Ambachten:
Stoel maken:
Ga nooit zomaar op de grond zitten. Hierdoor verliest uw lichaam warmte aan de grond, ook zult u nat worden van grond vocht
dat opstijgt. Maak een stoel, of ga desnoods gewoon op een boomstam zitten.
Ga nooit zomaar op de grond zitten. Hierdoor verliest uw lichaam warmte aan de grond, ook zult u nat worden van grond vocht
dat opstijgt. Maak een stoel, of ga desnoods gewoon op een boomstam zitten.
Hier kunt u zo ver gaan als u wilt.
Creatief zijn is de boodschap zoals u hieronder kunt zien
( foto credits: Sebastian Schaub )
Creatief zijn is de boodschap zoals u hieronder kunt zien
( foto credits: Sebastian Schaub )
De klussers onder ons hebben het iets gemakkelijker.
Door een stuk waterdicht canvas te stikken heeft u een zit lap, een lap voor onder de hangmat te leggen maar ook een stoel bij:
Door een stuk waterdicht canvas te stikken heeft u een zit lap, een lap voor onder de hangmat te leggen maar ook een stoel bij:
Lader maken:
Het maken van een fluitje ( van een collega bushcrafter ):
Of u neemt een natuurlijk fluitje:
Zoek een blaadje van een of andere zachte grassoort, waarvan de randen niet omgekruld zijn.
Klem het tussen de twee duimen, zodat de nauwe spleet tussen hen midden door loopt.
Als u nu in de spleet blaast, uw lippen tegen de duimen gedrukt, geeft het gras een hoog en luid gepiep.
Zoek een blaadje van een of andere zachte grassoort, waarvan de randen niet omgekruld zijn.
Klem het tussen de twee duimen, zodat de nauwe spleet tussen hen midden door loopt.
Als u nu in de spleet blaast, uw lippen tegen de duimen gedrukt, geeft het gras een hoog en luid gepiep.
Berken olie maken (Foto's: Buzzard Bushcraft )
(dit gemengd met olie ( 70/30) werkt als anti insecten middel).
Het is goed voor leer te beschermen maar ook om de insecten weg te houden.
Als u hem verder inkookt krijgt u zelfs lijm.
Vind een dode berk, strip de bast hiervan en scheur hem in dunne strips.
Denk er aan u hebt VEEL bast nodig!
Stop de strips in een blik met deksel ( in de onderkant van het blik zit een gat, anders loopt de olie niet weg ).
(dit gemengd met olie ( 70/30) werkt als anti insecten middel).
Het is goed voor leer te beschermen maar ook om de insecten weg te houden.
Als u hem verder inkookt krijgt u zelfs lijm.
Vind een dode berk, strip de bast hiervan en scheur hem in dunne strips.
Denk er aan u hebt VEEL bast nodig!
Stop de strips in een blik met deksel ( in de onderkant van het blik zit een gat, anders loopt de olie niet weg ).
Graaf een blik in de grond ( waar u uw gevuld met berk blik straks opzet ).
Als de blikken op elkaar staan maakt u een vuur er boven op en steekt u dit aan.
Als het vuur volledig uitgebrand is verwijdert u de assen. Zorg wel dat alles goed afgekoeld is.
Als het vuur volledig uitgebrand is verwijdert u de assen. Zorg wel dat alles goed afgekoeld is.
Dennenteer maken:
Eerst neemt u een groot blik ( hetzelfde als bij berken teer/olie ).
Zorg dat u het kunt afdekken en maak onderin een gat met een pijp waar de teer uit kan lopen in een opvang container
( een ander half begraven blik ).
Zet het groot blik op een verhoging (zodat er een vuur onder kan gemaakt worden ) en
maakt bovenin wat kleine gaten zodat de druk weg kan.
Zoek dan naar dennenhout ( oude wortels uit een moeras want deze zijn het beste ).
U vult het groot blik met stukken hout en maakt het nat. Nu moet je een vuurtje stoken onder het blik en heel lang wachten.
Na een tijd komt de teer er vanzelf uitlopen. U moet letten dat er zo min mogelijk zuurstof bij komt tijdens het proces.
Als je klaar bent heb je een hele dichte houtskool over in de grote pot.
En in de half begraven pot, de teer. De bedoeling van het ingraven is dat het opgevangen teer afkoelt.
Gebruik van teer:
- Teer gemengd met verpulverd houtskool kan gebruikt worden als lijm.
- Pure teer word gebruikt als een soort van lak.
- Teer is antisceptisch.
- Teer word gebruikt om hout waterdicht te maken ( dak bekleding, boot, enzo... ).
Eerst neemt u een groot blik ( hetzelfde als bij berken teer/olie ).
Zorg dat u het kunt afdekken en maak onderin een gat met een pijp waar de teer uit kan lopen in een opvang container
( een ander half begraven blik ).
Zet het groot blik op een verhoging (zodat er een vuur onder kan gemaakt worden ) en
maakt bovenin wat kleine gaten zodat de druk weg kan.
Zoek dan naar dennenhout ( oude wortels uit een moeras want deze zijn het beste ).
U vult het groot blik met stukken hout en maakt het nat. Nu moet je een vuurtje stoken onder het blik en heel lang wachten.
Na een tijd komt de teer er vanzelf uitlopen. U moet letten dat er zo min mogelijk zuurstof bij komt tijdens het proces.
Als je klaar bent heb je een hele dichte houtskool over in de grote pot.
En in de half begraven pot, de teer. De bedoeling van het ingraven is dat het opgevangen teer afkoelt.
Gebruik van teer:
- Teer gemengd met verpulverd houtskool kan gebruikt worden als lijm.
- Pure teer word gebruikt als een soort van lak.
- Teer is antisceptisch.
- Teer word gebruikt om hout waterdicht te maken ( dak bekleding, boot, enzo... ).
Verf maken met noten:
Met walnoot of okkernoten kunt u verf maken.
De noten zijn nog groen. U plukt ze en slaat ze open, dan zult u zien dat ze snel zwart worden.
Gebruik handschoenen! Uw handen worden zwart en het gaat zeer moeilijk af!
