar ook de lisdodde.
Deze zeer donzige vezels pakken een vonk zeer goed, zeker als u ze zacht insmeert met zeer fijne houtskool.
Een andere optie ( om de techniek onder de knie te krijgen ) is staalwol.
Zeer fijn staalwol pakt de kleinste vonk.
Pyriet
Dit is een algemeen mineraal, Het bestaat uit ijzer en zwavel. Het ontstaat soms als een eindproduct van de rotting uit dierlijke en plantaardige stoffen. Het trek op goud ( fools gold was dan ook de bijnaam ) maar het is harder dan goud en lichter van kleur. Hiermee kan men vonken kon maken. Dit door de pyriet tegen vuursteen of ijzer te slaan.
Andere namen die u voor pyriet tegen kan komen zijn ferrosulfide,
zwavelijzer en de minder gebruikelijke woorden ijzerblende en ijzerkies.
Dit is niet de meest gemakkelijke manier omdat pyriet zeer snel kapot word geslagen en omdat er een zeer zwakke vonk vanaf komt.
De tondel moet super fijn, super droog en super vlambaar zijn!
Dit is een algemeen mineraal, Het bestaat uit ijzer en zwavel. Het ontstaat soms als een eindproduct van de rotting uit dierlijke en plantaardige stoffen. Het trek op goud ( fools gold was dan ook de bijnaam ) maar het is harder dan goud en lichter van kleur. Hiermee kan men vonken kon maken. Dit door de pyriet tegen vuursteen of ijzer te slaan.
Andere namen die u voor pyriet tegen kan komen zijn ferrosulfide,
zwavelijzer en de minder gebruikelijke woorden ijzerblende en ijzerkies.
Dit is niet de meest gemakkelijke manier omdat pyriet zeer snel kapot word geslagen en omdat er een zeer zwakke vonk vanaf komt.
De tondel moet super fijn, super droog en super vlambaar zijn!
Vuurpomp:
De vuurpiston komt van uit het Zuid Oost Azië en van uit de pacifische eilanden.
Men heeft pistons terug gevonden bestaande uit hout, geweiën, hoorns, bamboe, vlier en zelfs uit lood.
Er zijn geschriften gevonden waar in staat dat de piston uitgevonden zou zijn door een zekere Abbe Augustin Ruffo in 1745. Waarschijnlijk is het gebruik ervan een stuk ouder.
Deze techniek is vrij simpel als u het eenmaal door heeft.
Het gebruik is hetzelfde als de pistons van een diezel motor.
Door dat er een hevige compressie komt als u hem samen drukt gaan de gassen ( die ook in de lucht zitten ) hitte opwekken.
Maar het is niet mijn favoriete manier. Soms lukt het vlot, soms ook pas na een keer of tien.
De vuurpomp bestaat uit een zuiger en uit een cilinder (hout of metaal).
De cilinder is aan één uiteinde dicht gemaakt, de zuiger past zonder al te veel speling in de cilinder.
Aan 1 uiteinde van de zuiger zit een drukknop om de bediening te vereenvoudigen
en aan de andere uiteinde van de zuiger zit een kleine uitholling waar je tondel in kunt stoppen. Verder zitten er aan de zuiger nog twee O ringetjes om te voorkomen dat lucht langs de zuiger ontsnapt.
Door de zuiger met behulp van de drukknop snel heen en weer te bewegen bv door een krachtige slag,
wordt de lucht in de cilinder samengeperst.
Door het samenpersen van deze lucht ontstaat genoeg warmte om de tondel zoals verkoold katoen
of een stukje tondelzwam te doen opgloeien.
You love it or you hate it!
Het ene moment werkt het van de eerste slag, de andere momenten lukt het gewoon niet ( bij mij is het een liefde/haat verhouding ).
De vuurpiston komt van uit het Zuid Oost Azië en van uit de pacifische eilanden.
Men heeft pistons terug gevonden bestaande uit hout, geweiën, hoorns, bamboe, vlier en zelfs uit lood.
Er zijn geschriften gevonden waar in staat dat de piston uitgevonden zou zijn door een zekere Abbe Augustin Ruffo in 1745. Waarschijnlijk is het gebruik ervan een stuk ouder.
Deze techniek is vrij simpel als u het eenmaal door heeft.
Het gebruik is hetzelfde als de pistons van een diezel motor.
Door dat er een hevige compressie komt als u hem samen drukt gaan de gassen ( die ook in de lucht zitten ) hitte opwekken.
Maar het is niet mijn favoriete manier. Soms lukt het vlot, soms ook pas na een keer of tien.
De vuurpomp bestaat uit een zuiger en uit een cilinder (hout of metaal).
De cilinder is aan één uiteinde dicht gemaakt, de zuiger past zonder al te veel speling in de cilinder.
Aan 1 uiteinde van de zuiger zit een drukknop om de bediening te vereenvoudigen
en aan de andere uiteinde van de zuiger zit een kleine uitholling waar je tondel in kunt stoppen. Verder zitten er aan de zuiger nog twee O ringetjes om te voorkomen dat lucht langs de zuiger ontsnapt.
Door de zuiger met behulp van de drukknop snel heen en weer te bewegen bv door een krachtige slag,
wordt de lucht in de cilinder samengeperst.
Door het samenpersen van deze lucht ontstaat genoeg warmte om de tondel zoals verkoold katoen
of een stukje tondelzwam te doen opgloeien.
You love it or you hate it!
Het ene moment werkt het van de eerste slag, de andere momenten lukt het gewoon niet ( bij mij is het een liefde/haat verhouding ).
Zelf maken van een vuurpiston:
Een vuurpiston bestaat uit twee delen.
