Kidscraft
Buiten zijn, ontstressen, spelen en de natuur ontdekken is nu meer belangrijker dan ooit met de Corvid 19 situatie.
Het helpt je kind met de ontwikkeling van: zintuigelijke waarnemingen, basis motoriek, sociale vaardigheden en zeker met de creativiteit. De mooiste herinneringen van een kind en ook de strafste verhalen zijn vaak gelinkt aan het ravotten in de tuin, op straat, op het speelpleintje of in de wilde natuur. Samen met kinderen uit de buurt of bij de jeugdbeweging kampen bouwen, wedstrijden organiseren, spelletjes improviseren en fantaseren rond gevonden voorwerpen …In het i-pad- en smartphonetijdperk waarin de kinderen nu opgroeien, verdwijnt buiten spelen spijtig genoeg.
Kinderen worden vaak te veel in beslag genomen en zoet gehouden door de televisie of digitale spelletjes en games…
Ook Is deze pagina een richtlijn voor activiteiten die u als ouders kunt doen met kinderen.
Hiervoor heeft u geen bushcraft kennis nodig.
Het helpt je kind met de ontwikkeling van: zintuigelijke waarnemingen, basis motoriek, sociale vaardigheden en zeker met de creativiteit. De mooiste herinneringen van een kind en ook de strafste verhalen zijn vaak gelinkt aan het ravotten in de tuin, op straat, op het speelpleintje of in de wilde natuur. Samen met kinderen uit de buurt of bij de jeugdbeweging kampen bouwen, wedstrijden organiseren, spelletjes improviseren en fantaseren rond gevonden voorwerpen …In het i-pad- en smartphonetijdperk waarin de kinderen nu opgroeien, verdwijnt buiten spelen spijtig genoeg.
Kinderen worden vaak te veel in beslag genomen en zoet gehouden door de televisie of digitale spelletjes en games…
Ook Is deze pagina een richtlijn voor activiteiten die u als ouders kunt doen met kinderen.
Hiervoor heeft u geen bushcraft kennis nodig.
Waarom alle kinderen naar buiten?
Gezonde en evenwichtige kinderen
Een omgeving met veel prikkels daagt het kind uit tot bewegen.
Eens gezonde lucht inademen kan geen kwaad, vitaminen van de zon, weerstand opbouwen in de koude/regen...
Kinderen die hun motoriek goed ontwikkelen
Spelenderwijs ontwikkelen kinderen ook hun motorische vaardigheden en in de natuur zijn er meer mogelijkheden om dat te doen. Er is ook meer gelegenheid om de grenzen te verleggen. Kinderen oefenen hun behendigheid tijdens het rennen, klimmen, springen, glijden, gooien, vangen, schoppen, schommelen … Ze leren balanceren, kruipen, ontwijken, afstanden inschatten …
Slimmere kinderen
Buiten spelen heeft ook een positief effect op het concentratievermogen en de leerprestaties. Ze kunnen hun kopje eens leeg maken.
Creatieve kinderen
Tijdens het buiten spelen leren kinderen creatief zijn en ontwikkelen ze hun fantasie. Ze bedenken oplossingen, spelregels en allerlei scenario’s.
Kinderen met nieuwe vriendjes
Buiten spelende kinderen komen los uit het isolement van de vertrouwde omgeving die de klas en het gezin vormen. Ze maken nieuwe vriendjes en vriendinnetjes.
Socialere kinderen
Tijdens het spel komen kinderen in contact met andere kinderen. Samen doen ze een activiteit waarbij ze samenwerken. Ze leren hoe het voelt om te winnen of te verliezen en hoe zij zelf en anderen daarmee omgaan.
Explorerende kinderen
Buiten spelen is in contact komen met de natuur en dat is de ideale biotoop om op onderzoek te gaan en te exploreren aan de hand van alle zintuigen. Via het spelen en buiten spelen in het bijzonder ontdekken kinderen hun omgeving en een stukje van de wereld. Ze verleggen niet alleen hun grenzen, ze leren ook heel veel bij. Ze komen in aanraking met verschillende materialen en uiteenlopende omstandigheden. Voor een kind is de buitenomgeving een uitdaging die uitnodigt om intensief te verkennen, dingen uit te proberen, te fantaseren en te veranderen. Een kind moet leren dat de wereld er vanaf een hogere afstand anders uitziet, dat zand met water modder wordt. En dat leert het alleen door het zelf te ervaren.
Kinderen met voldoende zelfvertrouwen
Buiten kan een kind niet alleen actie ondernemen en exploreren, het doet dat ook op een zelfstandige manier. Het leert er omgaan met een situatie van vrijheid. Door de ervaringen die het opdoet, wordt het zelfstandiger en sociaal vaardiger maar ook meer zelfverzekerd. Als een kind voor het eerst alleen van een heuveltje durft te springen, dan ervaart het een succesgevoel, wat op zijn beurt leidt tot meer zelfvertrouwen. En een kind dat voldoende zelfvertrouwen heeft ontwikkeld, maakt gemakkelijker contact met anderen.
Gezonde en evenwichtige kinderen
Een omgeving met veel prikkels daagt het kind uit tot bewegen.
Eens gezonde lucht inademen kan geen kwaad, vitaminen van de zon, weerstand opbouwen in de koude/regen...
Kinderen die hun motoriek goed ontwikkelen
Spelenderwijs ontwikkelen kinderen ook hun motorische vaardigheden en in de natuur zijn er meer mogelijkheden om dat te doen. Er is ook meer gelegenheid om de grenzen te verleggen. Kinderen oefenen hun behendigheid tijdens het rennen, klimmen, springen, glijden, gooien, vangen, schoppen, schommelen … Ze leren balanceren, kruipen, ontwijken, afstanden inschatten …
Slimmere kinderen
Buiten spelen heeft ook een positief effect op het concentratievermogen en de leerprestaties. Ze kunnen hun kopje eens leeg maken.
Creatieve kinderen
Tijdens het buiten spelen leren kinderen creatief zijn en ontwikkelen ze hun fantasie. Ze bedenken oplossingen, spelregels en allerlei scenario’s.
Kinderen met nieuwe vriendjes
Buiten spelende kinderen komen los uit het isolement van de vertrouwde omgeving die de klas en het gezin vormen. Ze maken nieuwe vriendjes en vriendinnetjes.
Socialere kinderen
Tijdens het spel komen kinderen in contact met andere kinderen. Samen doen ze een activiteit waarbij ze samenwerken. Ze leren hoe het voelt om te winnen of te verliezen en hoe zij zelf en anderen daarmee omgaan.
Explorerende kinderen
Buiten spelen is in contact komen met de natuur en dat is de ideale biotoop om op onderzoek te gaan en te exploreren aan de hand van alle zintuigen. Via het spelen en buiten spelen in het bijzonder ontdekken kinderen hun omgeving en een stukje van de wereld. Ze verleggen niet alleen hun grenzen, ze leren ook heel veel bij. Ze komen in aanraking met verschillende materialen en uiteenlopende omstandigheden. Voor een kind is de buitenomgeving een uitdaging die uitnodigt om intensief te verkennen, dingen uit te proberen, te fantaseren en te veranderen. Een kind moet leren dat de wereld er vanaf een hogere afstand anders uitziet, dat zand met water modder wordt. En dat leert het alleen door het zelf te ervaren.
Kinderen met voldoende zelfvertrouwen
Buiten kan een kind niet alleen actie ondernemen en exploreren, het doet dat ook op een zelfstandige manier. Het leert er omgaan met een situatie van vrijheid. Door de ervaringen die het opdoet, wordt het zelfstandiger en sociaal vaardiger maar ook meer zelfverzekerd. Als een kind voor het eerst alleen van een heuveltje durft te springen, dan ervaart het een succesgevoel, wat op zijn beurt leidt tot meer zelfvertrouwen. En een kind dat voldoende zelfvertrouwen heeft ontwikkeld, maakt gemakkelijker contact met anderen.
Nature Games:
Natuurkunst:
Heel gemakkelijk, laat de kinderen een kunstwerk maken, laat ze een verhaal hierbij verzinnen.
Alle materialen die u kunt vinden in een natuurlijke omgeving.
Ook een groot vel papier of grote takken om het werk in te lijsten en manden/zakken om op te halen.
• Maak iets na wat ze leuk vinden in het bos. Laat de leerlingen het 'kleuren' met bosproducten.
• Laat de kinderen een verhaaltje bedenken over hun kunstwerkje.
• Met meerdere kinderen kunt u een kunsttentoonstelling houden.
• Maak elke 30 seconden tot 1 minuut een foto. Zet de foto's in een film en geniet van een time lapse video van de
kunst die wordt gemaakt.
Dit kan zowel binnen als buiten het klaslokaal worden gedaan, als de leerlingen geholpen worden om de items te verzamelen.
Lijm eventueel de objecten vast om het beeld vast te houden zodat ze dit terug mee naar huis kunnen nemen.
Wees voorzichtig dat de leerlingen de voorwerpen niet eten.
Heel gemakkelijk, laat de kinderen een kunstwerk maken, laat ze een verhaal hierbij verzinnen.
Alle materialen die u kunt vinden in een natuurlijke omgeving.
Ook een groot vel papier of grote takken om het werk in te lijsten en manden/zakken om op te halen.
• Maak iets na wat ze leuk vinden in het bos. Laat de leerlingen het 'kleuren' met bosproducten.
• Laat de kinderen een verhaaltje bedenken over hun kunstwerkje.
• Met meerdere kinderen kunt u een kunsttentoonstelling houden.
• Maak elke 30 seconden tot 1 minuut een foto. Zet de foto's in een film en geniet van een time lapse video van de
kunst die wordt gemaakt.
Dit kan zowel binnen als buiten het klaslokaal worden gedaan, als de leerlingen geholpen worden om de items te verzamelen.