Met walnoot of okkernoten kunt u verf maken.
De noten zijn nog groen. U plukt ze en slaat ze open, dan zult u zien dat ze snel zwart worden.
Gebruik handschoenen! Uw handen worden zwart en het gaat zeer moeilijk af!
Hierna gooit u de stukken met water in een pot.
Als het eenmaal kookt kunt u het te kleuren materiaal toevoegen.
Als het eenmaal kookt kunt u het te kleuren materiaal toevoegen.
Bijenwas
Dit is een vettige stof die door sommige soorten bijen word gemaakt.
Hiermee maken zij de wanden van de cellen die zich in het nest in de raten bevinden en waarin honing, stuifmeel en de jonge bijen worden opgekweekt. Bijenwas smelt tussen de 62 en 65 °C.
- Het kan gebruikt worden om kleding waterdicht te maken ( fjalraven was is bijna hetzelfde ).
- Bij het boogvuur kunt u bijen was rond de koord smeren. Dit zorgt ervoor dat de koord beter de spindel vast gript.
- Bijenwas geeft ook een geweldig goede kaars die geen rook of geur afgeeft.
- De was kan ook gebruikt worden om gereedschap te smeren ( ook om uw ritsen te onderhouden in de winter of in nat weer.
- Het kan dus ook gebruikt worden om pannen/potten in te smeren om een anti aanbaklaag te krijgen.
- Het is ook goed om te gebruiken in de winter om uw lippen te beschermen.
- In een noodgeval is het zelfs eetbaar.
Dit is een vettige stof die door sommige soorten bijen word gemaakt.
Hiermee maken zij de wanden van de cellen die zich in het nest in de raten bevinden en waarin honing, stuifmeel en de jonge bijen worden opgekweekt. Bijenwas smelt tussen de 62 en 65 °C.
- Het kan gebruikt worden om kleding waterdicht te maken ( fjalraven was is bijna hetzelfde ).
- Bij het boogvuur kunt u bijen was rond de koord smeren. Dit zorgt ervoor dat de koord beter de spindel vast gript.
- Bijenwas geeft ook een geweldig goede kaars die geen rook of geur afgeeft.
- De was kan ook gebruikt worden om gereedschap te smeren ( ook om uw ritsen te onderhouden in de winter of in nat weer.
- Het kan dus ook gebruikt worden om pannen/potten in te smeren om een anti aanbaklaag te krijgen.
- Het is ook goed om te gebruiken in de winter om uw lippen te beschermen.
- In een noodgeval is het zelfs eetbaar.
Wilt u bijenwas gebruiken om uw kleding waterdicht te krijgen moet u aan het werk gaan.
Eerst maakt u een impregnatie wax voor hout, stof metaal en leer.
Vanuit deze wax kunt u de fjallraven blokjes namaken.
Impregnatie wax:
2 delen bijenwas
1 deel terpentijnolie ( LET OP: geen terpentine, dat is iets heel anders! )
1 deel gekookte lijnzaadolie.
Fjallraven wax:
1 deel fixing wax
2 delen parafine
Door de lijnolie in de impregneer wax word de fjallraven namaak wax niet broos en door de terpentijnolie
trekt de wax goed in de kleding.
Eerst maakt u een impregnatie wax voor hout, stof metaal en leer.
Vanuit deze wax kunt u de fjallraven blokjes namaken.
Impregnatie wax:
2 delen bijenwas
1 deel terpentijnolie ( LET OP: geen terpentine, dat is iets heel anders! )
1 deel gekookte lijnzaadolie.
Fjallraven wax:
1 deel fixing wax
2 delen parafine
Door de lijnolie in de impregneer wax word de fjallraven namaak wax niet broos en door de terpentijnolie
trekt de wax goed in de kleding.
Persoonlijke houtsnijkit:
Ik bewaar mijn gear in een oude tweedehandse Engelse munitie pouch.
Foto hieronder: Crooked knife, Mora houtsnijmes, Mora lepelmes, 2 vijlen ( verschillende korrel, rasp en vijl ),
avegaar, 3 boren van verschillende maten, slijpsteen.
Ik bewaar mijn gear in een oude tweedehandse Engelse munitie pouch.
Foto hieronder: Crooked knife, Mora houtsnijmes, Mora lepelmes, 2 vijlen ( verschillende korrel, rasp en vijl ),
avegaar, 3 boren van verschillende maten, slijpsteen.
Mini houtsnij werk bank:
Lepel maken:
Als eerste, zoek een geschikt stuk hout.
Als eerste, zoek een geschikt stuk hout.
Vele houtsoorten zijn geschikt maar in het algemeen word is berk of es gebruikt.
U kunt vers hout gebruiken of iets ouder, voordeel bij vers hout is dat het zachter is,
voordeel bij wat ouder hout is dat je het vrijwel gelijk kunt opschuren.
Voor een gewone lepel is een stuk van 7 x 18 cm voldoende.
Met de handbijl splijten we het stuk hout door midden, zo kun je er twee lepels van maken.
Als u de goede dikte hebt, tekent u grof de vorm van uw lepel op het hout ( dit kunt u doen met houtskool ).
U kunt vers hout gebruiken of iets ouder, voordeel bij vers hout is dat het zachter is,
voordeel bij wat ouder hout is dat je het vrijwel gelijk kunt opschuren.
Voor een gewone lepel is een stuk van 7 x 18 cm voldoende.
Met de handbijl splijten we het stuk hout door midden, zo kun je er twee lepels van maken.
Als u de goede dikte hebt, tekent u grof de vorm van uw lepel op het hout ( dit kunt u doen met houtskool ).
Na het ontschorsen van het hout begint u met het weg hakken met het bijl.
Nadat u de grove vorm hebt kunt u beginnen met uw (Lepel)mes.
Met uw lepel mes begint u de “lepel” uit te halen.
Nadat u de grove vorm hebt kunt u beginnen met uw (Lepel)mes.
Met uw lepel mes begint u de “lepel” uit te halen.
De beweging die u maakt is een schep beweging.
U trekt het lepel mes niet naar u toe! U maakt een draaiende schepbeweging met de pols van u af!