Het eerste deel is een holle ( aan 1 kant volledig afgesloten ) buis van 8 tot 15 cm lang en met een binnen doorsnede van 6 tot 7 mm.
Het tweede deel ( de piston ) is een staafje met enkele groeven erin dat perfect in de binnendiameter van de buis past.
De eerste groef zit rond de piston, hier komt later draad, leder, plantaardige vezels of een rubberen ring rond zodat u een goede afdichting krijgt. De tweede groef zit aan de ene kant van de piston, hier komt later de tondel in.
De tondels die men kan gebruiken zijn kogelhoutskoolzwam, amadou, verkoold katoen
( katoen schiet in brand bij een temperatuur van 235° C ) of dood rot hout.
Van in de oudheid werden deze fire pistons gemaakt uit hout en plantaardige wezels.
Dit is niet gemakkelijk... Het moet perfect passen!
Een vuurpiston bestaat uit twee delen.
Het eerste deel is een holle ( aan 1 kant volledig afgesloten ) buis van 8 tot 15 cm lang en met een binnen doorsnede van 6 tot 7 mm.
Het tweede deel ( de piston ) is een staafje met enkele groeven erin dat perfect in de binnendiameter van de buis past.
De eerste groef zit rond de piston, hier komt later draad, leder, plantaardige vezels of een rubberen ring rond zodat u een goede afdichting krijgt. De tweede groef zit aan de ene kant van de piston, hier komt later de tondel in.
De tondels die men kan gebruiken zijn kogelhoutskoolzwam, amadou, verkoold katoen
( katoen schiet in brand bij een temperatuur van 235° C ) of dood rot hout.
Van in de oudheid werden deze fire pistons gemaakt uit hout en plantaardige wezels.
Dit is niet gemakkelijk... Het moet perfect passen!
in de huidige tijden is het iets gemakkelijker, u kunt het maken met materiaal uit de bouwmarkt.
Een koperen buis,
Eind afsluiting,
Houten staaf ( beter iets dikker dan de binnenkant van de buis, deze kunt u nog passend maken) !
Houten deur knopje,
Soldeer tin en soldeerbout,
Robberen O ring ( die strak over het hout moet gaan )
vaseline,
tondel,
Ijzerzaagje,
Vijl/schuurpapier.
Gebruik de zaag om de buis op maat te zagen. 9 tot 15 cm.
Met het schuurpapier verwijderd u de bramen aan beide kanten.
De kant waar de piston ingaat moet u wat conisch laten lopen. Dit doet u met de vijl of met wat schuurpapier.
U moet wel opletten dat de buis nadien volledig zuiver en glad is ( geen bramen of slijpsel ).
Een koperen buis,
Eind afsluiting,
Houten staaf ( beter iets dikker dan de binnenkant van de buis, deze kunt u nog passend maken) !
Houten deur knopje,
Soldeer tin en soldeerbout,
Robberen O ring ( die strak over het hout moet gaan )
vaseline,
tondel,
Ijzerzaagje,
Vijl/schuurpapier.
Gebruik de zaag om de buis op maat te zagen. 9 tot 15 cm.
Met het schuurpapier verwijderd u de bramen aan beide kanten.
De kant waar de piston ingaat moet u wat conisch laten lopen. Dit doet u met de vijl of met wat schuurpapier.
U moet wel opletten dat de buis nadien volledig zuiver en glad is ( geen bramen of slijpsel ).
Soldeer nu de eindafsluiting vast op de buis. Dit moet goed gesoldeerd zijn want het moet lucht dicht zijn!
( maakt u de piston uit hout, moet u het dicht lijmen ).
Zaag nu de houten staaf op lengte, deze moet een 2 cm langer zijn dan de buis.
Schuur hem op maat zodat hij perfect in de buis past.
( de gemakkelijkeste manier is om de staaf te klemmen in een boormachientje en met schuurpapier hem mooi egaal af te ronden) . De uiteinde wat is de buis gaat kunt u ook wat afronden zodat er geen bramen aan meer zitten.
De inkepingen voor de O-ring en voor de tondel moet u nu maken. Dit kunt u doen met de zaag.
Let wel op dat de O-ring bijna volledig in de inkeping moet komen.
Ook moet deze inkeping perfect recht zijn anders gaat de O-ring eruit slippen als u de piston gebruikt.
( maakt u de piston uit hout, moet u het dicht lijmen ).
Zaag nu de houten staaf op lengte, deze moet een 2 cm langer zijn dan de buis.
Schuur hem op maat zodat hij perfect in de buis past.
( de gemakkelijkeste manier is om de staaf te klemmen in een boormachientje en met schuurpapier hem mooi egaal af te ronden) . De uiteinde wat is de buis gaat kunt u ook wat afronden zodat er geen bramen aan meer zitten.
De inkepingen voor de O-ring en voor de tondel moet u nu maken. Dit kunt u doen met de zaag.
Let wel op dat de O-ring bijna volledig in de inkeping moet komen.
Ook moet deze inkeping perfect recht zijn anders gaat de O-ring eruit slippen als u de piston gebruikt.
Dan de inkeping in het uiteinde wat in de buis gaat. Deze kunt u insnijden/zagen of u kunt voorzichtig met het boor
het oppervlakking uitboren en bij schuren zodat u een licht conisch gat krijgt waar de tondel in past.
Het beste is dat u nu zachtjes enkele dunne lagen lijm over deze tondel inkeping doet. Hout is poreus en
zo maakt u het perfect lucht dicht. Let op dat deze lijmlagen zeer dun zijn. Anders moet u weer bijschuuren.
Op het uiteinde van de houten staaf kunt u nu de deurknop bevestigen.