Lijm eventueel de objecten vast om het beeld vast te houden zodat ze dit terug mee naar huis kunnen nemen.
Wees voorzichtig dat de leerlingen de voorwerpen niet eten.
Regenboogbladeren:
Kleimonsters:
Maak met klei een gezicht in de bast van een boom en ontwikkel verbeelding, fijne motoriek, spreken en luisteren.
Je hebt klei nodig (minstens een golfbalgrootte per kind ) en alle materialen die je in een natuurlijke omgeving kunt vinden.
Daarnaast kun je een spiegel gebruiken om het eigen gezicht te bekijken ( laat ze een gek gezicht trekken ).
Kinderen worden aangemoedigd om de omgeving te verkennen - het voelen van de verschillende texturen,
het aanraken van bomen, het zoeken naar kleuren en vormen, het zoeken naar stenen, het oppakken van
interessante bladeren en takken en het verzamelen ervan. Vertel de kinderen dat er een familie van Moddermonsters woont.
Het is aan hen om te beslissen of ze vriendelijk, of vervelend, gelukkig, etc. zijn. Zij zullen dan een boom kiezen om
hierop hun Moddermonster te maken. Laat de kinderen kennismaken met klei: voel en knijp het, praat over de
eigenschappen ervan. Sommige kinderen hebben wellicht ondersteuning nodig om dit met de hand te kunnen
doen.
MODDER - Start met een model van een rond gezicht voor het Moddermonster.
GEZICHT - De kinderen kunnen wat tijd besteden aan het kijken naar hun eigen gezicht (met spiegel).
BOS - De leerlingen kunnen dan beginnen met het maken van hun eigen Modermonster met behulp van klei en de
bosrijkdommen om het gezicht aan te vullen.
NAAMGEVING - Laat ze een naam kiezen voor het Moddermonster en alles wat ze nog meer over hem/haar weten.
VOORSTELLEN - Iedereen zal zijn of haar Moddermonster voorstellen aan de rest van de groep.
• De groep kan één groot moddergezicht maken om het verhaal af te maken.
• Wrijf met met kleurpotloden op een blad dat je tegen de boom houdt; blad- en twijgafdrukken in de klei.
• Kinderen kunnen kleine figuurtjes maken van klei en dan van natuurlijke materialen een huis of schuilplaats voor hen bouwen.
Maak met klei een gezicht in de bast van een boom en ontwikkel verbeelding, fijne motoriek, spreken en luisteren.
Je hebt klei nodig (minstens een golfbalgrootte per kind ) en alle materialen die je in een natuurlijke omgeving kunt vinden.
Daarnaast kun je een spiegel gebruiken om het eigen gezicht te bekijken ( laat ze een gek gezicht trekken ).
Kinderen worden aangemoedigd om de omgeving te verkennen - het voelen van de verschillende texturen,
het aanraken van bomen, het zoeken naar kleuren en vormen, het zoeken naar stenen, het oppakken van
interessante bladeren en takken en het verzamelen ervan. Vertel de kinderen dat er een familie van Moddermonsters woont.
Het is aan hen om te beslissen of ze vriendelijk, of vervelend, gelukkig, etc. zijn. Zij zullen dan een boom kiezen om
hierop hun Moddermonster te maken. Laat de kinderen kennismaken met klei: voel en knijp het, praat over de
eigenschappen ervan. Sommige kinderen hebben wellicht ondersteuning nodig om dit met de hand te kunnen
doen.
MODDER - Start met een model van een rond gezicht voor het Moddermonster.
GEZICHT - De kinderen kunnen wat tijd besteden aan het kijken naar hun eigen gezicht (met spiegel).
BOS - De leerlingen kunnen dan beginnen met het maken van hun eigen Modermonster met behulp van klei en de
bosrijkdommen om het gezicht aan te vullen.
NAAMGEVING - Laat ze een naam kiezen voor het Moddermonster en alles wat ze nog meer over hem/haar weten.
VOORSTELLEN - Iedereen zal zijn of haar Moddermonster voorstellen aan de rest van de groep.
• De groep kan één groot moddergezicht maken om het verhaal af te maken.
• Wrijf met met kleurpotloden op een blad dat je tegen de boom houdt; blad- en twijgafdrukken in de klei.
• Kinderen kunnen kleine figuurtjes maken van klei en dan van natuurlijke materialen een huis of schuilplaats voor hen bouwen.
Ga op klankjacht.
Welke geluiden kunt u horen/vinden?
Begin met een wandeling naar de natuur en leg onderweg uit aan de kinderen dat muziek meer is dan mp3-spelers en youtube.
Vraag ze om natuurlijke materialen te verzamelen waarvan ze denken dat ze er muziek mee kunnen maken. Oefen het maken van geluiden en muziek, bijvoorbeeld door het gebruik van stokken als drumsticks, het krabben van bladeren, het raspen van dennenappels, het wrijven van een stok tegen de bast.
Breng de kinderen met dezelfde of soortgelijke instrumenten samen. Kan één kind muziek maken en hun groepsleden dit kopiëren?
Laat ze zien wat we hebben verzameld en vraag hen of ze een soort muziekinstrument kunnen maken met behulp van de door de mens gemaakte materialen (flessen, dozen, rollen). Is dit beter dan de natuurlijke materialen? Hoe is het anders? Bespreek het verschil tussen door ‘de mens gemaakt’ en ‘natuurlijk’.
Geef de kinderen tijdens de activiteiten de mogelijkheid om flexibel na te denken en problemen op te lossen, bijvoorbeeld door de kinderen één stuk hout te geven om geluiden mee te maken. Ze moeten dan op zoek naar een ander item om een geluid te maken.
Opties:
– Vraag ze om objecten te vinden om een luider/stiller geluid te maken.
– Vraag de meer bekwame kinderen om te zien of ze het geluid kunnen aanpassen door het op een andere plaats te maken. Ontdek hoe luid of stil het geluid wordt als u verder weg/nabij of in een open ruimte/gesloten ruimte bent.
– Maak enkele instrumenten, zoals een klokkenspel of een snaarinstrument.
– Gebruik flessen met verschillende hoeveelheden water.
Welke geluiden kunt u horen/vinden?
Begin met een wandeling naar de natuur en leg onderweg uit aan de kinderen dat muziek meer is dan mp3-spelers en youtube.
Vraag ze om natuurlijke materialen te verzamelen waarvan ze denken dat ze er muziek mee kunnen maken. Oefen het maken van geluiden en muziek, bijvoorbeeld door het gebruik van stokken als drumsticks, het krabben van bladeren, het raspen van dennenappels, het wrijven van een stok tegen de bast.
Breng de kinderen met dezelfde of soortgelijke instrumenten samen. Kan één kind muziek maken en hun groepsleden dit kopiëren?
Laat ze zien wat we hebben verzameld en vraag hen of ze een soort muziekinstrument kunnen maken met behulp van de door de mens gemaakte materialen (flessen, dozen, rollen). Is dit beter dan de natuurlijke materialen? Hoe is het anders? Bespreek het verschil tussen door ‘de mens gemaakt’ en ‘natuurlijk’.
Geef de kinderen tijdens de activiteiten de mogelijkheid om flexibel na te denken en problemen op te lossen, bijvoorbeeld door de kinderen één stuk hout te geven om geluiden mee te maken. Ze moeten dan op zoek naar een ander item om een geluid te maken.
Opties:
– Vraag ze om objecten te vinden om een luider/stiller geluid te maken.
– Vraag de meer bekwame kinderen om te zien of ze het geluid kunnen aanpassen door het op een andere plaats te maken. Ontdek hoe luid of stil het geluid wordt als u verder weg/nabij of in een open ruimte/gesloten ruimte bent.
– Maak enkele instrumenten, zoals een klokkenspel of een snaarinstrument.
– Gebruik flessen met verschillende hoeveelheden water.
Fantasie dier:
Bosschaduwspel:
Begin met een natuurwandeling. Focus op het observeren van bomen en het ontdekken van de schaduwrijke en zonnige gebieden. Zoek een leuke plek om te stoppen en een verhaal te lezen over bosdieren. Voer een bredere discussie over de dieren die worden gevonden in het bos, als het verhaal niet een genoeg variëteit bevat (bosdiersymbolen of foto's kunnen worden gebruikt om het begrip te versterken). Meer bekwame of oudere leerlingen hebben misschien geen verhaal nodig. In plaats daarvan kan de discussie over bosdieren gaan over woonplaatsen, voedselbronnen, slaapgewoonten, enz.
Ga verder op de natuurwandeling en vraag de kinderen om natuurlijke materialen te verzamelen. Toon hoe je de natuurlijke hulpbronnen kunt gebruiken om verschillende schaduwen van dieren te creëren. Deze schaduwen verschijnen op de grond. Laat de kinderen dit vrij verkennen. De schaduwen kunnen gemaakt worden door één kind of door meerdere samen (de een staat bijvoorbeeld terwijl de ander(en) een schaduw maakt met natuurlijke materialen, waarbij de eerste de andere verbale aanwijzingen geeft). Ze kunnen proberen te raden tot welk dier de schaduwen behoren.
Ze kunnen ook schaduwen creëren met behulp van hun eigen lichaam en/of natuurlijke materialen (een boom, kegels, varens, schors, etc.). Bijvoorbeeld opgesplitst in teams: het eerste team kan beginnen met het maken van een schaduw met hun lichaam, die op de grond verschijnt, en de tweede groep schetst deze met behulp van natuurlijke materialen. Zo is de groep het eens over welke dieren ze zullen laten zien en welke materialen ze zullen gebruiken. De groep probeert een beschrijving van de dieren samen te stellen. Dit wordt gevolgd door een rapport van elke groep, dat het maken van een schaduw en een verbale beschrijving bevat - de andere groep moet uitzoeken welk dier getoond is.