Bij houtsnijden werkt u altijd met de nerf mee en nooit tegen de nerf in. Als u een mooie vorm heeft is het nog de steel afmaken.
U trekt het lepel mes niet naar u toe! U maakt een draaiende schepbeweging met de pols van u af!
Bij houtsnijden werkt u altijd met de nerf mee en nooit tegen de nerf in. Als u een mooie vorm heeft is het nog de steel afmaken.
Van een PET fles kunt u ook een nood lepel maken:
Lepels uitbranden:
Maak als eerste een stevig vuur zodat u een laag kolen krijgt. Hard hout ( eik )geven de beste kolen.
Dan splijt u een stammetje waarop u uw lepel uittekent.
Zoals u ziet op de foto maakt u dan de inkepingen en snijdt u de basis vorm uit.
Maak als eerste een stevig vuur zodat u een laag kolen krijgt. Hard hout ( eik )geven de beste kolen.
Dan splijt u een stammetje waarop u uw lepel uittekent.
Zoals u ziet op de foto maakt u dan de inkepingen en snijdt u de basis vorm uit.
Dan komt het warme werk.
U plaats kooljes in de opening ( om het gemakkelijk te houden kunt u met uw mes een klein kuiltje maken waar de kolen mooi in blijven liggen ). Dan neemt u een buisje ( een klein buisje om het vuur aan te blazen werkt perfect hiervoor).
In ademen door de neus en uitblazen via het buisje... anders krijgt u het snel te warm.... ;)
Een buisjes van vlier of wilg werkt ook..
Van hout maakt u een tang om de kolen uit het vuur te halen.
Om het kooltje op zijn plak te houden kunt u een dun stukje groen hout erop leggen en zo de kool vasthouden op zijn plek.
U plaats kooljes in de opening ( om het gemakkelijk te houden kunt u met uw mes een klein kuiltje maken waar de kolen mooi in blijven liggen ). Dan neemt u een buisje ( een klein buisje om het vuur aan te blazen werkt perfect hiervoor).
In ademen door de neus en uitblazen via het buisje... anders krijgt u het snel te warm.... ;)
Een buisjes van vlier of wilg werkt ook..
Van hout maakt u een tang om de kolen uit het vuur te halen.
Om het kooltje op zijn plak te houden kunt u een dun stukje groen hout erop leggen en zo de kool vasthouden op zijn plek.
Dan begint u te blazen.
U moet letten dat u niet over de getekende lijn van uw lepel gaat branden.
De bedoeling is dat u zuurstof onder de kool krijgt ( zuurstof vanboven laat hem anders alleen langs boven gloeien ).
U moet letten dat u niet over de getekende lijn van uw lepel gaat branden.
De bedoeling is dat u zuurstof onder de kool krijgt ( zuurstof vanboven laat hem anders alleen langs boven gloeien ).
Als de binnenkant van uw lepel volledig verkoold is stopt u even en schraapt u dit weg met uw mes.
Dan ga je verder met een nieuwe kool... Tot als u de gewenste diepte krijgt.
Dan kunt u met schuurpapier hem afwerken ( vroeger deed men dit met zand en met stenen ).
Hierna kunt u voorzichtig de lepel afwerken naar uw smaak. Op deze manier maakte men kommen tot zelfs boten.
Dan ga je verder met een nieuwe kool... Tot als u de gewenste diepte krijgt.
Dan kunt u met schuurpapier hem afwerken ( vroeger deed men dit met zand en met stenen ).
Hierna kunt u voorzichtig de lepel afwerken naar uw smaak. Op deze manier maakte men kommen tot zelfs boten.
Klei kommen:
Al sinds de nieuwe steentijd ( prehistorische periode die ca. 11.000 v.Chr. begon, en duurde tot de bronstijd ) worden er potten gebruikt. Deze werden in kuilovens gebakken.
De manier zoals je ziet in de film Ghost waarin ze potten maken met een draaischijf kende onze voorouders niet.
Geschikte klei om aardewerk te maken komt op vele plaatsen voor. Telkens als een rivier overstroomt, blijven op de oever kleidelen achter, die ophopen tot een flinke laag. In Nederland kunt u rivierklei vinden langs de Rijn, Ijssel en Waal.
In veel landen worden er nog steeds traditioneel potten en bekers gebakken.
De klei moeten we mageren, dit kan met wit zand, houtassen/kool, schelpgruis of zelfs stro.
Die magering is er dus voor om te zorgen dat de pot niet barst en zodat de klei goed samen houdt.
We hanteren 75%klei en 15% mageer. Voordat we de klei voor ons doel gaan vormen , kneden we deze net zo lang tot vrijwel alle lucht er uit is. Tijdens het bakken zal de lucht uitzetten ,en omdat deze ingesloten zit in de klei en zo niet kan ontsnappen kan er breuk ontstaan.
Het eenvoudigste is nu om de klei tot een ronde bal te vormen.
Hierna drukken we de duim in het midden, en beginnen zo met het vormen van de pot .
Daarna trekken we al knedend de wanden op, er voor zorgend dat de dikte overal gelijk blijft.
De klei nooit brokkelig laten worden.
De tweede methode bestaat om een pot te maken uit kleirollen.
Hiervoor nemen een bolletje klei en rollen dit op een harde vlakke ondergrond uit tot een ‘worst’ van ongeveer 1cm dikte.
Deze worden dan op elkaar gestapeld en stevig aangedrukt, zodat alle lucht er uit wordt geperst. (ringentechniek zie afbeelding hieronder)
Dan gaat u met natte handen de binnen en buitenkant glad maken tot u een mooie kom krijgt.
Doe dit rustig, anders klapt de kom in elkaar. Deze werkwijze is heel geschikt om grote potten te maken.
De wand van je pot is ongeveer 0,6 tot 0,9 cm dik.
Dan laat men de pot 4 dagen drogen, dit is gewoon wind drogen op een goed verluchte plek.
Op de 5de dag kunt u hem polijsten. Dit kan met elk voorwerp met een glad oppervlak.
Het polijsten heeft als grote voordeel dat de kleistructuur compacter wordt waardoor de potten vrijwel waterdicht worden.