Dit is iets gemakkelijker om op te slaan inplaats van een staafje.
Als laatste plaats u de O-ring rond de eerder gemaakte inkeping en smeert u hem in met wat vaseline.
( de vaseline smeert de piston en zorgt voor een goede afsluiting van de later gecompreseerde lucht.
Als u de piston nu in elkaar zet en even uitprobeert zult u een tegenstand moeten voelen als u hem samen drukt.
Zoniet, verliest u ergens druk. Kijk de soldering na, of doe wat meer laagjes lijm aan de kop van de houten staaf.
Heeft u tegendruk. Vul hem met tondel, en go for it!
het oppervlakking uitboren en bij schuren zodat u een licht conisch gat krijgt waar de tondel in past.
Het beste is dat u nu zachtjes enkele dunne lagen lijm over deze tondel inkeping doet. Hout is poreus en
zo maakt u het perfect lucht dicht. Let op dat deze lijmlagen zeer dun zijn. Anders moet u weer bijschuuren.
Op het uiteinde van de houten staaf kunt u nu de deurknop bevestigen.
Dit is iets gemakkelijker om op te slaan inplaats van een staafje.
Als laatste plaats u de O-ring rond de eerder gemaakte inkeping en smeert u hem in met wat vaseline.
( de vaseline smeert de piston en zorgt voor een goede afsluiting van de later gecompreseerde lucht.
Als u de piston nu in elkaar zet en even uitprobeert zult u een tegenstand moeten voelen als u hem samen drukt.
Zoniet, verliest u ergens druk. Kijk de soldering na, of doe wat meer laagjes lijm aan de kop van de houten staaf.
Heeft u tegendruk. Vul hem met tondel, en go for it!
Sommige hebben een dunne ijzerdraad bij zich met op het uiteinde een haak.
Dit is voor als het kooltje in de buis blijft zitten.
Vroeger weekte men katoen in sulfer als tondel voor de vuurpiston.
Als dit eenmaal branden stak men hiermee de zwavelstokjes aan.
Dit is voor als het kooltje in de buis blijft zitten.
Vroeger weekte men katoen in sulfer als tondel voor de vuurpiston.
Als dit eenmaal branden stak men hiermee de zwavelstokjes aan.
Magnesium stick:
De magnesium afschrapen en met het vuurstaal aandoen.
In het begint zult u merken dat de magnesium poeder niet echt blijft op een hoopje liggen.
Het is gevoelig voor wind en waait weg.
U kunt een stuk tape rond de stick wikkelen. Wilt u vuur maken?
Dan doet u de tape los en gebruikt deze om de magnesiumpoeder op de doen ( hij blijft hier mooi op plakken en waait niet weg).
Als u hem afgeschraapt hebt en aansteek moet u steeds zorgen voor een droog tondelnest want magnesium brand snel en hevig.
De magnesium afschrapen en met het vuurstaal aandoen.
In het begint zult u merken dat de magnesium poeder niet echt blijft op een hoopje liggen.
Het is gevoelig voor wind en waait weg.
U kunt een stuk tape rond de stick wikkelen. Wilt u vuur maken?
Dan doet u de tape los en gebruikt deze om de magnesiumpoeder op de doen ( hij blijft hier mooi op plakken en waait niet weg).
Als u hem afgeschraapt hebt en aansteek moet u steeds zorgen voor een droog tondelnest want magnesium brand snel en hevig.
Ferrorod ( ijzeren lucifer ):
Nog steeds is er een discussie over het gebruik van de scherpe kant van je mes op de ferrorod.
In een absolute nood situaltie heeft u geen andere keuze! Anders, doe het niet.
U schraap hard en zacht metaal over elkaar, Het klopt dat de ferrorod zachter materiaal is, maar het blijft ook een ijzer soort!
Als u een carbon mes heeft zult u binnen de kortste keren een braam krijgen.
Ook heeft u de kans dat er schilfer van de ferro rod ontbranden en zo ook in branden in de snede van uw mes.
Denk er even aan: de deel van u mes waar mee u de ferrorod zou aandoen is juist het deel dat scherp moet blijven
want dit gebruikt u voor fijne houtsnij technieken.
Ferrorods zijn van een geperste metalen samenstelling en verkrijgbaar is alle maten en merken.
De beste vind ik persoonlijk die van Light My Fire ( LMF ), duur maar ze geven mooie en goede hete vonken.
U kunt ook voor de goedkope gaan ( deze slijten wel sneller doordat ze niet zo hard zijn als de duurdere versie ).
Het voordeel is wel dat u een ware vonken regen krijgt
Het oxideert wel snel bij vocht en hierdoor ontstaan er deukjes of gaatjes.
Dus verlies van materiaal maar dit doet niets aan de werking ervan.
Met de schraper gaat u over het staal, hierdoor komen schilfer af die ontbranden met een temperatuur van 1650 °C.
Uw schraper ( of de achterkant van uw mes ) moet wel een rechte hoek van 90° hebben, anders werkt het niet.
U plaatst de schraper op de ferro rod. in een hoek van 90°.
Nog steeds is er een discussie over het gebruik van de scherpe kant van je mes op de ferrorod.
In een absolute nood situaltie heeft u geen andere keuze! Anders, doe het niet.
U schraap hard en zacht metaal over elkaar, Het klopt dat de ferrorod zachter materiaal is, maar het blijft ook een ijzer soort!
Als u een carbon mes heeft zult u binnen de kortste keren een braam krijgen.
Ook heeft u de kans dat er schilfer van de ferro rod ontbranden en zo ook in branden in de snede van uw mes.