Begin met een natuurwandeling. Focus op het observeren van bomen en het ontdekken van de schaduwrijke en zonnige gebieden. Zoek een leuke plek om te stoppen en een verhaal te lezen over bosdieren. Voer een bredere discussie over de dieren die worden gevonden in het bos, als het verhaal niet een genoeg variëteit bevat (bosdiersymbolen of foto's kunnen worden gebruikt om het begrip te versterken). Meer bekwame of oudere leerlingen hebben misschien geen verhaal nodig. In plaats daarvan kan de discussie over bosdieren gaan over woonplaatsen, voedselbronnen, slaapgewoonten, enz.
Ga verder op de natuurwandeling en vraag de kinderen om natuurlijke materialen te verzamelen. Toon hoe je de natuurlijke hulpbronnen kunt gebruiken om verschillende schaduwen van dieren te creëren. Deze schaduwen verschijnen op de grond. Laat de kinderen dit vrij verkennen. De schaduwen kunnen gemaakt worden door één kind of door meerdere samen (de een staat bijvoorbeeld terwijl de ander(en) een schaduw maakt met natuurlijke materialen, waarbij de eerste de andere verbale aanwijzingen geeft). Ze kunnen proberen te raden tot welk dier de schaduwen behoren.
Ze kunnen ook schaduwen creëren met behulp van hun eigen lichaam en/of natuurlijke materialen (een boom, kegels, varens, schors, etc.). Bijvoorbeeld opgesplitst in teams: het eerste team kan beginnen met het maken van een schaduw met hun lichaam, die op de grond verschijnt, en de tweede groep schetst deze met behulp van natuurlijke materialen. Zo is de groep het eens over welke dieren ze zullen laten zien en welke materialen ze zullen gebruiken. De groep probeert een beschrijving van de dieren samen te stellen. Dit wordt gevolgd door een rapport van elke groep, dat het maken van een schaduw en een verbale beschrijving bevat - de andere groep moet uitzoeken welk dier getoond is.
Zintuigenprikkel:
Zien:
Kies een geschikte plaats die het mogelijk maakt om natuurlijke materialen te verzamelen, om de activiteit uit te voeren. Uit de rugzak nemen we een stuk mos, leerlingen ruiken het, raken het aan en proberen het te vinden in de natuurlijke omgeving. Uit de rugzak nemen we een natuurlijk materiaal (patronen) - tak, steen, blad, gras, dennenappel, en tonen het . De kinderen moeten nu materiaal in paren zoeken in de natuur.
Voelen:
Ze gebruiken hun verzamelde natuurlijke materialen om de zintuiglijke weg te vormen. Moedig hen aan om hun schoenen uit te trekken en de natuurlijke materialen op blote voeten te proberen. Als de materialen hun voeten pijn doen, kunnen ze gaan zitten en hun voeten plaatsen zonder er hun gewicht op te zetten.
Gehoor:
Zoek een mooie plek om te zitten, misschien op een kussen of een omgevallen boom. Moedig de kinderen aan om hun ogen te sluiten en te luisteren. Praat over wat er te horen is. Wat hoor je? Krab bijvoorbeeld door bladeren, op kiezels te tikken.
Geur: Elke leerling bedekt zijn ogen en probeert uit te vinden welke geur ze ruiken ( flesjes die u meeneemt met daarin, vanille, nootmuskaat, reuk, bloemen…. ).
Smaak: Laat ze iets geblinddoekt proeven zoals gekookte rijst of pasta...
Terwijl je praat over insecten ( maden - rijst, wormen - pasta ).
Zien:
Kies een geschikte plaats die het mogelijk maakt om natuurlijke materialen te verzamelen, om de activiteit uit te voeren. Uit de rugzak nemen we een stuk mos, leerlingen ruiken het, raken het aan en proberen het te vinden in de natuurlijke omgeving. Uit de rugzak nemen we een natuurlijk materiaal (patronen) - tak, steen, blad, gras, dennenappel, en tonen het . De kinderen moeten nu materiaal in paren zoeken in de natuur.
Voelen:
Ze gebruiken hun verzamelde natuurlijke materialen om de zintuiglijke weg te vormen. Moedig hen aan om hun schoenen uit te trekken en de natuurlijke materialen op blote voeten te proberen. Als de materialen hun voeten pijn doen, kunnen ze gaan zitten en hun voeten plaatsen zonder er hun gewicht op te zetten.
Gehoor:
Zoek een mooie plek om te zitten, misschien op een kussen of een omgevallen boom. Moedig de kinderen aan om hun ogen te sluiten en te luisteren. Praat over wat er te horen is. Wat hoor je? Krab bijvoorbeeld door bladeren, op kiezels te tikken.
Geur: Elke leerling bedekt zijn ogen en probeert uit te vinden welke geur ze ruiken ( flesjes die u meeneemt met daarin, vanille, nootmuskaat, reuk, bloemen…. ).
Smaak: Laat ze iets geblinddoekt proeven zoals gekookte rijst of pasta...
Terwijl je praat over insecten ( maden - rijst, wormen - pasta ).
Zintuigenspel
Vraag de kinderen om een cirkel om je heen te maken. Het is belangrijk dat kinderen je vertrouwen en ook duidelijk stellen dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. Vraag kinderen om hun ogen te sluiten en met beide handen voor hen te reiken. Gebruik vervolgens het takje van de den en raak elke hand in de cirkel zachtjes aan. Verberg de denappels en vraag kinderen om hun ogen te openen. Vraag hen om te beschrijven wat ze met hun handen voelden. Doe hetzelfde met dennenhars, laat de kinderen nu ook ruiken. Opnieuw met de twee dennenappels, wrijf ze samen, en kinderen kunnen hun gehoor gebruiken. Aan het einde zal iemand de boom ook herkennen.
Om de te helpen met de herkenning kunt u hen de keuze geven uit drie voorwerpen of foto's om uit te kiezen, bijvoorbeeld bij het voelen van de dennenkiem en het openen van de ogen, kunnen ze kiezen tussen een dennentakje, een dennenappel of een blad.
Vraag de kinderen om een cirkel om je heen te maken. Het is belangrijk dat kinderen je vertrouwen en ook duidelijk stellen dat ze zich geen zorgen hoeven te maken. Vraag kinderen om hun ogen te sluiten en met beide handen voor hen te reiken. Gebruik vervolgens het takje van de den en raak elke hand in de cirkel zachtjes aan. Verberg de denappels en vraag kinderen om hun ogen te openen. Vraag hen om te beschrijven wat ze met hun handen voelden. Doe hetzelfde met dennenhars, laat de kinderen nu ook ruiken. Opnieuw met de twee dennenappels, wrijf ze samen, en kinderen kunnen hun gehoor gebruiken. Aan het einde zal iemand de boom ook herkennen.
Om de te helpen met de herkenning kunt u hen de keuze geven uit drie voorwerpen of foto's om uit te kiezen, bijvoorbeeld bij het voelen van de dennenkiem en het openen van de ogen, kunnen ze kiezen tussen een dennentakje, een dennenappel of een blad.
Drakenbomen:
Natuurquiz - Weetvragen
Party pubquiz of quizzen voor kinderen kan met de onderstaande vraag en antwoord lijst:.
Tijdens een natuurwandeling kunt u weetjes ( zie de vragen en antwoorden lijst ) vertellen aan de kinderen.
Met volwassenen die hunkeren naar de biologieles gaat het ook.
Vraag en antwoord lijst:
1.Welke boom heeft een witte schors en kan je van ver herkennen? (Berk)
2.Hoe heet het wijfje van een ree? (geit)
3.Hoe heet het mannetje van een edelhert? (hert)
4.Welke boom gebruiken wij meestal als kerstboom? (Fijnspar)
5.Is een paddenstoel een boompje, plant of vrucht? (vrucht)
6.Is de hazelaar een boom of een struik? (struik)
7.Hoe heten de zaden van varens? (sporen)
8.Hoe heet de paddenstoel van de kabouters met de grote witte stippen? (Vliegenzwam)
9.Wat is een rammelaar nog buiten een speelgoedje? (mannelijk konijn)
10.Hoe heet de periode waarin mannelijke zoogdieren de vrouwtjes proberen te versieren? (bronsttijd)
11.In mei legt elke vogel een ei, maar waar legt de koekoek zijn ei? (in het nest van een andere vogel)
12.Welke soort planten zijn de klimop en de kamperfoelie? (klimplanten, lianen, slingerplanten)
13.Welke plant groeit op natte plaatsen en is pikant? (Waterpeper)
14.Hoeveel vleugels heeft een libel? (4)
15.Hoeveel vleugels heeft een vlinder? (4)
16.Is een duizendpoot een insect? (Neen, een geleedpotige, insecten hebben 6 poten en een duizendpoot veel meer)
17.Wat is de naam van een mannetjesbij? (dar)
18.Wat voor ogen heeft een vlieg? (facetogen)
19.Wat is het verschil tussen een duizendpoot en een miljoenpoot? (Duizendpoten hebben maar 1 paar poten per segment en miljoenpoten hebben er twee per segment.)
20.Welke van de twee steekt? De mannetjesmug of de vrouwtjesmug? (vrouwtjesmug)
21.Hoe noemt men een groep vissen? (school)
22.Hoe noemt men een groep mieren? (kolonie of leger)
23.Geef een andere naam voor een aal? (paling)
24.Welk zoogdier kan vliegen? (vleermuis)
25.Hoeveel magen heeft een koe? (4)
26.Welk zoogdiertje is de grootste vlooiendrager? (eekhoorn)
27.Geef een ander woord voor kikkervisje (dikkopje)
28.Hoe kan een kikker onder water ademen? (via zijn huid)
29.Wat is het verschil tussen een hagedis en een salamander? (De hagedis is een reptiel, de salamander een amfibie.)