Ook kunnen we in het klei versieringen aanbrengen zoals inkervingen, indrukken van een stuk touw of schelp of met de nagels en duim. Glazuur kenden de prehistorische mensen nog niet.
Als we een pot hebben vervaardigd moet deze ongeveer 2 weken drogen voordat we hem kunnen bakken.
Dit drogen moet heel langzaam gebeuren.
Mocht dit te snel gaan dan zal de pot niet aan alle kanten geleidelijk drogen waardoor deze onregelmatig krimpt en hierdoor barsten ontstaan.
Het bakken:
Maak eerst een klein vuurtje. Hier zet je de potten in ( door het kleine vuur gaat nu het laatste vocht eruit ).
Na een kwartiertje begin je met het vuur op te bouwen tot een hevig vuur en laat je ze gedurende 30 min bakken.
Na het bakken als ze nog warm zijn gaat men er met hars over op ze te sealen ( hiervoor kunt u damarhars gebruiken )..
Let op! Sommige mensen verdragen geen klei. U kunt klei in de natuur zoeken. Maar die moet u zuiver maken. Het gemakkelijkste is dat u klei koopt!
Denk eraan dat u navraagt of de aangekochte klei voedselveilig is ( hangt van merk tot merk af ). Voor het kleuren gebruikte men vroeger okerpoeder. Ook hier moet u navraag naar doen.
Een andere optie is:
De gemakkelijkste manier is de kom begraven in zand.
Ook vult u de binnenkant met zand. Hierdoor is de kom beschermd en zal het vuur ( er rond om ) de kom gelijkmatig verwarmen.
Gebruik voor een heet vuur alleen kurkdroog hout ( u moet een temperatuur krijgen van rond de 800°C om te bakken ).
Zorg er wel voor dat het vuur geleidelijk warmer wordt, anders kan de kom barsten. Rond de 600°C zie je de kom al gloeien.
Van hieruit gaat u het vuur nog warmer stoken en laat u dit gedurende 2 tot 3 uurs stevig doorbranden
( liefst zelfs een godganse dag ). Laat dan het vuur langzaam afkoelen.
Als het vuur gedoofd is laat u de kom nog enkele uren zitten. Dit warmt nog na, de klei kan nog barsten als hij te snel afkoelt.
Nadien kunt u hem gebruiken.
Let op ongeveer de helft van de gemaakte kommen zullen barsten.
Dus maak er meerdere en verwacht niet dat het van de eerste keer perfect lukt.
Al sinds de nieuwe steentijd ( prehistorische periode die ca. 11.000 v.Chr. begon, en duurde tot de bronstijd ) worden er potten gebruikt. Deze werden in kuilovens gebakken.
De manier zoals je ziet in de film Ghost waarin ze potten maken met een draaischijf kende onze voorouders niet.
Geschikte klei om aardewerk te maken komt op vele plaatsen voor. Telkens als een rivier overstroomt, blijven op de oever kleidelen achter, die ophopen tot een flinke laag. In Nederland kunt u rivierklei vinden langs de Rijn, Ijssel en Waal.
In veel landen worden er nog steeds traditioneel potten en bekers gebakken.
De klei moeten we mageren, dit kan met wit zand, houtassen/kool, schelpgruis of zelfs stro.
Die magering is er dus voor om te zorgen dat de pot niet barst en zodat de klei goed samen houdt.
We hanteren 75%klei en 15% mageer. Voordat we de klei voor ons doel gaan vormen , kneden we deze net zo lang tot vrijwel alle lucht er uit is. Tijdens het bakken zal de lucht uitzetten ,en omdat deze ingesloten zit in de klei en zo niet kan ontsnappen kan er breuk ontstaan.
Het eenvoudigste is nu om de klei tot een ronde bal te vormen.
Hierna drukken we de duim in het midden, en beginnen zo met het vormen van de pot .
Daarna trekken we al knedend de wanden op, er voor zorgend dat de dikte overal gelijk blijft.
De klei nooit brokkelig laten worden.
De tweede methode bestaat om een pot te maken uit kleirollen.
Hiervoor nemen een bolletje klei en rollen dit op een harde vlakke ondergrond uit tot een ‘worst’ van ongeveer 1cm dikte.
Deze worden dan op elkaar gestapeld en stevig aangedrukt, zodat alle lucht er uit wordt geperst. (ringentechniek zie afbeelding hieronder)
Dan gaat u met natte handen de binnen en buitenkant glad maken tot u een mooie kom krijgt.
Doe dit rustig, anders klapt de kom in elkaar. Deze werkwijze is heel geschikt om grote potten te maken.
De wand van je pot is ongeveer 0,6 tot 0,9 cm dik.
Dan laat men de pot 4 dagen drogen, dit is gewoon wind drogen op een goed verluchte plek.
Op de 5de dag kunt u hem polijsten. Dit kan met elk voorwerp met een glad oppervlak.
Het polijsten heeft als grote voordeel dat de kleistructuur compacter wordt waardoor de potten vrijwel waterdicht worden.
Ook kunnen we in het klei versieringen aanbrengen zoals inkervingen, indrukken van een stuk touw of schelp of met de nagels en duim. Glazuur kenden de prehistorische mensen nog niet.
Als we een pot hebben vervaardigd moet deze ongeveer 2 weken drogen voordat we hem kunnen bakken.
Dit drogen moet heel langzaam gebeuren.
Mocht dit te snel gaan dan zal de pot niet aan alle kanten geleidelijk drogen waardoor deze onregelmatig krimpt en hierdoor barsten ontstaan.
Het bakken:
Maak eerst een klein vuurtje. Hier zet je de potten in ( door het kleine vuur gaat nu het laatste vocht eruit ).
Na een kwartiertje begin je met het vuur op te bouwen tot een hevig vuur en laat je ze gedurende 30 min bakken.
Na het bakken als ze nog warm zijn gaat men er met hars over op ze te sealen ( hiervoor kunt u damarhars gebruiken )..
Let op! Sommige mensen verdragen geen klei. U kunt klei in de natuur zoeken. Maar die moet u zuiver maken. Het gemakkelijkste is dat u klei koopt!