Denk er even aan: de deel van u mes waar mee u de ferrorod zou aandoen is juist het deel dat scherp moet blijven
want dit gebruikt u voor fijne houtsnij technieken.
Ferrorods zijn van een geperste metalen samenstelling en verkrijgbaar is alle maten en merken.
De beste vind ik persoonlijk die van Light My Fire ( LMF ), duur maar ze geven mooie en goede hete vonken.
U kunt ook voor de goedkope gaan ( deze slijten wel sneller doordat ze niet zo hard zijn als de duurdere versie ).
Het voordeel is wel dat u een ware vonken regen krijgt
Het oxideert wel snel bij vocht en hierdoor ontstaan er deukjes of gaatjes.
Dus verlies van materiaal maar dit doet niets aan de werking ervan.
Met de schraper gaat u over het staal, hierdoor komen schilfer af die ontbranden met een temperatuur van 1650 °C.
Uw schraper ( of de achterkant van uw mes ) moet wel een rechte hoek van 90° hebben, anders werkt het niet.
U plaatst de schraper op de ferro rod. in een hoek van 90°.
Dan kantelt u de schraper naar een 45° en druk hard van u af. Dan krijgt u een regen van vonken.
Dit is zeer belangrijk dat u een goede schraper hebt met een scherpe hoek.
Oude stukjes van een ijzerzaagblad werken hier zeer goed voor.
Dit is zeer belangrijk dat u een goede schraper hebt met een scherpe hoek.
Oude stukjes van een ijzerzaagblad werken hier zeer goed voor.
Samenstelling:
Ferro (ijzer) 18 - 20%
Magnesium 3 - 4%
Dan hebben we nog een bestandsdeel van 75% van ongeveer zeldzame metalen wat ze Mischmetal noemen.
Mischmetal mengsel bestaat uit:
Cerium 49 tot 51%,
Lanthanum 26 - 34%,
Neodymium 0 - 10%,
Praseodymium 4 - 7%
Om te gewennen eraan steekt u het beste eerst proppen watjes aan en zo gaat u over na andere soorten tondel.
De meeste bushcrafters hebben wel een ferro rod ( of twee ) bij zich.
Het beste is al u de schraper ( of je mes ) dicht bij de tondel houdt en je hand stil houdt.
En dat u met de ferrorod een omhoog schrapende beweging maakt. Dan blijft uw tondel mooi liggen. ( zie foto hieronder )
Ferro (ijzer) 18 - 20%
Magnesium 3 - 4%
Dan hebben we nog een bestandsdeel van 75% van ongeveer zeldzame metalen wat ze Mischmetal noemen.
Mischmetal mengsel bestaat uit:
Cerium 49 tot 51%,
Lanthanum 26 - 34%,
Neodymium 0 - 10%,
Praseodymium 4 - 7%
Om te gewennen eraan steekt u het beste eerst proppen watjes aan en zo gaat u over na andere soorten tondel.
De meeste bushcrafters hebben wel een ferro rod ( of twee ) bij zich.
Het beste is al u de schraper ( of je mes ) dicht bij de tondel houdt en je hand stil houdt.
En dat u met de ferrorod een omhoog schrapende beweging maakt. Dan blijft uw tondel mooi liggen. ( zie foto hieronder )
Firesteel probleem:
Een voorkomend probleem met firesteels is dat u rimpels( golven ) erin krijgt.
Dit komt door 2 dingen:
1. Een te felle hoek die u houdt op de firesteel met de striker.
2. Te veel druk uitoefenen op de striker.
Als u eenmaal de rimpels hebt kunt u 2 dingen doen.
U gebruikt hem zoals hij is of u gaat met een zachte vijl de rimpels weg vijlen.
Een voorkomend probleem met firesteels is dat u rimpels( golven ) erin krijgt.
Dit komt door 2 dingen:
1. Een te felle hoek die u houdt op de firesteel met de striker.
2. Te veel druk uitoefenen op de striker.
Als u eenmaal de rimpels hebt kunt u 2 dingen doen.
U gebruikt hem zoals hij is of u gaat met een zachte vijl de rimpels weg vijlen.
Lucifers:
Lucifers zijn er is diverse soorten en maten.
Sommige zijn gemaakt als een fakkel om een korte hevige vlam te geven,
andere zijn dan weer waterdicht ( hier moet u eerst voorzichtig de was laag afkrabben alvorens u ze gebruikt )
Nu hoe doe je een lucifer aan?
Gewoon door hem aan te slaan. Deze manier werkt ook goed bij een hoge luchtvochtigheid.
Lucifers zijn er is diverse soorten en maten.
Sommige zijn gemaakt als een fakkel om een korte hevige vlam te geven,
andere zijn dan weer waterdicht ( hier moet u eerst voorzichtig de was laag afkrabben alvorens u ze gebruikt )
Nu hoe doe je een lucifer aan?
Gewoon door hem aan te slaan. Deze manier werkt ook goed bij een hoge luchtvochtigheid.
Vochtige lucifers kunt u drogen. U kunt ze door uw haar halen en zo drogen.
Uw haar moet dan wel droog zijn en niet vettig zijn.
Uw haar moet dan wel droog zijn en niet vettig zijn.
Vuur met een batterij:
Vuur maken met een batterij en staalwol.
Door een kortsluiting te maken op het staalwol, word dit gloeiend heet. Hoe fijner het staalwol, hoe beter het zal branden
U kunt het staalwol ook aanmaken met een gewone ferro rod of met staal en flint ( foto 2 ).
Het gaat ook met de batterij van uw GSM ( als u hem niet meer kunt gebruiken ).
Vuur maken met een batterij en staalwol.