30.Wat is de naam van de hagedissensoort zonder poten? (hazelworm)
31.Wat is de juiste naam voor wat men in de volksmond een ‘Suskewiet’ noemt? (vink)
32.Hoe maken sprinkhanen lawaai? (door met hun poten over hun vleugels te wrijven)
33.Uitwerpselen van een vos raak je niet alleen aan omdat het vies is maar ook om infecties te voorkomen. Van welk dier kan je een infectie krijgen bij contact met uitwerpselen van een vos? (vossenlintworm)
34.Hoe noemt het deel van de zwam dat zich onder de grond bevindt? (zwamvlok of mycelium)
35.Hoe hou je de zomer- en de wintereik uit elkaar? (De zomereik heeft een Zittend blad of een blad Zonder steel. Het blad van de wintereik heeft een steeltje.)
36.Kan een egel zwemmen? Ja.
37.Is een uil gevoelig voor knaagdierenvergif? (Ja. Zijn voedsel bestaat vooral uit knaagdieren en daardoor krijgt hij heel wat vergif te slikken. Hij zal er niet onmiddellijk van sterven, maar wel eieren zonder schaal beginnen leggen.)
38.Welk dier kuist het best zijn nest: vos of das? (das)
39.Waarvoor dient een winterslaap bij dieren? (Wanneer het koud is, moeten dieren veel energie investeren om niet onderkoeld te raken. Door eerst reserves op te bouwen en nadien een winterslaap te houden, hebben ze een grotere kans op overleving. Ze zijn immers veel minder actief en verbruiken minder energie.)
40.Wat heeft een boom we nodig om te groeien en een mens niet? (Licht. Water en voedingsstoffen hebben ze allebei nodig.)
41.Een mannetjeskip noemt men haan, een vrouwtjeskip een hen. Hoe noemt men een vrouwtjessprinkhaan? (sprinkhaan)
42.Een vrouwtjesvos noemt men een moer. Hoe noemt men een mannetjesvos? (rekel)
43.Hoe noemt men het ritueel bij dieren om elkaar te verleiden met als doel te paren? (balts)
44.Hoe slaapt een gierzwaluw? (al vliegend)
45.Welke ziekte wordt overgedragen door de teek? (ziekte van Lyme)
46.Hoe noemt het proces waarbij planten met lichtenergie, water en CO2 omzetten tot glucose en zuurstof? (fotosynthese)
47.Geef een andere naam voor de pijnboom. (Grove den)
48.Welk ‘wezentje’ is een combinatie van een wier en een zwam? (Korstmos)
49.De Bosanemoon en het Speenkruid groeien beiden in het bos. Waarom komen ze zo vroeg uit in de lente? (De bomen hebben dan nog geen bladeren en dan krijgen ze genoeg licht.)
50. Welke vorm heeft het blad van een linde? Hartvormig
Extra vragen:
51. Hoe heet de grote broer van de boterbloem? Dotterbloem
52. Prikt een dovenetel als je hem vastpakt? Nee
53. Hoe ruikt een vlieg? met de poten
54. Wat is het verschil tussen een duizendpoot en een miljoenenpoot? duizendpoot: 1 paar poten per lijfsegment, miljoenenpoot: 2 paar
55. Welk dier is een ‘lupus’? een wolf
56. Hoe heet een groep wolven? Roedel
57. Is de hazelworm een worm? neen, een hagedis
58. Welke vogel plant bomen door eikels te begraven die hij niet meer terugvindt? Vlaamse gaai
59. Hoe heet het versteende overblijfsel van een uitgestorven dier? Fossiel
60. Zijn koralen dieren of planten? Dieren
Party pubquiz of quizzen voor kinderen kan met de onderstaande vraag en antwoord lijst:.
Tijdens een natuurwandeling kunt u weetjes ( zie de vragen en antwoorden lijst ) vertellen aan de kinderen.
Met volwassenen die hunkeren naar de biologieles gaat het ook.
Vraag en antwoord lijst:
1.Welke boom heeft een witte schors en kan je van ver herkennen? (Berk)
2.Hoe heet het wijfje van een ree? (geit)
3.Hoe heet het mannetje van een edelhert? (hert)
4.Welke boom gebruiken wij meestal als kerstboom? (Fijnspar)
5.Is een paddenstoel een boompje, plant of vrucht? (vrucht)
6.Is de hazelaar een boom of een struik? (struik)
7.Hoe heten de zaden van varens? (sporen)
8.Hoe heet de paddenstoel van de kabouters met de grote witte stippen? (Vliegenzwam)
9.Wat is een rammelaar nog buiten een speelgoedje? (mannelijk konijn)
10.Hoe heet de periode waarin mannelijke zoogdieren de vrouwtjes proberen te versieren? (bronsttijd)
11.In mei legt elke vogel een ei, maar waar legt de koekoek zijn ei? (in het nest van een andere vogel)
12.Welke soort planten zijn de klimop en de kamperfoelie? (klimplanten, lianen, slingerplanten)
13.Welke plant groeit op natte plaatsen en is pikant? (Waterpeper)
14.Hoeveel vleugels heeft een libel? (4)
15.Hoeveel vleugels heeft een vlinder? (4)
16.Is een duizendpoot een insect? (Neen, een geleedpotige, insecten hebben 6 poten en een duizendpoot veel meer)
17.Wat is de naam van een mannetjesbij? (dar)
18.Wat voor ogen heeft een vlieg? (facetogen)
19.Wat is het verschil tussen een duizendpoot en een miljoenpoot? (Duizendpoten hebben maar 1 paar poten per segment en miljoenpoten hebben er twee per segment.)
20.Welke van de twee steekt? De mannetjesmug of de vrouwtjesmug? (vrouwtjesmug)
21.Hoe noemt men een groep vissen? (school)
22.Hoe noemt men een groep mieren? (kolonie of leger)
23.Geef een andere naam voor een aal? (paling)
24.Welk zoogdier kan vliegen? (vleermuis)
25.Hoeveel magen heeft een koe? (4)
26.Welk zoogdiertje is de grootste vlooiendrager? (eekhoorn)
27.Geef een ander woord voor kikkervisje (dikkopje)
28.Hoe kan een kikker onder water ademen? (via zijn huid)
29.Wat is het verschil tussen een hagedis en een salamander? (De hagedis is een reptiel, de salamander een amfibie.)
30.Wat is de naam van de hagedissensoort zonder poten? (hazelworm)
31.Wat is de juiste naam voor wat men in de volksmond een ‘Suskewiet’ noemt? (vink)
32.Hoe maken sprinkhanen lawaai? (door met hun poten over hun vleugels te wrijven)
33.Uitwerpselen van een vos raak je niet alleen aan omdat het vies is maar ook om infecties te voorkomen. Van welk dier kan je een infectie krijgen bij contact met uitwerpselen van een vos? (vossenlintworm)
34.Hoe noemt het deel van de zwam dat zich onder de grond bevindt? (zwamvlok of mycelium)
35.Hoe hou je de zomer- en de wintereik uit elkaar? (De zomereik heeft een Zittend blad of een blad Zonder steel. Het blad van de wintereik heeft een steeltje.)
36.Kan een egel zwemmen? Ja.
37.Is een uil gevoelig voor knaagdierenvergif? (Ja. Zijn voedsel bestaat vooral uit knaagdieren en daardoor krijgt hij heel wat vergif te slikken. Hij zal er niet onmiddellijk van sterven, maar wel eieren zonder schaal beginnen leggen.)
38.Welk dier kuist het best zijn nest: vos of das? (das)
39.Waarvoor dient een winterslaap bij dieren? (Wanneer het koud is, moeten dieren veel energie investeren om niet onderkoeld te raken. Door eerst reserves op te bouwen en nadien een winterslaap te houden, hebben ze een grotere kans op overleving. Ze zijn immers veel minder actief en verbruiken minder energie.)
40.Wat heeft een boom we nodig om te groeien en een mens niet? (Licht. Water en voedingsstoffen hebben ze allebei nodig.)
41.Een mannetjeskip noemt men haan, een vrouwtjeskip een hen. Hoe noemt men een vrouwtjessprinkhaan? (sprinkhaan)
42.Een vrouwtjesvos noemt men een moer. Hoe noemt men een mannetjesvos? (rekel)
43.Hoe noemt men het ritueel bij dieren om elkaar te verleiden met als doel te paren? (balts)
44.Hoe slaapt een gierzwaluw? (al vliegend)
45.Welke ziekte wordt overgedragen door de teek? (ziekte van Lyme)
46.Hoe noemt het proces waarbij planten met lichtenergie, water en CO2 omzetten tot glucose en zuurstof? (fotosynthese)
47.Geef een andere naam voor de pijnboom. (Grove den)
48.Welk ‘wezentje’ is een combinatie van een wier en een zwam? (Korstmos)
49.De Bosanemoon en het Speenkruid groeien beiden in het bos. Waarom komen ze zo vroeg uit in de lente? (De bomen hebben dan nog geen bladeren en dan krijgen ze genoeg licht.)