Denk eraan dat u navraagt of de aangekochte klei voedselveilig is ( hangt van merk tot merk af ). Voor het kleuren gebruikte men vroeger okerpoeder. Ook hier moet u navraag naar doen.
Een andere optie is:
De gemakkelijkste manier is de kom begraven in zand.
Ook vult u de binnenkant met zand. Hierdoor is de kom beschermd en zal het vuur ( er rond om ) de kom gelijkmatig verwarmen.
Gebruik voor een heet vuur alleen kurkdroog hout ( u moet een temperatuur krijgen van rond de 800°C om te bakken ).
Zorg er wel voor dat het vuur geleidelijk warmer wordt, anders kan de kom barsten. Rond de 600°C zie je de kom al gloeien.
Van hieruit gaat u het vuur nog warmer stoken en laat u dit gedurende 2 tot 3 uurs stevig doorbranden
( liefst zelfs een godganse dag ). Laat dan het vuur langzaam afkoelen.
Als het vuur gedoofd is laat u de kom nog enkele uren zitten. Dit warmt nog na, de klei kan nog barsten als hij te snel afkoelt.
Nadien kunt u hem gebruiken.
Let op ongeveer de helft van de gemaakte kommen zullen barsten.
Dus maak er meerdere en verwacht niet dat het van de eerste keer perfect lukt.
Wood spirit:
Een woodspirit is een zeer leuke bezigheid. Het vergt wel wat oefening in mes vaardigheden.
Als u kijkt op het internet ziet u diverse kunstwerken ( zoals deze hier onder):
Een kleinere en gemakkelijkere versie kunt u maken door deze tutorial:
http://www.bushcraftuk.com/forum/showthread.php?t=66323
Een woodspirit is een zeer leuke bezigheid. Het vergt wel wat oefening in mes vaardigheden.
Als u kijkt op het internet ziet u diverse kunstwerken ( zoals deze hier onder):
Een kleinere en gemakkelijkere versie kunt u maken door deze tutorial:
http://www.bushcraftuk.com/forum/showthread.php?t=66323
Schors verzamelen.
Denk eraan als u dit met bomen die leven sterven ze! In lente tot vooraan in de zomer laat het bas heel makkelijk los van boom. Schors van de berk wordt wel het meeste gebruikt.
Oude vondsten in het buitenland hebben aangetoond dat er ook schoenen van werden gemaakt en kledingstukken.
Door de betuline in de berk kan deze bast goed tegen weersomstandigheden.
Ook schors van andere loofbomen is heel goed bruikbaar. Zoals wilg waarvan de bast heel makkelijk los laat.
Kerf (zaag) de omtrek van een stam geheel in, zo’n 0.5 cm diepte aan de onderkant van de boom en 1 keer rondom een stuk hoger ( hoe hoog u gaat, des te groter het stuk bast is ).
Maak nu in lengte tussen de rondgezaagde ringen ook een kerf.
Als dit gedaan is slaan we voorzichtig met een stevige stok rondom om de schors.
Hierdoor zal de schors los laten. Hoe minder noesten of knoken het hout bevat hoe gemakkelijker dit zal gaan.
We kunnen de schors nu voorzichtig uitbuigen en van de stam nemen.
Denk eraan als u dit met bomen die leven sterven ze! In lente tot vooraan in de zomer laat het bas heel makkelijk los van boom. Schors van de berk wordt wel het meeste gebruikt.
Oude vondsten in het buitenland hebben aangetoond dat er ook schoenen van werden gemaakt en kledingstukken.
Door de betuline in de berk kan deze bast goed tegen weersomstandigheden.
Ook schors van andere loofbomen is heel goed bruikbaar. Zoals wilg waarvan de bast heel makkelijk los laat.
Kerf (zaag) de omtrek van een stam geheel in, zo’n 0.5 cm diepte aan de onderkant van de boom en 1 keer rondom een stuk hoger ( hoe hoog u gaat, des te groter het stuk bast is ).
Maak nu in lengte tussen de rondgezaagde ringen ook een kerf.
Als dit gedaan is slaan we voorzichtig met een stevige stok rondom om de schors.
Hierdoor zal de schors los laten. Hoe minder noesten of knoken het hout bevat hoe gemakkelijker dit zal gaan.
We kunnen de schors nu voorzichtig uitbuigen en van de stam nemen.
Berkenbast kom maken:
Na het verzamelen ( of aankopen ) van de bast gaat u de schors uitspreiden, en de bodem van het ‘mandje’ op de schors uit tekenen. De vorm hiervan lijkt veel op een boot.
Waar de punten hiervan samen komen wordt een inkeping gemaakt.
De getekende lijnen worden de vouwlijnen van het mandje.
Als het mandje is gevouwen kunnen we met een priem gaatjes erin maken om de uiteinden aan elkaar te knopen.
Als bindmateriaal kunnen we fijne wortels van de spar gebruiken ( zie koorden ).
Hier zit u een duidelijk filmpje hoe u een gemakkelijke kom kunt maken:
Na het verzamelen ( of aankopen ) van de bast gaat u de schors uitspreiden, en de bodem van het ‘mandje’ op de schors uit tekenen. De vorm hiervan lijkt veel op een boot.
Waar de punten hiervan samen komen wordt een inkeping gemaakt.
De getekende lijnen worden de vouwlijnen van het mandje.
Als het mandje is gevouwen kunnen we met een priem gaatjes erin maken om de uiteinden aan elkaar te knopen.
Als bindmateriaal kunnen we fijne wortels van de spar gebruiken ( zie koorden ).
Hier zit u een duidelijk filmpje hoe u een gemakkelijke kom kunt maken:
Een archeologische vondst is in Finland gedaan waarbij een stukje schors is terug gevonden met hierin nog ‘tandafdrukken’, en wordt gedateerd op zo’n 5000 jaar geleden. Er wordt aangenomen dat de mensen vroeger op deze ‘kauwgum’ kauwde om infecties aan het tandvlees te bestrijden. De Aboriginals maken zelf nu nog kunstwerkjes door patronen te bijten in bast:
Container van berk:
Neem hiervoor zomaar geen stukken van een levende berk!