Door een kortsluiting te maken op het staalwol, word dit gloeiend heet. Hoe fijner het staalwol, hoe beter het zal branden
U kunt het staalwol ook aanmaken met een gewone ferro rod of met staal en flint ( foto 2 ).
Het gaat ook met de batterij van uw GSM ( als u hem niet meer kunt gebruiken ).
kauwgom:
Kauwgom heeft papier er rond, de binnenkant hier van is bedekt met een dun laagje zilverpapier.
Als u een v-vorm erin maakt en de polen van de batterij aanraakt zal het dunste stuk doorbranden door de kortsluiting.
Kauwgom heeft papier er rond, de binnenkant hier van is bedekt met een dun laagje zilverpapier.
Als u een v-vorm erin maakt en de polen van de batterij aanraakt zal het dunste stuk doorbranden door de kortsluiting.
Zelfs met een auto batterij kunt u vuur maken.
Maar let wel op dat u zelf geen shock krijgt!
Maar let wel op dat u zelf geen shock krijgt!
De zon en vuur maken:
Ook vroeger had men snel door dat er vuur kon gemaakt worden met de zon en een lens.
Aristophanes een Grieks dichter en schrijver beschrijft het gebruik van lenzen in een tekst in 424 voor christus.
Zelfs de Noormannen gebruikte lenzen om vuur te maken.
Archeologische lenzen uit de Viking haven stad Fröjel, Gotland in Zweden.
Aristophanes een Grieks dichter en schrijver beschrijft het gebruik van lenzen in een tekst in 424 voor christus.
Zelfs de Noormannen gebruikte lenzen om vuur te maken.
Archeologische lenzen uit de Viking haven stad Fröjel, Gotland in Zweden.
Vuur met een vergrootglas:
Vuur maken met een vergrootglas ( of spiegel ) en de zon.
Kantel het vergrootglas zodat u een geconcentreerde straal krijgt. De tondel zal beginnen te gloeien.
Dan is het een kwestie van aanblazen tot een vlam. Hiervoor moet u een een sterke en constante zon hebben.
Gemakkelijker gaat het als u een stukje verkoold katoen of verkoold hout bij de tondel legt.
Zwart neemt beter de hitte op.
Het voordeel hiervan is dat u een eindeloze bron hebt zolang de zon schijnt.
Vuur maken met een vergrootglas ( of spiegel ) en de zon.
Kantel het vergrootglas zodat u een geconcentreerde straal krijgt. De tondel zal beginnen te gloeien.
Dan is het een kwestie van aanblazen tot een vlam. Hiervoor moet u een een sterke en constante zon hebben.
Gemakkelijker gaat het als u een stukje verkoold katoen of verkoold hout bij de tondel legt.
Zwart neemt beter de hitte op.
Het voordeel hiervan is dat u een eindeloze bron hebt zolang de zon schijnt.
U kunt dit ook doen met een plastieken doorzichtige zak ( zoals een condoom ) gevuld met een heldere vloeistof.
Zowel het ijs als de zak met vloeistof kunt u gebruiken bij een sterke zon als een lens.
Maar dit is niet zo gemakkelijk als u denkt. U moet de zak zien stil te houden...
Met een PET fles ( of zelfs een glazen fles ) werkt het ook.
Zowel het ijs als de zak met vloeistof kunt u gebruiken bij een sterke zon als een lens.
Maar dit is niet zo gemakkelijk als u denkt. U moet de zak zien stil te houden...
Met een PET fles ( of zelfs een glazen fles ) werkt het ook.
Vuur maken met ijs.
Gewoon een stuk ijs vormen ( met de warmte van je handen ) tot een lens.
Deze lens kunt u dan gebruiken juist zoals het vergrootglas ( foto 1 hieronder).
Wat water in een pet fles laten bevriezen, fles opensnijden en het ijs vormen met je handen is de gemakkelijkste manier.
Gewoon een stuk ijs vormen ( met de warmte van je handen ) tot een lens.
Deze lens kunt u dan gebruiken juist zoals het vergrootglas ( foto 1 hieronder).
Wat water in een pet fles laten bevriezen, fles opensnijden en het ijs vormen met je handen is de gemakkelijkste manier.
Vuur met chocolade.
Eigenlijk is het simpel, U poetst de onderkant van het blik op met de chocolade.
De chocolade werkt als een zacht polijst middel en laat de onderkant mooi blinken.
Door dat de onderkant ook conisch is, kunt u de zon focussen en bundelen op een tondel nestje
Eigenlijk is het simpel, U poetst de onderkant van het blik op met de chocolade.
De chocolade werkt als een zacht polijst middel en laat de onderkant mooi blinken.
Door dat de onderkant ook conisch is, kunt u de zon focussen en bundelen op een tondel nestje
U kunt ook de conische binnenkant van een oude zaklamp gebruiken ( die zilvere kokerachtige binnenkant van de zaklamp ).
De zon word geconcentreerd in het midden waar uw tondel zit.
Of u kunt tegenwoordig ze ook kopen via internet ( foto hieronder ).
Plaats nooit uw vinger in het midden. u zult zich verbranden.
De zon word geconcentreerd in het midden waar uw tondel zit.
Of u kunt tegenwoordig ze ook kopen via internet ( foto hieronder ).
Plaats nooit uw vinger in het midden. u zult zich verbranden.
Een chemische vlam maken:
Let er op want dit is gevaarlijk!!!
Kaliumpermanganaat:
Let er op want dit is gevaarlijk!!!
Kaliumpermanganaat:
Dit word gebruikt als ontsmettingsmiddel voor water.en tegen schimmels.
Ik heb het standaard in de EHBO kit zitten. U kunt het ook gebruiken om vuur te maken.