50. Welke vorm heeft het blad van een linde? Hartvormig
Extra vragen:
51. Hoe heet de grote broer van de boterbloem? Dotterbloem
52. Prikt een dovenetel als je hem vastpakt? Nee
53. Hoe ruikt een vlieg? met de poten
54. Wat is het verschil tussen een duizendpoot en een miljoenenpoot? duizendpoot: 1 paar poten per lijfsegment, miljoenenpoot: 2 paar
55. Welk dier is een ‘lupus’? een wolf
56. Hoe heet een groep wolven? Roedel
57. Is de hazelworm een worm? neen, een hagedis
58. Welke vogel plant bomen door eikels te begraven die hij niet meer terugvindt? Vlaamse gaai
59. Hoe heet het versteende overblijfsel van een uitgestorven dier? Fossiel
60. Zijn koralen dieren of planten? Dieren
Symmetrie speurtocht:
Een natuurwandeling gericht op het vinden van voorbeelden van symmetrie in een groene omgeving. Verken het gebied en vraag de kinderen om natuurlijke hulpbronnen te verzamelen, zodat ze meer dan één van elk item hebben. Je kunt de kinderen specifieke voorwerpen geven om bijvoorbeeld het ene paar bladeren te verzamelen, een ander paar bloemen, een ander paar veren, enz. Sorteer de natuurlijke hulpbronnen in bijpassende sets, zoals bijpassende bladeren (grootte, vorm en kleur), bijpassende bloemen, enz. Model maken van een symmetrisch patroon met behulp van de natuurlijke hulpbronnen die de kinderen hebben verzameld. Dit moet worden gedaan op een vlakke ondergrond zoals een boomstronk, een vlakke grond of grondzeil. Als het waait, rol dan wat klei uit en druk de natuurlijke hulpbronnen in de klei. Koppel de kinderen en leg uit dat ze nu hun eigen symmetrische patronen gaan maken. Spiegels kunnen worden gebruikt om de symmetrie van het patroon te controleren.
Je zou dan een uitdagende activiteit kunnen hebben waarbij een kind van elk paar de helft van het symmetrische patroon creëert en hun partner de andere helft.
Een natuurwandeling gericht op het vinden van voorbeelden van symmetrie in een groene omgeving. Verken het gebied en vraag de kinderen om natuurlijke hulpbronnen te verzamelen, zodat ze meer dan één van elk item hebben. Je kunt de kinderen specifieke voorwerpen geven om bijvoorbeeld het ene paar bladeren te verzamelen, een ander paar bloemen, een ander paar veren, enz. Sorteer de natuurlijke hulpbronnen in bijpassende sets, zoals bijpassende bladeren (grootte, vorm en kleur), bijpassende bloemen, enz. Model maken van een symmetrisch patroon met behulp van de natuurlijke hulpbronnen die de kinderen hebben verzameld. Dit moet worden gedaan op een vlakke ondergrond zoals een boomstronk, een vlakke grond of grondzeil. Als het waait, rol dan wat klei uit en druk de natuurlijke hulpbronnen in de klei. Koppel de kinderen en leg uit dat ze nu hun eigen symmetrische patronen gaan maken. Spiegels kunnen worden gebruikt om de symmetrie van het patroon te controleren.
Je zou dan een uitdagende activiteit kunnen hebben waarbij een kind van elk paar de helft van het symmetrische patroon creëert en hun partner de andere helft.
Dierenhuisjes:
Dit is een reeks spellen voor een outdoor verjaardags feest, opvang van kinderen of scouting.
Spel1: Waterballon
Twee teams verdelen, ieder team heeft een stoel met een waterballon. Ze moeten al zittend zonder handen de ballon kapot krijgen. Als het lukt lopen ze terug naar hun team en tikken de volgende aan die hetzelfde moet doen.
Spel 2: Waterballon
Twee kids nemen een waterballon geklemd tussen hun buik en leggen op het snelst tegen het andere team een parkoer af.
Spel 3: Gorgelen
Met water in de mond beurt om beurt een lied gorgelen, diegene die de meeste antwoorden opschrijft wint.
Spel 4: Waterflessen omgooien
Een succesnummer op een kinderfeestje bij mooi weer: vul voor elk kind een fles water. Draai de dop er niet op. Zet alle flessen in een kring. Elk kind moet voor een fles gaan staan. Om de beurt mogen ze met een bal proberen om een fles om te gooien. Degene die aan het einde van het spelletje het meeste water over heeft in zijn fles, is de winnaar. Als de kinderen wat ouder zijn, kun je meerdere ballen in het spel brengen om de snelheid en spanning op het spelletjes kinderfeestje te verhogen.
Spel 5: Waterbommen gooien
Van tevoren vul je 1 of 2 emmers met waterbommen. De kinderen moeten op een rij gaan staan en een vraag beantwoorden of een opdrachtje doen. Bijvoorbeeld ‘wat is de voornaam van je moeder’ of ‘zing een liedje waar het woord ‘trein’ in voorkomt’. Hebben ze het goede antwoord gegeven, dan mogen ze een waterbom pakken. Mijn man staat op een paar meter afstand (in een zwembroek of regenbroek) en wordt bekogeld met bommetjes. Hoe natter hoe leuker! Dit spelletje is altijd een succes en vriendjes vragen al ruim voor het feestje of ze weer bommen mogen gooien.
Spel 6: Moeder/heks/draak hoe laat is het?
Een kind (de jarige eerst) staat met de rug naar de andere kinderen, die op ongeveer 8 meter afstand staan. De kinderen vragen aan bv. de heks: ‘heks hoe laat is het?’ De heks zegt bijvoorbeeld: ‘5 uur’. De kinderen mogen vijf stappen naar voren doen. Dit gaat net zolang door tot de heks denkt dat de kinderen vlakbij zijn. Zodra de kinderen vragen hoe laat het is, antwoordt zij: ‘Etenstijd’. Ze draait zich om en probeert de kinderen te tikken voordat ze terug over de beginstreep zijn.
Spel 7: De groeiende tikploeg
Je hebt een tikker en de rest moet worden getikt. Is iemand getikt, dan wordt die ook tikker, net zolang tot iedereen tikker is. De laatst getikte wordt natuurlijk in het volgende spel de tikker. Om duidelijk te laten zien wie er getikt is moeten de kinderen die zijn getikt bijvoorbeeld een hoed of muts opdoen. Zo moesten de jongens op een cowboyfeestje koeien vangen. Werd de ‘koe’ getikt, dan veranderde hij in een cowboy en moest zijn cowboyhoed opzetten.
Spel 8: Parachutist
Alle kinderen staan op een rij. Op ongeveer 10 meter afstand van deze rij is een grote cirkel getekend waar alle kinderen in kunnen. Als je start zegt, strekken de kinderen hun armen en beginnen ze te draaien rond hun eigen as. Jij geeft instructies die de kinderen nadoen. “We stijgen op”: de kinderen draaien traag rond. “We komen op gang”: de kinderen draaien sneller. “We hebben volle snelheid”: de kinderen draaien zo snel als ze kunnen. Als iedereen zich gek gedraaid heeft, zeg je: “Nu”, de kinderen doen alsof ze aan een koortje trekken en hun parachute komt tevoorschijn; ze proberen zo snel mogelijk te landen, dit wil zeggen: in de cirkel te raken. Natuurlijk lukt dit niet zo goed na al dat gedraai, altijd hilariteit verzekert!
Spel 9: Vliegende spijker
Je duidt een aantal tikkers aan. Dit zijn de vliegende spijkers. De andere kinderen zijn de motors. De vliegende spijkers strekken hun arm en wijsvinger. Ze proberen de banden van de motors kapot te prikken. Dit kunnen ze doen door de kinderen die motors zijn te tikken. Als hen dat lukt, moet de motor stil staan. De moto kan bevrijd worden als een andere niet-getikte motor 2 keer rond de getikte motor rijdt. Dit wordt nog leuker als je de kinderen de geluiden van een echte motor laat nadoen!
Spel 10: Dodende straal
Je maakt 2 groepen met evenveel kinderen. De kinderen moeten tegenover elkaar staan met per groep 1 emmer water en plastic bekertjes. Een persoon gaat ergens in het midden staan met een zaklamp! De kinderen moeten naar elkaars emmer rennen met gevulde bekertjes. Degene met de zaklamp zet regelmatig de zaklamp aan in een rechte straal, het kind dat in dat licht komt, moet terug en de beker in zijn eigen emmer leeg gooien. De groep waarvan de emmer het eerste leeg is, is de winnaar!
Spel 11: Moeras oversteken
Kan binnen met kranten, maar bij voorkeur buiten met plankjes. Je hebt zoveel plankjes nodig als kinderen en 1 extra. Opdracht: steek een denkbeeldig moeras over door allemaal achter elkaar op een plankje te gaan staan. Het extra plankje wordt voor het eerste kind neergelegd. Dan stappen ze allemaal één plankje verder. Het achterste kind geeft het (nu lege) plankje achter hem door naar voren et cetera. Doe dat in twee teams met een eindstreep. Het team dat het eerst bij de eindstreep is, heeft gewonnen.
Spel 12: Levend ganzenbord
Teken het bord van Ganzenbord met krijt op de stoep. Gebruik een grote dobbelsteen. Je kunt naar eigen inzicht de vakken indelen met opdrachten. Maar een ‘gevangenis’ en ‘ga drie plaatsen terug’ mag natuurlijk niet ontbreken.
Spel 13: Touw trekken
Verdeel de groep in twee even sterke teams. Markeer het midden van een stevig touw en teken op gelijke afstand twee lijnen links en rechts van het midden. De teams staan tegenover elkaar met ieder het einde van het touw in de handen. Winnaar is het team dat het gemarkeerde punt over de lijn trekt. Let wel op weke koord u neemt. Parakoord kan branden als dit door de handen gaat met snelheid.
Spel 14: Appelhappen
Dit spel kun je ook binnendoen, maar de vloer wordt wel nat! Doe een paar appels in een grote emmer vol water. Om de beurt moeten de kinderen met hun tanden proberen er een drijvende appel uit te vissen, met hun handen op hun rug. De appel kan natuurlijk vervangen worden voor snoep of een boterham met choco aan een touwtje.
Spel 15: Schipper mag ik overvaren;
Eén persoon staat in het midden van het veld. De rest staat aan de beginstreep en zingt
Schipper mag ik overvaren, ja of nee?
Jaaa, Hoe?
Als een…. kikker/krokodil/konijn/olifant/noem maar op, variërend van hinkelend, tot aan als een slang. De rest moet dan op die manier overkomen terwijl de schipper op die manier de rest probeert te tikken.
Spel 16: Spijkerpoepen;
een spijker aan een touwtje rondom je middel en dan proberen die in een fles te laten zakken.