Voor het te maken: een zeer duidelijke tutorial op: http://www.jonsbushcraft.com/birchcontainer.htm
Let op! Kommen en tassen uit berk maken word gedaan in de Noordelijke landen.
Hier in Belgie is de berk in het algemeen in te kleine stukken en ook te dun.
Neem hiervoor zomaar geen stukken van een levende berk!
Voor het te maken: een zeer duidelijke tutorial op: http://www.jonsbushcraft.com/birchcontainer.htm
Let op! Kommen en tassen uit berk maken word gedaan in de Noordelijke landen.
Hier in Belgie is de berk in het algemeen in te kleine stukken en ook te dun.
Gereedschap uit bot:
Als je bushcrafter de kans hebt om een dier te slachten ( en ja ook in een noodsituatie ) is het mooi ( en respectvol ) als u alles gebruikt van het dier... de botten vallen ook onder de noemer van gereedschap. Onze verre voorouders maakte al gereedschap en decoratieve stukken uit bot. Van de botten van het wild werden vroeger drinkbekers, naalden, speerpunten, harpoenen, haar- en kledingspelden, speelschijfjes, spinklossen, fluitjes gemaakt.
Been is niet te vervormen, althans niet zo dat het zijn oorspronkelijke structuur behoudt. Been heeft een richting zoals hout dat heeft. Bij de verwerking van been moet je daar rekening mee houden. Voor de voorwerpen kun je gekookt en rauw bot gebruiken. Gekookt komt het uit de soep en heeft dan ongeveer 2 uur getrokken. Alle vlees- en mergdelen zijn er dan af.
LET OP! Kookt u het bot langer dan twee uur, word het hard en breekbaar!
De lange maar dunne buitenste rand is slecht te gebruiken been. Dat kan je er ook afzagen.
Ook rib moet voor gebruik eerst bewerkt worden. De ene kant, met de aanhechting van de wervel zaag je eraf.
In het andere eind zit veel merg en weinig been, dit haal je er ook vanaf. De rest kun je gebruiken.
Tip: Boor ook hier weer gaten in het merg om het uitkoken te vergemakkelijken.
Nadat je zoveel mogelijk vellen en vlees hebt verwijderd kun je rauw bot in water leggen voordat je het gaat verwerken. Je moet dan ook eerst het merg hebben verwijderd. Na ongeveer 3 weken en elke dag vers water gebruikt te hebben kun je het been gebruiken. Ongekookt been is taaier dan gekookt en is daarmee geschikt voor hele dunne voorwerpen. Geschikt been is afkomstig van rund, paard (dit is geel en vetter), lam, schaap en alle hertachtigen. Van een varken kun je wel de poten gebruiken maar nooit ribben want die zijn te dun. Ook poten van grotere vogels en vleugelbeenderen zijn te gebruiken.
Let op:
Krijg je botten van een koe, die in een wei opgegraven zijn, kijk dan goed uit. Soms geven de boeren niet aan dat een koe gestorven is door miltvuur. Ook na tientallen jaren is bewerken van zult materiaal gevaarlijk. Miltvuur wordt namelijk veroorzaakt door een virus, die lange tijd kan blijven leven. De bewerking van botten van varkens, gestorven door varkenspest, is dus niet gevaarlijk.
In onze modern tijd kunnen we gebruik maken van modern gereedschap, echter kunt u het ook primitief maken.
Eerst moet u kijken om alle overtollige stukken weg te zagen ( zoals de knoken ).
Dan moet u het been dat u wilt gebruiken zuiver maken. Dit doet u het beste door het minstens anderhalve dag in water te laten staan zodat de bloedresten er uit trekken. Daarna worden de beenderen uitgekookt. Tijdens dit proces wordt het beenmerg uit de mergpijp verwijderd zodat ook de binnenkant mooi schoon kan koken. Na het verwijderen van het merg moeten de botten nog minstens anderhalf uur doorkoken in water waaraan soda is toegevoegd. De nog aanwezige peesresten kunnen makkelijker na het koken verwijderd worden. Na het afkoelen van de beenderen Kunt u het te snijden model uittekenen. Dit kunt u doen met een potlood of stuk houtskool. Met behulp van de figuurzaag wordt het been in een ruwe vorm gezaagd ( heeft u geen zaag moet u met een steen het bot in stukken slaan en kijken/zoeken naar het stuk bot dat u nodig heeft). Een andere optie is het bot in te snijden. door een inkeping te maken met uw mes maakt u als ware een breuklijn.
Nadien kunt u met een scherp mes uitsnijden wat u moet hebben ( naald, vishaak,... ).
Vroeger gebruikte men de vuursteen om te zagen en te bewerken. Maar vuursteen word snel bot. Het is dan ook alleen te gebruiken wanneer je zelf voor scherpe vuursteen kan zorgen.
Het afwerken gebeurt door het been te schuren en te polijsten. Schuur eerst met wat grover schuurpapier de ergste oneffenheden weg en gebruik om het geheel te verfijnen steeds fijner schuurpapier. Schuren op steen of nat leer met zand om te schuren tot u het eind product heeft werkt ook.
Tip:
Als je schouderblad neemt hou deze dan tegen het licht, dan zie je wat het massiefste gedeelte van het schouderblad is.
Dit gedeelte gebruik je dan. Weet wel dat tanden met een laagje merg ertussen vlug afbreken.
Hou bij de bewerking van been rekening met de ‘richting’ net als bij houtnerven.
Als je bushcrafter de kans hebt om een dier te slachten ( en ja ook in een noodsituatie ) is het mooi ( en respectvol ) als u alles gebruikt van het dier... de botten vallen ook onder de noemer van gereedschap. Onze verre voorouders maakte al gereedschap en decoratieve stukken uit bot. Van de botten van het wild werden vroeger drinkbekers, naalden, speerpunten, harpoenen, haar- en kledingspelden, speelschijfjes, spinklossen, fluitjes gemaakt.
Been is niet te vervormen, althans niet zo dat het zijn oorspronkelijke structuur behoudt. Been heeft een richting zoals hout dat heeft. Bij de verwerking van been moet je daar rekening mee houden. Voor de voorwerpen kun je gekookt en rauw bot gebruiken. Gekookt komt het uit de soep en heeft dan ongeveer 2 uur getrokken. Alle vlees- en mergdelen zijn er dan af.