Kaliumpermanganaat met suiker mixen en vervolgens met je mes er over schrapen om hevige vonken te krijgen.
Deze manier werkt ook bij het boogvuur of vuurploeg. Door de wrijving mengt de suiker en de kalium zich en geven ze vonken af.
Op een bepaald moment zal door de wrijving de kaliumpermangaat ook ontbranden.
Het vergt enige oefening maar het werkt.
Ik heb het standaard in de EHBO kit zitten. U kunt het ook gebruiken om vuur te maken.
Kaliumpermanganaat met suiker mixen en vervolgens met je mes er over schrapen om hevige vonken te krijgen.
Deze manier werkt ook bij het boogvuur of vuurploeg. Door de wrijving mengt de suiker en de kalium zich en geven ze vonken af.
Op een bepaald moment zal door de wrijving de kaliumpermangaat ook ontbranden.
Het vergt enige oefening maar het werkt.
Kaliumpermanganaat (het zijn zwarte of paarse kristallen) en met Antivries of glycerin ( zie hieronder ).
Leg je tondel op de grond.
Strooi het kaliumpermanganaat op de stof en giet er wat antivries of glycerin over.
( dit duurt even, laat dus nooit het vuur alleen!!! )
Let wel op want hoe meer je gebruikt hoe feller en heviger de vlam.
Hoe kleiner de kalium korrels, hoe sneller de ontbranding.
Kaliumpernamgaat word nog steeds gebruikt om Koi vijvers zuiver en bacterie vrij te krijgen bij ziektes.
Dus bij een dieren speciaalzaak kunt u dit kopen.
Apothekers verkopen het ook maar 1 het is duurder en 2 ze vragen altijd waarvoor het dient :)
Let op! De rook is giftig!
Leg je tondel op de grond.
Strooi het kaliumpermanganaat op de stof en giet er wat antivries of glycerin over.
( dit duurt even, laat dus nooit het vuur alleen!!! )
Let wel op want hoe meer je gebruikt hoe feller en heviger de vlam.
Hoe kleiner de kalium korrels, hoe sneller de ontbranding.
Kaliumpernamgaat word nog steeds gebruikt om Koi vijvers zuiver en bacterie vrij te krijgen bij ziektes.
Dus bij een dieren speciaalzaak kunt u dit kopen.
Apothekers verkopen het ook maar 1 het is duurder en 2 ze vragen altijd waarvoor het dient :)
Let op! De rook is giftig!
Glycerol of glycerine
Glycerol wordt doorgaans bereid van plantaardig of dierlijk vet of olie.
De stof smaakt zoet en is niet giftig en komt van nature in het menselijk lichaam voor.
Glycerol wordt gebruikt, om een vergladdend of verzachtend effect te bereiken in de cosmetica.
Zo wordt het toegepast in hoestdranken en zetpillen.
Glycerol wordt in de voeding gebruikt als oplosmiddel of zoetmaker, bijvoorbeeld in snoep gebak en magarine.
Maar ook in de industrie wordt het gebruikt zoals in : antivries.
Door een chemische reactie met een mengsel van geconcentreerd salpeterzuur en zwavelzuur ontstaat nitroglycerine,
de basis van dynamiet.
Foto hieronder: eerst Kaliumpermangaat ernaast een flesje Glycerol
Glycerol wordt doorgaans bereid van plantaardig of dierlijk vet of olie.
De stof smaakt zoet en is niet giftig en komt van nature in het menselijk lichaam voor.
Glycerol wordt gebruikt, om een vergladdend of verzachtend effect te bereiken in de cosmetica.
Zo wordt het toegepast in hoestdranken en zetpillen.
Glycerol wordt in de voeding gebruikt als oplosmiddel of zoetmaker, bijvoorbeeld in snoep gebak en magarine.
Maar ook in de industrie wordt het gebruikt zoals in : antivries.
Door een chemische reactie met een mengsel van geconcentreerd salpeterzuur en zwavelzuur ontstaat nitroglycerine,
de basis van dynamiet.
Foto hieronder: eerst Kaliumpermangaat ernaast een flesje Glycerol
Opgelet!
In 1996 overleden 60 kinderen door met antivries ( etheenglycol) vervuilde glycerol.
De glycerol was afkomstig uit China en werd verwerkt in hoestdrank.
De glycerol was niet geschikt voor menselijke consumptie.
In 1996 overleden 60 kinderen door met antivries ( etheenglycol) vervuilde glycerol.
De glycerol was afkomstig uit China en werd verwerkt in hoestdrank.
De glycerol was niet geschikt voor menselijke consumptie.
Chloor tabletten:
In chloor zit natriumchloraat. De chloortabletten kunt u afschrapen tot poeder.
Naast het gebruik van waterfiltering, kunt u ze ook gebruik voor vuur te maken.
Chloor Poeder vermengt met elk type zuur, remvloeistof, benzine, kerosine geeft een chemische reactie.
Als u natriumchoraat mengt met gewone suiker ( geen probleem tot nu toe )...
En u voegt hierbij zwavelzuur ( van een auto batterij bijvoorbeeld ) krijgt u vuurwerk!
Dit is leuk om te weten maar ook levensgevaarlijk als u niet weet wat u doet!
LET OP HIERMEE!
Naast het gebruik van waterfiltering, kunt u ze ook gebruik voor vuur te maken.
Chloor Poeder vermengt met elk type zuur, remvloeistof, benzine, kerosine geeft een chemische reactie.
Als u natriumchoraat mengt met gewone suiker ( geen probleem tot nu toe )...
En u voegt hierbij zwavelzuur ( van een auto batterij bijvoorbeeld ) krijgt u vuurwerk!