Spel 17: Speurtocht
Een ouderwetse speurtocht door de buurt! Pijltjes op de stoep getekend en af en toe een opdracht.
Natuur scavenger hunt; foto’s maken (of afbeeldingen) van dingen die je in de natuur kan vinden, bloemen, bladeren, zaden etc. die de kinderen moeten gaan zoeken.
Spel 18: Jungle Knoop
Met dit spel zet je iedereen aan het lachen. Zet de kinderen in een cirkel met hun gezicht naar het midden. Om te beginnen, laat je iedereen zijn rechterhand vooruit steken en moeten zij iemand anders hand vastnemen. Dan laat je iedereen hetzelfde doen met zijn linkerhand. Het doel van het spel is om de knoop waarin zij zitten los te maken, door over en onder elkaar door te stappen. Wat er ook gebeurt ze mogen elkaars hand niet los laten.
Spel 19: Bonenzak gooien.
Dit is fantastisch voor alle leeftijden. Gebruik kleine zakjes met bonen, waarmee je mag gooien of maak ze zelf. Stop gedroogde witte bonen in een ouwe sok en sluit ze af met een paar elastiekjes. Teken een figuur gerelateerd aan uw thema op een stuk karton. Maak een opening in het karton waardoor gemakkelijk een zakje bonen kan gegooid worden. Als je een hond hebt getekend, knip dan zijn mond uit en gebruik deze opening. Zet dit karton een paar meter achteruit en geef elk kind een paar kansen om een zakje in de opening te gooien.
Spel 20: De strijd der stammen
Dit is een buitenspel dat in teams gespeeld wordt. Al enkele jaren heerst er enorme droogte op de Amerikaanse steppen. Er is niet genoeg voedsel meer voor de drie indianenstammen die er wonen. Twee stammen zullen het veld moeten ruimen, anders sterft iedereen van de honger. De drie indianenstammen besluiten dat het overgebleven voedsel moet gaan naar de stam die het sterkste is. De twee andere stammen zullen naar de eeuwige jachtvelden gestuurd worden.Nodig: Lintjes voor teams
Dit spel is een variant op levend stratego in indianenthema. De Zwartvoeten, de Platvoeten en de Zachtvoeten hebben de strijdbijl opgegraven. De Zwartvoeten achtervolgen de Platvoeten. De Platvoeten op hun beurt achtervolgen de Zachtvoeten en de Zachtvoeten achtervolgen de Zwartvoeten. De stammen mogen elk slechts één andere stam achtervolgen.
Iedere stam wordt dus achtervolgd door een andere stam en achtervolgt zelf weer een derde stam. De krijgers van elke stam proberen krijgers van de stam die zij achtervolgen uit te schakelen. Dit doen ze door hen te tikken of door een lintje om de arm af te rukken. De stam die het eerst een complete stam heeft uitgeroeid, of de stam die aan het einde van het spel de meeste krijgers over heeft, wordt winnaar.
Spel 21: Stand in de mand
Een speler met de bal staat in het midden. Hij roept ‘Stand in de mand en de bal is voor’… en terwijl hij een naam roept gooit hij de bal in de lucht. Iedereen moet zo hard mogelijk wegrennen op de persoon na die genoemd is. Hij moet zo snel mogelijk de bal vangen en roept stop zodat iedereen stil staat. Vervolgens probeert hij deze door het poortje van een ander te rollen. Die dan ‘af’ is of de gooier wordt.
Spel 22: Bekertje water
Nog iets met een bekertje water… Zet je kind met vriendjes zittend op een rijtje achter elkaar. Geef de voorste een beker water. Geef het bekertje over je hoofd door aan degene die achter je zit, zonder te kijken natuurlijk! Is het bekertje nog vol aan het einde van de rij? Ook zalig om te doen bij een vrijgezellendag.
Spel 23: Hindernisbaan
Een hindernisbaan kan je uitzetten met fysieke hindernissen zoals tafels, stoelen, kruiptunnels etc., hindernissen die al in de omgeving aanwezig zijn. Om het moeilijker te maken kan je handen of voeten aan elkaar binden etc.
Spel 24: Ballon trappen
Aan je voet zit een touwtje met een ballon. Het is de bedoeling die zo snel mogelijk kapot te trappen. Alternatief bij meerdere spelers is zo snel mogelijk de ballon van de ander kapot te trappen.
Spel 25: Spinnenweb klimmen (met belletjes)
Met touw wordt er een ‘spinnenweb’ gemaakt met gaten waardoorheen je moet klimmen zonder de belletjes die aan de touwen hangen te laten rinkelen. Om het moeilijker te maken / voor teambuilding mag ieder gat slechts één keer gebruikt worden en moet je dus strategisch kiezen wie welk gat neemt en in welke volgorde.
Spel 26: Dierengeluidenspel
In het bos (of andere omgeving) zitten dieren verstopt die geluid maken en de kinderen moeten deze zoeken en dan het dier benoemen. Tip: Een kleine bluetooth speaker en u kunt geluiden afspelen via youtube of ze voorop opslaan op je gsm.
Spel 27: Regenboogspel
In het bos hangen verschillende kaartjes met kleuren in een bepaalde volgorde. De kinderen worden in duo’s verdeeld en telkens mag er een kind het bos in om zo’n kaartje te zoeken. Hij probeert zo snel mogelijk het nummer en de ‘kleurcode’ te onthouden en door te geven aan de basis. Waar maar één kind tegelijk mag komen. Als het goed is (of niet) mag de ander het proberen. Het duo dat als eerste alle combinaties goed heeft wint. Nadien wel alle kaarten terug uit de natuur halen!
Knutselen:
Takkenkunst:
Als bushcrafters hebben we iets met takken...
Heb je nu heel veel kleine takjes gevonden, dan kun je hier ook mooie kunst mee maken. Print een mooie kleurplaat uit van internet en vul de plaat op met de takjes, ligt alles goed, dan plak je ze vast op stevig karton. Ook dit is daarna eventueel nog in te lijsten of op een mooi canvasdoek te bevestigen.
Als bushcrafters hebben we iets met takken...
Heb je nu heel veel kleine takjes gevonden, dan kun je hier ook mooie kunst mee maken. Print een mooie kleurplaat uit van internet en vul de plaat op met de takjes, ligt alles goed, dan plak je ze vast op stevig karton. Ook dit is daarna eventueel nog in te lijsten of op een mooi canvasdoek te bevestigen.
Herfstboom verven/stempelen:
Met lege wc-rollen kan je deze herfstboom verven. Je maakt eerst de stam met bruine verf en vervolgens met groen, geel, oranje en rood stempel je met een lege wc-rol de bladeren.
Met lege wc-rollen kan je deze herfstboom verven. Je maakt eerst de stam met bruine verf en vervolgens met groen, geel, oranje en rood stempel je met een lege wc-rol de bladeren.
Aboriginal herfstboom:
Nog een herfstboom om te verven; ook dit keer begin je weer met de stam die je maakt met bruine verf.
In plaats van een wc-rol voor de bladeren gebruik je nu echter wattenstaafjes om hele kleine stipjes te zetten voor de bladeren.
De aboriginals staan bekend om hun kunst met stippen. Met waterverf en een wattenstaafje kom je ook een heel eind. Is de fijne motoriek nog niet genoeg ontwikkeld kan je ook wijnkurken gebruiken om mee te stempelen.
Nog een herfstboom om te verven; ook dit keer begin je weer met de stam die je maakt met bruine verf.
In plaats van een wc-rol voor de bladeren gebruik je nu echter wattenstaafjes om hele kleine stipjes te zetten voor de bladeren.
De aboriginals staan bekend om hun kunst met stippen. Met waterverf en een wattenstaafje kom je ook een heel eind. Is de fijne motoriek nog niet genoeg ontwikkeld kan je ook wijnkurken gebruiken om mee te stempelen.
Boom maken uit wc rolletjes:
Twee wc rollen, Een stuk dik papier of karton van ongeveer A4 formaat, Twee kleuren verf,
Kwast, Schaar, Lijm, Stiften
Knip de 2 wc rollen met een schaar voorzichtig doormidden. Het is handig eerst een klein knipje te maken en de schaar daar doorheen te steken. Je kunt de wc rol dan verder open knippen. Het is niet erg als de wc rol plat wordt van het knippen. Knip alle stukjes wc rol nog een keer doormidden, zodat je in totaal 8 stukjes krijgt. Je mag zelf weten hoeveel stukjes je gebruikt om de bloem te maken, wij nemen alle 8 stukjes.
Knip de randjes bij als er wat haakjes aanzitten van het doorknippen. Verf de stukjes wc rol in één of twee mooie kleuren. Als de verf droog is, duw dan alle stukjes ongeveer even plat. Pak een stuk dik papier of karton met een mooie kleur. Leg de stukjes wc rol er één voor één op in een mooie cirkel. Doe daarna lijm op de onderkant van alle stukjes en plak ze op het papier. Je kunt de bloem versieren door bijvoorbeeld een bloemstengel op het papier te tekenen met stiften, potloden, of met verf.
Twee wc rollen, Een stuk dik papier of karton van ongeveer A4 formaat, Twee kleuren verf,
Kwast, Schaar, Lijm, Stiften
Knip de 2 wc rollen met een schaar voorzichtig doormidden. Het is handig eerst een klein knipje te maken en de schaar daar doorheen te steken. Je kunt de wc rol dan verder open knippen. Het is niet erg als de wc rol plat wordt van het knippen. Knip alle stukjes wc rol nog een keer doormidden, zodat je in totaal 8 stukjes krijgt. Je mag zelf weten hoeveel stukjes je gebruikt om de bloem te maken, wij nemen alle 8 stukjes.