LET OP! Kookt u het bot langer dan twee uur, word het hard en breekbaar!
De lange maar dunne buitenste rand is slecht te gebruiken been. Dat kan je er ook afzagen.
Ook rib moet voor gebruik eerst bewerkt worden. De ene kant, met de aanhechting van de wervel zaag je eraf.
In het andere eind zit veel merg en weinig been, dit haal je er ook vanaf. De rest kun je gebruiken.
Tip: Boor ook hier weer gaten in het merg om het uitkoken te vergemakkelijken.
Nadat je zoveel mogelijk vellen en vlees hebt verwijderd kun je rauw bot in water leggen voordat je het gaat verwerken. Je moet dan ook eerst het merg hebben verwijderd. Na ongeveer 3 weken en elke dag vers water gebruikt te hebben kun je het been gebruiken. Ongekookt been is taaier dan gekookt en is daarmee geschikt voor hele dunne voorwerpen. Geschikt been is afkomstig van rund, paard (dit is geel en vetter), lam, schaap en alle hertachtigen. Van een varken kun je wel de poten gebruiken maar nooit ribben want die zijn te dun. Ook poten van grotere vogels en vleugelbeenderen zijn te gebruiken.
Let op:
Krijg je botten van een koe, die in een wei opgegraven zijn, kijk dan goed uit. Soms geven de boeren niet aan dat een koe gestorven is door miltvuur. Ook na tientallen jaren is bewerken van zult materiaal gevaarlijk. Miltvuur wordt namelijk veroorzaakt door een virus, die lange tijd kan blijven leven. De bewerking van botten van varkens, gestorven door varkenspest, is dus niet gevaarlijk.
In onze modern tijd kunnen we gebruik maken van modern gereedschap, echter kunt u het ook primitief maken.
Eerst moet u kijken om alle overtollige stukken weg te zagen ( zoals de knoken ).
Dan moet u het been dat u wilt gebruiken zuiver maken. Dit doet u het beste door het minstens anderhalve dag in water te laten staan zodat de bloedresten er uit trekken. Daarna worden de beenderen uitgekookt. Tijdens dit proces wordt het beenmerg uit de mergpijp verwijderd zodat ook de binnenkant mooi schoon kan koken. Na het verwijderen van het merg moeten de botten nog minstens anderhalf uur doorkoken in water waaraan soda is toegevoegd. De nog aanwezige peesresten kunnen makkelijker na het koken verwijderd worden. Na het afkoelen van de beenderen Kunt u het te snijden model uittekenen. Dit kunt u doen met een potlood of stuk houtskool. Met behulp van de figuurzaag wordt het been in een ruwe vorm gezaagd ( heeft u geen zaag moet u met een steen het bot in stukken slaan en kijken/zoeken naar het stuk bot dat u nodig heeft). Een andere optie is het bot in te snijden. door een inkeping te maken met uw mes maakt u als ware een breuklijn.
Nadien kunt u met een scherp mes uitsnijden wat u moet hebben ( naald, vishaak,... ).
Vroeger gebruikte men de vuursteen om te zagen en te bewerken. Maar vuursteen word snel bot. Het is dan ook alleen te gebruiken wanneer je zelf voor scherpe vuursteen kan zorgen.
Het afwerken gebeurt door het been te schuren en te polijsten. Schuur eerst met wat grover schuurpapier de ergste oneffenheden weg en gebruik om het geheel te verfijnen steeds fijner schuurpapier. Schuren op steen of nat leer met zand om te schuren tot u het eind product heeft werkt ook.
Tip:
Als je schouderblad neemt hou deze dan tegen het licht, dan zie je wat het massiefste gedeelte van het schouderblad is.
Dit gedeelte gebruik je dan. Weet wel dat tanden met een laagje merg ertussen vlug afbreken.
Hou bij de bewerking van been rekening met de ‘richting’ net als bij houtnerven.
Het maken van een kam:
Het motief van de kam kun je op papier tekenen met potlood.
Dit motief vervolgens op het schouderblad of stuk gewei plakken.
Eerst zaagt u de tanden uit (met een rond figuurzaagje), zodat u nog grip hebt in de bankschroef.
Daarna de kam rondom uitzagen. Als laatste vijlen en schuren tot de kam blinkt.
Polijsten met koperpoets en de kam is klaar voor gebruik.
Het motief van de kam kun je op papier tekenen met potlood.
Dit motief vervolgens op het schouderblad of stuk gewei plakken.
Eerst zaagt u de tanden uit (met een rond figuurzaagje), zodat u nog grip hebt in de bankschroef.
Daarna de kam rondom uitzagen. Als laatste vijlen en schuren tot de kam blinkt.
Polijsten met koperpoets en de kam is klaar voor gebruik.
Een naald:
Een naald kan gemaakt worden uit hoorn, hoef of gewei. Hoef is net als hoorn taai en buigzaam.
Het breekt dus niet snel maar de naald wordt ook niet érg hard. Gebruik je de hoef dan eerst het materiaal vijlen en schuren.
Dit is makkelijker als het nog aan één stuk zit omdat u het dan makkelijker vast kan houden.
Boor nu een gaatje met een klein handboortje op de plaats waar het oog van de naald moet komen.
Het is makkelijker om dat te doen terwijl het stuk wat de naald moet worden nog aan de hoef vastzit.
Pas als laatste zaagt u de naald eraf met een klein ijzerzaagje.
Vervolgens afwerken en gladmaken door de naald te schuren.
Een naald kan gemaakt worden uit hoorn, hoef of gewei. Hoef is net als hoorn taai en buigzaam.
Het breekt dus niet snel maar de naald wordt ook niet érg hard. Gebruik je de hoef dan eerst het materiaal vijlen en schuren.
Dit is makkelijker als het nog aan één stuk zit omdat u het dan makkelijker vast kan houden.
Boor nu een gaatje met een klein handboortje op de plaats waar het oog van de naald moet komen.