Dit is leuk om te weten maar ook levensgevaarlijk als u niet weet wat u doet!
LET OP HIERMEE!
Calium carbide:
Wat is het?
Twee materialen cokes en kalk versmolten tot een steenachtig materiaal genaamd Calcium-carbide.
Het produceren van carbid is in feite een noodzakelijke tussenstap om het gas acetyleen te verkrijgen.
Het carbid vond vroeger zijn toepassing in oude carbidlampen van de mijnwerkers.
Carbid produceerde in deze lampen een helwitte vlam met een uitstekende verlichting.
Wanneer men namelijk carbid oplost in water reageert het daarmee heftig onder uitstoot van het zeer explosieve acetyleengas
en komt er een fel licht vanaf. Dis gas steekt u aan met bv: een fire steel.
Dit brandt zeer heet want het word nu nog gebuikt voor te lassen op een speciale manier.
Vooral in de speleologie word het soms nog steeds gebruikt.
Let op hier mee, het is zeer explosief en gevaarlijk.
Als u carbide op uw handen heeft en u spoelt het af met water zal de carbide inbranden in uw huid!
Twee materialen cokes en kalk versmolten tot een steenachtig materiaal genaamd Calcium-carbide.
Het produceren van carbid is in feite een noodzakelijke tussenstap om het gas acetyleen te verkrijgen.
Het carbid vond vroeger zijn toepassing in oude carbidlampen van de mijnwerkers.
Carbid produceerde in deze lampen een helwitte vlam met een uitstekende verlichting.
Wanneer men namelijk carbid oplost in water reageert het daarmee heftig onder uitstoot van het zeer explosieve acetyleengas
en komt er een fel licht vanaf. Dis gas steekt u aan met bv: een fire steel.
Dit brandt zeer heet want het word nu nog gebuikt voor te lassen op een speciale manier.
Vooral in de speleologie word het soms nog steeds gebruikt.
Let op hier mee, het is zeer explosief en gevaarlijk.
Als u carbide op uw handen heeft en u spoelt het af met water zal de carbide inbranden in uw huid!
Lithium batterij:
Lithium behoord tot de alkali metaal groep,
Hierin zit sodium en potassium ( beide zijn gekend in chemie wereld voor hun sterke warmte ontwikkeling ).
Dus als u met een mes de batterij gaat door prikken krijgt u een chemische “ kortsluiting “ met vuur tot gevolg.
Let hier wel mee op. De vonken en vlammen kunnen in uw gezicht vliegen. De rook die er van afkomt is giftig!
Het is werkelijk een noodsituatie waarin u dit kunt doen.
Anders is het levensgevaarlijk en ook gewoon DOM op te doen.
Hierin zit sodium en potassium ( beide zijn gekend in chemie wereld voor hun sterke warmte ontwikkeling ).
Dus als u met een mes de batterij gaat door prikken krijgt u een chemische “ kortsluiting “ met vuur tot gevolg.
Let hier wel mee op. De vonken en vlammen kunnen in uw gezicht vliegen. De rook die er van afkomt is giftig!
Het is werkelijk een noodsituatie waarin u dit kunt doen.
Anders is het levensgevaarlijk en ook gewoon DOM op te doen.
Resultaat:
Buskruit:
Buskruit is het oudst bekende explosieve mengsel. Explosieve mengsels werden al in de 9e eeuw in China gemaakt.
De eerste beschrijving van echt buskruit komt voor in de militaire encyclopedie Wu Ching tsung Yao uit ongeveer het midden van de elfde eeuw. De oudste vorm is zwart buskruit, dat bestond uit een poeder (sas) van salpeter (gewoonlijk kaliumnitraat), houtskool en zwavel, respectievelijk gemengd in de massaverhouding 75/15/10.
Alle ingrediënten fijn gepoederd en vermengd heet green powder of slangenpoeder; het mengsel verbrandt traag en laat heel veel residu achter. Als het mengsel nog een paar uur met een kogelmolen wordt gemalen heet het resulterende mengsel meal powder (betekent letterlijk 'meelkruit'). Dit is zeer brandbaar en prima bruikbaar voor uitstootladingen in raketten en vuurpijlen, en het laat vrij weinig tot geen residu achter. De grondstoffen moesten zeer zuiver zijn.
Vooral het salpeter, oorspronkelijk uit mestkelders en dergelijke gewonnen, was schaars.
Hert is leuk om even te vermelden maar denk goed na! het is tegenwoordig niet gemakkelijk om hieraan te geraken en het zelf maken kan levensgevaarlijk zijn. Het zelfde is mensen die kogels willen opensnijden voor kruid....
Doe dit nooit!!!
Het kruid kan namelijk door de wrijving afgaan!
Buskruit is het oudst bekende explosieve mengsel. Explosieve mengsels werden al in de 9e eeuw in China gemaakt.
De eerste beschrijving van echt buskruit komt voor in de militaire encyclopedie Wu Ching tsung Yao uit ongeveer het midden van de elfde eeuw. De oudste vorm is zwart buskruit, dat bestond uit een poeder (sas) van salpeter (gewoonlijk kaliumnitraat), houtskool en zwavel, respectievelijk gemengd in de massaverhouding 75/15/10.
Alle ingrediënten fijn gepoederd en vermengd heet green powder of slangenpoeder; het mengsel verbrandt traag en laat heel veel residu achter. Als het mengsel nog een paar uur met een kogelmolen wordt gemalen heet het resulterende mengsel meal powder (betekent letterlijk 'meelkruit'). Dit is zeer brandbaar en prima bruikbaar voor uitstootladingen in raketten en vuurpijlen, en het laat vrij weinig tot geen residu achter. De grondstoffen moesten zeer zuiver zijn.