Knip de randjes bij als er wat haakjes aanzitten van het doorknippen. Verf de stukjes wc rol in één of twee mooie kleuren. Als de verf droog is, duw dan alle stukjes ongeveer even plat. Pak een stuk dik papier of karton met een mooie kleur. Leg de stukjes wc rol er één voor één op in een mooie cirkel. Doe daarna lijm op de onderkant van alle stukjes en plak ze op het papier. Je kunt de bloem versieren door bijvoorbeeld een bloemstengel op het papier te tekenen met stiften, potloden, of met verf.
Weer voorspellen:
Bladerdiertjes maken:
Heb je mooie herfstbladeren verzameld? Gebruik dan je fantasie en verf ( of stiften ) om er je eigen fantasiedieren mee te maken.
Met wat witte verf of tipp-ex kunt u de oogjes maken.
Heb je mooie herfstbladeren verzameld? Gebruik dan je fantasie en verf ( of stiften ) om er je eigen fantasiedieren mee te maken.
Met wat witte verf of tipp-ex kunt u de oogjes maken.
Perforator kunst:
Nodig:
Papier, lijm, eventueel watjes
Je krijgt een leuk effect als je met wat wit papier en een perforator gaatjes in het papier maakt en dit als sneeuw in de takken van de papieren bruine boom en op de grond laat dwarrelen. De sneeuwpop kun je ook van zelfgemaakte confetti maken, maar ook door watjes te gebruiken. In het voorbeeld is de hoed van vilt en het sjaaltje van crêpepapier. Je kunt gebruiken wat je in huis hebt, dat maakt knutselen met kosteloos materiaal heel laagdrempelig.
Nodig:
Papier, lijm, eventueel watjes
Je krijgt een leuk effect als je met wat wit papier en een perforator gaatjes in het papier maakt en dit als sneeuw in de takken van de papieren bruine boom en op de grond laat dwarrelen. De sneeuwpop kun je ook van zelfgemaakte confetti maken, maar ook door watjes te gebruiken. In het voorbeeld is de hoed van vilt en het sjaaltje van crêpepapier. Je kunt gebruiken wat je in huis hebt, dat maakt knutselen met kosteloos materiaal heel laagdrempelig.
Monsterpennenbak:
Pennenbakken kun je uiteraard in allerlei maten en vormen maken van verschillende soorten plastic flesjes. Ook leuk is het om verschillende maten aan elkaar te plakken en zo een heel groepje aan houdertjes te maken. Eén voor de pennen, één voor de paperclips, één om je USB-stick in te bewaren en ga zo maar door. Snijd de flessen op de gewenste hoogte af en verf ze in een mooie kleur. Ga je voor een groepje? Plak ze dan aan elkaar vast of zet ze vast op een kartonnen ondergrond. Ook kan je kiezen voor een grote fles, bijvoorbeeld van een wasmiddel, en deze grotere ruimte ga je dan verdelen in meerdere hokjes! Of maak er een lekkere gekke pennenbak van, zoals een monsterpennenbak. Want die plastic fles kun je immers in van alles omtoveren…
Pennenbakken kun je uiteraard in allerlei maten en vormen maken van verschillende soorten plastic flesjes. Ook leuk is het om verschillende maten aan elkaar te plakken en zo een heel groepje aan houdertjes te maken. Eén voor de pennen, één voor de paperclips, één om je USB-stick in te bewaren en ga zo maar door. Snijd de flessen op de gewenste hoogte af en verf ze in een mooie kleur. Ga je voor een groepje? Plak ze dan aan elkaar vast of zet ze vast op een kartonnen ondergrond. Ook kan je kiezen voor een grote fles, bijvoorbeeld van een wasmiddel, en deze grotere ruimte ga je dan verdelen in meerdere hokjes! Of maak er een lekkere gekke pennenbak van, zoals een monsterpennenbak. Want die plastic fles kun je immers in van alles omtoveren…
Melkhuisjes:
Met een kartonnen lege melkbus en wat verf komt u al ver:
Met een kartonnen lege melkbus en wat verf komt u al ver:
Figuurtjes maken:
Zo kunt u ook met lege toiletpapier rolletjes en verf ( of stiften ) diverse figuurtjes maken met de kinderen:
Schaar en lijm is nu wel handig.
Zo kunt u ook met lege toiletpapier rolletjes en verf ( of stiften ) diverse figuurtjes maken met de kinderen:
Schaar en lijm is nu wel handig.
Branden met de zon:
Spelen met klei:
Zelf maken:
Zelf klei maken is dan een veel goedkopere optie; je kan zoveel maken als je zelf wilt van ingrediënten die je gewoon in huis hebt.
Het voordeel van zelf klei maken is dat dit niet giftig is. Daarnaast heeft het als voordeel dat de geur minder sterk is. Helaas, zelf klei maken blijkt in de praktijk niet zo makkelijk.
Nodig:
200 gram (witte) bloem, 100 gram zout, 2 eetlepels zonnebloemolie (babyolie kan ook, dat geeft een net wat andere geur en gevoel), eetlepel citroensap, kokend heet water, eventueel voedingskleurstof, geurtjes of glitters
Als er een kind met deze klei gaat spelen kan je de hoeveelheden halveren. Dan heb je ruim voldoende om heerlijk te kunnen spelen.
Recept:
Je begint met het water te koken. In een grote kom meng je de droge ingrediënten bloem en zout. Vervolgens meng je de eetlepels olie en citroensap erdoor zodat er een paar klontjes ontstaan. Best met een vork zodat je het goed kan mixen. Zodra het water kookt (je hoeft de klei niet te koken, maar werkt wel met kokend heet water in dit recept) kleur je dit met een paar druppels kleurstof. Best geconcentreerde voedingskleurstofgel; een druppel is dan ook meer dan voldoende. Donkerroze / tegen rood water zorgt uiteindelijk voor een lichtroze kleur. Hiervan giet je telkens een klein scheutje bij het mengsel. Tot er geen poeder meer over is. Dan ga je verder kneden met je handen. Doordat je eerst het water kleurt hoef je niet bang te zijn voor het afgeven aan je handen. Je hoeft ook niet meer bang te zijn dat het water kokend heet is. Totdat je een soepele massa hebt kan je er telkens wat water bijgieten. Is het te nat, doe er dan nog wat bloem bij. Aan een klomp klei kunt u nog wat glitters toevoegen.
Zelf maken:
Zelf klei maken is dan een veel goedkopere optie; je kan zoveel maken als je zelf wilt van ingrediënten die je gewoon in huis hebt.
Het voordeel van zelf klei maken is dat dit niet giftig is. Daarnaast heeft het als voordeel dat de geur minder sterk is. Helaas, zelf klei maken blijkt in de praktijk niet zo makkelijk.
Nodig:
200 gram (witte) bloem, 100 gram zout, 2 eetlepels zonnebloemolie (babyolie kan ook, dat geeft een net wat andere geur en gevoel), eetlepel citroensap, kokend heet water, eventueel voedingskleurstof, geurtjes of glitters
Als er een kind met deze klei gaat spelen kan je de hoeveelheden halveren. Dan heb je ruim voldoende om heerlijk te kunnen spelen.
Recept:
Je begint met het water te koken. In een grote kom meng je de droge ingrediënten bloem en zout. Vervolgens meng je de eetlepels olie en citroensap erdoor zodat er een paar klontjes ontstaan. Best met een vork zodat je het goed kan mixen. Zodra het water kookt (je hoeft de klei niet te koken, maar werkt wel met kokend heet water in dit recept) kleur je dit met een paar druppels kleurstof. Best geconcentreerde voedingskleurstofgel; een druppel is dan ook meer dan voldoende. Donkerroze / tegen rood water zorgt uiteindelijk voor een lichtroze kleur. Hiervan giet je telkens een klein scheutje bij het mengsel. Tot er geen poeder meer over is. Dan ga je verder kneden met je handen. Doordat je eerst het water kleurt hoef je niet bang te zijn voor het afgeven aan je handen. Je hoeft ook niet meer bang te zijn dat het water kokend heet is. Totdat je een soepele massa hebt kan je er telkens wat water bijgieten. Is het te nat, doe er dan nog wat bloem bij. Aan een klomp klei kunt u nog wat glitters toevoegen.
Klei zonder koken:
Eigenlijk gebruik je dezelfde ingrediënten, maar dan zonder kokend water. Of je kan het aanpassen met de volgende ingrediënten;
300 gram (tarwe)bloem, 150 gram zout, 200 ml water,
1 eetlepel natriumcarbonaat of bak soda, 1 eetlepel olie (zonnebloemolie / babyolie)
Je mengt alles door elkaar, goed kneden en je kunt kleien! Je kunt deze klei ongeveer een maand bewaren. Is de klei te nat kan je er wat extra bloem bij doen, is hij te droog dan helpt wat extra water.
Naast de bovenstaande recepten kan je ook een superzachte klei maken. Hiervoor heb je slechts twee ingrediënten nodig; namelijk maizena en (goedkope) haar conditioner (bijvoorbeeld van de action). Deze ingrediënten meng je in een verhouding van 1 conditioner en 2,5 maizena, afmeten kan onder andere met een klein koffiekopje. De kinderen kunnen dit ook prima zelf maken. Het beste werkt het als je eerst met een vorkje roert, omdat de ingrediënten niet makkelijk combineren. En later met de blote handen, kan er daarna gelijk gespeeld worden.
Als de klei te droog wordt en gaat afbrokkelen kan je iets meer conditioner toevoegen.
Eigenlijk gebruik je dezelfde ingrediënten, maar dan zonder kokend water. Of je kan het aanpassen met de volgende ingrediënten;
300 gram (tarwe)bloem, 150 gram zout, 200 ml water,
1 eetlepel natriumcarbonaat of bak soda, 1 eetlepel olie (zonnebloemolie / babyolie)
Je mengt alles door elkaar, goed kneden en je kunt kleien! Je kunt deze klei ongeveer een maand bewaren. Is de klei te nat kan je er wat extra bloem bij doen, is hij te droog dan helpt wat extra water.
Naast de bovenstaande recepten kan je ook een superzachte klei maken. Hiervoor heb je slechts twee ingrediënten nodig; namelijk maizena en (goedkope) haar conditioner (bijvoorbeeld van de action). Deze ingrediënten meng je in een verhouding van 1 conditioner en 2,5 maizena, afmeten kan onder andere met een klein koffiekopje. De kinderen kunnen dit ook prima zelf maken. Het beste werkt het als je eerst met een vorkje roert, omdat de ingrediënten niet makkelijk combineren. En later met de blote handen, kan er daarna gelijk gespeeld worden.
Als de klei te droog wordt en gaat afbrokkelen kan je iets meer conditioner toevoegen.
Hard wordende klei:
Nodig:
Een kop maïzena, Twee koppen baksoda, Voedselkleurstoffen, Anderhalve kop koud water
Recept:
De baksoda vermeng je met de maïzena in een oude pan. Blijf kloppen tot het goed door elkaar gegaan is. Daarna voeg je het water toe. Blijf hierbij goed roeren tot alles echt goed gemengd is en er geen klonten meer zijn. Dan voeg je de kleur toe. Begin met een paar druppeltjes en bekijk hoe de kleur is. Door meer kleurstof erin te doen maak je de kleur uiteraard harder. Het mengsel wat je nu hebt verwarm je op een middelmatig vuur. Ook nu blijf je roeren met de garde anders zit alles straks vast aan je pan en heb je er dus niks aan. Het deeg blijf je zo roeren tot het één groot geheel wordt en je bijna niet meer roeren kan. Haal de pan van het fornuis. Het geheel moet nu afkoelen, maar je moet wel opletten dat het niet te erg uitdroogt en dus voortijdig hard wordt. Daarom haal je het deeg eerst uit de hete pan en doe je het in een schaal. Hier overheen leg je een natte doek. Nu moet de klei blijven staan tot het helemaal is afgekoeld. Als het afgekoeld is kan je gaan kleien. Eerst kneed je de klei even zelf om het glad te krijgen en te zien hoe het werkt. Je kunt nu namelijk nog actie ondernemen als het toch niet helemaal goed is. Bij te dikke klei kan je er nog een beetje water door doen. Let op dat je dit met maar een paar druppeltjes doet! Plakkerige klei maak je fijner door er nog wat maïzena door heen te doen. Nadat je klaar bent met kleien zet je het werk op een veilige plek. Hard worden kan wel tot 48 uur duren. Daarna kan je het gaan verven.
Nodig:
Een kop maïzena, Twee koppen baksoda, Voedselkleurstoffen, Anderhalve kop koud water
Recept:
De baksoda vermeng je met de maïzena in een oude pan. Blijf kloppen tot het goed door elkaar gegaan is. Daarna voeg je het water toe. Blijf hierbij goed roeren tot alles echt goed gemengd is en er geen klonten meer zijn. Dan voeg je de kleur toe. Begin met een paar druppeltjes en bekijk hoe de kleur is. Door meer kleurstof erin te doen maak je de kleur uiteraard harder. Het mengsel wat je nu hebt verwarm je op een middelmatig vuur. Ook nu blijf je roeren met de garde anders zit alles straks vast aan je pan en heb je er dus niks aan. Het deeg blijf je zo roeren tot het één groot geheel wordt en je bijna niet meer roeren kan. Haal de pan van het fornuis. Het geheel moet nu afkoelen, maar je moet wel opletten dat het niet te erg uitdroogt en dus voortijdig hard wordt. Daarom haal je het deeg eerst uit de hete pan en doe je het in een schaal. Hier overheen leg je een natte doek. Nu moet de klei blijven staan tot het helemaal is afgekoeld. Als het afgekoeld is kan je gaan kleien. Eerst kneed je de klei even zelf om het glad te krijgen en te zien hoe het werkt. Je kunt nu namelijk nog actie ondernemen als het toch niet helemaal goed is. Bij te dikke klei kan je er nog een beetje water door doen. Let op dat je dit met maar een paar druppeltjes doet! Plakkerige klei maak je fijner door er nog wat maïzena door heen te doen. Nadat je klaar bent met kleien zet je het werk op een veilige plek. Hard worden kan wel tot 48 uur duren. Daarna kan je het gaan verven.
De zon als klok:
Slijm maken:
Zonder lenzenvloeistof met wasmiddel:
Voor veel recepten gebruik je lenzenvloeistof vanwege de borax die daar in zit.
Je kan dit echter ook vervangen door wasmiddel! Iets wat je waarschijnlijk wel in huis hebt, ook als je geen lenzen hebt.
Hiervoor heb je nodig;
Scheerschuim, Knutsellijm, Vloeibaar wasmiddel
In veel recepten heb je lijm nodig om slijm te maken. De lijm die hiervoor het beste geschikt is, is de zogenaamde witte knutsellijm. Ook transparante kinderlijm is hiervoor zeer geschikt. Het voordeel van deze lijm is daarnaast dat hij op waterbasis is en niet schadelijk voorkinderen.
Je begint met de fles lijm leeg te knijpen in de kom. Daarna spuit je de scheerschuim erbij om het lekker fluffy te maken (wel eerst goed schudden). De lijm en het schuim meng je goed door elkaar tot een stevig geheel. Daarna giet je er heel voorzichtig wat wasmiddel aan toe. Met je vingers kan je voelen of het nog plakt. Zodra het niet meer plakt ben je klaar en kan je het uit de kom halen om mee te spelen.
Nog wat tips voor het maken van slijm:
Wil je je slijm lekker laten ruiken of de geur van lijm compenseren; schenk er dan ook wat baby-olie bij. Je hebt zowel neutraal geurende olie als met een geurtje.
Als je lenzenvloeistof moet gebruiken, zorg dan dat je die gebruikt waar borax op de ingrediëntenlijst staat. Dit is nodig om van het slijm een geheel te maken.
Het beste werkt de transparante lijm van de Action, andere lijmen kunnen een heel wisselend resultaat hebben.
Om je slijm steviger te maken gebruik je baking soda, of bloem / meel. Hierdoor zorg je ervoor dat je slijm minder vloeibaar en plakkeriger wordt steviger wordt en wel aan elkaar blijft plakken maar minder aan je vingers. Als je heel veel gebruikt, krijg je een klei-achtige substantie.
Voor extra speciale slijm kan je bijvoorbeeld glitter toevoegen, of kleine confetti, schuimballetjes of wat je maar ook wilt als special effect.
Met voedingskleurstof kan je de slijm alle kleurtjes geven van de regenboog.
Ga vooral op je gevoel af, het is een kwestie van proberen tot je de juiste verhoudingen hebt gevonden. Vaak is het gewoon een combinatie van de ingrediënten en afwachten wat het resultaat is.
Als je in de zomer slijm maakt kan dit vanwege de temperatuur wat plakkeriger worden.
Is je slijm een beetje uitgedroogd? Wat lenzenvloeistof en je slijm is weer klaar om mee te spelen.
De slijm kan je het beste luchtdicht afgesloten bewaren.
Zonder lenzenvloeistof met wasmiddel:
Voor veel recepten gebruik je lenzenvloeistof vanwege de borax die daar in zit.
Je kan dit echter ook vervangen door wasmiddel! Iets wat je waarschijnlijk wel in huis hebt, ook als je geen lenzen hebt.
Hiervoor heb je nodig;
Scheerschuim, Knutsellijm, Vloeibaar wasmiddel
In veel recepten heb je lijm nodig om slijm te maken. De lijm die hiervoor het beste geschikt is, is de zogenaamde witte knutsellijm. Ook transparante kinderlijm is hiervoor zeer geschikt. Het voordeel van deze lijm is daarnaast dat hij op waterbasis is en niet schadelijk voorkinderen.
Je begint met de fles lijm leeg te knijpen in de kom. Daarna spuit je de scheerschuim erbij om het lekker fluffy te maken (wel eerst goed schudden). De lijm en het schuim meng je goed door elkaar tot een stevig geheel. Daarna giet je er heel voorzichtig wat wasmiddel aan toe. Met je vingers kan je voelen of het nog plakt. Zodra het niet meer plakt ben je klaar en kan je het uit de kom halen om mee te spelen.
Nog wat tips voor het maken van slijm:
Wil je je slijm lekker laten ruiken of de geur van lijm compenseren; schenk er dan ook wat baby-olie bij. Je hebt zowel neutraal geurende olie als met een geurtje.
Als je lenzenvloeistof moet gebruiken, zorg dan dat je die gebruikt waar borax op de ingrediëntenlijst staat. Dit is nodig om van het slijm een geheel te maken.
Het beste werkt de transparante lijm van de Action, andere lijmen kunnen een heel wisselend resultaat hebben.
Om je slijm steviger te maken gebruik je baking soda, of bloem / meel. Hierdoor zorg je ervoor dat je slijm minder vloeibaar en plakkeriger wordt steviger wordt en wel aan elkaar blijft plakken maar minder aan je vingers. Als je heel veel gebruikt, krijg je een klei-achtige substantie.
Voor extra speciale slijm kan je bijvoorbeeld glitter toevoegen, of kleine confetti, schuimballetjes of wat je maar ook wilt als special effect.
Met voedingskleurstof kan je de slijm alle kleurtjes geven van de regenboog.
Ga vooral op je gevoel af, het is een kwestie van proberen tot je de juiste verhoudingen hebt gevonden. Vaak is het gewoon een combinatie van de ingrediënten en afwachten wat het resultaat is.
Als je in de zomer slijm maakt kan dit vanwege de temperatuur wat plakkeriger worden.
Is je slijm een beetje uitgedroogd? Wat lenzenvloeistof en je slijm is weer klaar om mee te spelen.
De slijm kan je het beste luchtdicht afgesloten bewaren.