Vooral het salpeter, oorspronkelijk uit mestkelders en dergelijke gewonnen, was schaars.
Hert is leuk om even te vermelden maar denk goed na! het is tegenwoordig niet gemakkelijk om hieraan te geraken en het zelf maken kan levensgevaarlijk zijn. Het zelfde is mensen die kogels willen opensnijden voor kruid....
Doe dit nooit!!!
Het kruid kan namelijk door de wrijving afgaan!
Nog enkele vuur tips:
In een bos kan u dennenbomen ideaal gebruiken voor aanmaakbrandstof voor het kampvuur. Een den bevat veel hars en brand goed.
Met een scherp mes maakt u een snee in de stam van de boom en wacht tot het sap eruit komt.
Wat watten vochtig maken met hars en u heeft uw brandstof.
Foto hieronder: hier ziet u de open gedrukte blaas van een Douglas spar ( de sappen zijn ook brandbaar ).
In een bos kan u dennenbomen ideaal gebruiken voor aanmaakbrandstof voor het kampvuur. Een den bevat veel hars en brand goed.
Met een scherp mes maakt u een snee in de stam van de boom en wacht tot het sap eruit komt.
Wat watten vochtig maken met hars en u heeft uw brandstof.
Foto hieronder: hier ziet u de open gedrukte blaas van een Douglas spar ( de sappen zijn ook brandbaar ).
Ook bij de gewone dennen bomen kunt u hars vinden. dit hars is ideaal om uw vuur aan te krijgen.
Als je 's nachts een hevig vuur gehad hebt kan het zijn dat er s morgens Nog gloeiende kooltjes zijn.
Neem dan twee verkoolde houtjes ( hout wat niet helemaal op gebrand is ).
Daar plaatst u het gloeiende kooltje tussen, even blazen en u heeft weer een brandend vuur.
Neem dan twee verkoolde houtjes ( hout wat niet helemaal op gebrand is ).
Daar plaatst u het gloeiende kooltje tussen, even blazen en u heeft weer een brandend vuur.
Ook de verkoolde stukken uit een oud kampvuur pakken zeer goed de vonken van de ferrorod.
Gooi appelsienschillen niet meer weg, maar laat ze drogen.
Gedroogd zijn ze namelijk ideaal om een kampvuur mee aan te steken.
Evenals chips, door de olie in beide branden ze ook fel!
Het voordeel is dat u nu niet meer op zoek moet naar klein hout of aanmaakblokjes.
Gedroogd zijn ze namelijk ideaal om een kampvuur mee aan te steken.
Evenals chips, door de olie in beide branden ze ook fel!
Het voordeel is dat u nu niet meer op zoek moet naar klein hout of aanmaakblokjes.
Om je dikke vochtige takken sneller te laten drogen maak je diepe snedes in de bast dwars op het verloop van de tak.
Doe dit op enkele plaatsen en leg ze naast je vuur.
Het vocht verlaat de tak sneller, omdat het zich niet door de bast hoeft te werken.
Doe dit op enkele plaatsen en leg ze naast je vuur.
Het vocht verlaat de tak sneller, omdat het zich niet door de bast hoeft te werken.
Iedere hiker of avonturier heeft schoensmeer bij zich om zijn/haar schoenen te verzorgen.
Smeer een kleine hoeveelheid schoensmeer op een (nat) takje en steek dit aan.
Je kunt dit ook gebruiken om vochtig hout aan te krijgen zodat het meteen droogt en je een mooie vuurbasis kunt maken.
Bij erge nood kun je de schoensmeer (in een blik, niet in tube) aansteken als het nog in het blik zit.
Je krijgt dan een soort van groot waxinelicht zonder lont. Je kunt eventueel met een stukje schoenveter een lont maken.
Smeer een kleine hoeveelheid schoensmeer op een (nat) takje en steek dit aan.
Je kunt dit ook gebruiken om vochtig hout aan te krijgen zodat het meteen droogt en je een mooie vuurbasis kunt maken.
Bij erge nood kun je de schoensmeer (in een blik, niet in tube) aansteken als het nog in het blik zit.
Je krijgt dan een soort van groot waxinelicht zonder lont. Je kunt eventueel met een stukje schoenveter een lont maken.
Wilt u tondel meenemen? Haal dan uw tondel uit het klepje van de wasdroger.
( u kunt het tot een bol rollen en even door gesmolten kaarsvet halen ).
( u kunt het tot een bol rollen en even door gesmolten kaarsvet halen ).
In een noodgeval, Trek uw broekzakken naar buiten en verzamel daar de pluisjes van die er altijd in zitten.
Of schraap met een scherp mes over uw strakgespannen jeans en verzamel zo een klein beetje super tondel om in een droog tondelnestje te steken.
Heeft u eenmaal vuur? Denk dan na over uw volgende vuur, verkool een stuk jeans!
Of schraap met een scherp mes over uw strakgespannen jeans en verzamel zo een klein beetje super tondel om in een droog tondelnestje te steken.
Heeft u eenmaal vuur? Denk dan na over uw volgende vuur, verkool een stuk jeans!
Alcohol boven de 20% werkt goed om een vuur aan te krijgen (let op voor de steekvlam).
Zelf ouderwetse was krijtjes kunt u gebruiken voor vuur:
Jonge ( nog dichte ) dennenappels gedipt in kaarsvet zijn super om een vuur op gang te krijgen.
Ook kunt u hiervoor overschot van vet ( of dierlijk vet ) gebruiken.
Ook kunt u hiervoor overschot van vet ( of dierlijk vet ) gebruiken.
Have fun and keep it safe!