Het is makkelijker om dat te doen terwijl het stuk wat de naald moet worden nog aan de hoef vastzit.
Pas als laatste zaagt u de naald eraf met een klein ijzerzaagje.
Vervolgens afwerken en gladmaken door de naald te schuren.
Een drinkbeker uit hoorn:
De hoorn weken in lauw water en dan de buitenkant glad schrapen met een stuk glad glas.
De drinkhoorn afwerken met fijn schuurpapier of een schuurspons.
De bovenkant eventueel afzagen als deze oneffen is. Deze moet dan natuurlijk mooi glad geschuurd worden.
Voordat u hem gebruikt moet u eerst de drinkbeker goed schoonmaken met hete thee of met heet water.
Knip uit leer een reep van ongeveer 3 cm breed die om de hoorn past.
Maak aan elk uiteinde twee gaatjes. Laat het leer weken en bind het met een leerveter om de hoorn.
Wanneer de hoorn droog is, spant het om de hoorn en kunt u het met de leervreter aan de broekriem hangen.
De hoorn weken in lauw water en dan de buitenkant glad schrapen met een stuk glad glas.
De drinkhoorn afwerken met fijn schuurpapier of een schuurspons.
De bovenkant eventueel afzagen als deze oneffen is. Deze moet dan natuurlijk mooi glad geschuurd worden.
Voordat u hem gebruikt moet u eerst de drinkbeker goed schoonmaken met hete thee of met heet water.
Knip uit leer een reep van ongeveer 3 cm breed die om de hoorn past.
Maak aan elk uiteinde twee gaatjes. Laat het leer weken en bind het met een leerveter om de hoorn.
Wanneer de hoorn droog is, spant het om de hoorn en kunt u het met de leervreter aan de broekriem hangen.
Een naaldenkoker uit schapenbot:
De binnenkant van het botje vijlt u glad met een rattestaart (een dun rond of vierkant vijltje).
Op de bovenkant maakt u een dekseltje uit een schouderblad. Zaag een rondje uit met een figuurzaag.
Boor daarna twee gaatjes in het dekseltje en twee gaatjes in het bot.
Haal een touwtje door het dekseltje en de koker, maak een knoopje aan de uiteinden, zodat het dekseltje op zijn plaats valt wanneer de lus wordt aangetrokken. De onderkant maakt u dicht met een stukje leer (gelijmd) of hout (passend gemaakt).
Deksel en bodem kunnen vaak uit restjes van materiaal gemaakt worden.
Door de jaren heen is dit simpel voorwerp veranderd in een stukje kunst op zich:
De binnenkant van het botje vijlt u glad met een rattestaart (een dun rond of vierkant vijltje).
Op de bovenkant maakt u een dekseltje uit een schouderblad. Zaag een rondje uit met een figuurzaag.
Boor daarna twee gaatjes in het dekseltje en twee gaatjes in het bot.
Haal een touwtje door het dekseltje en de koker, maak een knoopje aan de uiteinden, zodat het dekseltje op zijn plaats valt wanneer de lus wordt aangetrokken. De onderkant maakt u dicht met een stukje leer (gelijmd) of hout (passend gemaakt).
Deksel en bodem kunnen vaak uit restjes van materiaal gemaakt worden.
Door de jaren heen is dit simpel voorwerp veranderd in een stukje kunst op zich:
Fluitje van een stukje bot (rib):
Zaag een stuk rib af van ongeveer 5 cm lengte.
Wel een grote rib nemen: Met een doorsnede van ongeveer 2,5 x 1,5 cm.
U moet het merg eruit halen (gat boren en met een vijl al het merg eruit vijlen.
Vooral het vlak waar straks het mondstuk en het gat ingemaakt wordt, moet mergvrij en heel glad zijn.
Maak een gat op de voorkant van het bot. Dit gat moet aan de bovenkant recht zijn, en onderaan schuin.
Dit kan met een mes. Het kan ook met een zaagje (rechte kant inzagen en er alvast een klein v-tje uitzagen (schuine kant) en de rest met de vijl uitvijlen. De randen van het gemaakte gat moeten helemaal glad en rafelvrij gemaakt worden.
Dit doet u met een mes. Het zou kunnen dat het fluitje nu al af is: de lucht die u boven in het fluitje blaast moet op de scherpe onderrand van het gemaakte gat gespleten worden en op die manier een fluittoon geven.
De luchtstroom kunt u zelf sturen door met de onderlip de hele bovenkant af te sluiten (op een klein blaasgaatje na).
Dit spaart u het maken van een precies passend mondstuk. Wilt u een mondstuk maken dan kan dat gemakkelijk van was.
Vul de bovenzijde met was en prik er een gat in wat recht naar de onderrand van het venster loopt.
Leg het fluitje dan niet in de zon!
Zaag een stuk rib af van ongeveer 5 cm lengte.
Wel een grote rib nemen: Met een doorsnede van ongeveer 2,5 x 1,5 cm.
U moet het merg eruit halen (gat boren en met een vijl al het merg eruit vijlen.
Vooral het vlak waar straks het mondstuk en het gat ingemaakt wordt, moet mergvrij en heel glad zijn.
Maak een gat op de voorkant van het bot. Dit gat moet aan de bovenkant recht zijn, en onderaan schuin.
Dit kan met een mes. Het kan ook met een zaagje (rechte kant inzagen en er alvast een klein v-tje uitzagen (schuine kant) en de rest met de vijl uitvijlen. De randen van het gemaakte gat moeten helemaal glad en rafelvrij gemaakt worden.
Dit doet u met een mes. Het zou kunnen dat het fluitje nu al af is: de lucht die u boven in het fluitje blaast moet op de scherpe onderrand van het gemaakte gat gespleten worden en op die manier een fluittoon geven.
De luchtstroom kunt u zelf sturen door met de onderlip de hele bovenkant af te sluiten (op een klein blaasgaatje na).
Dit spaart u het maken van een precies passend mondstuk. Wilt u een mondstuk maken dan kan dat gemakkelijk van was.
Vul de bovenzijde met was en prik er een gat in wat recht naar de onderrand van het venster loopt.
Leg het fluitje dan niet in de zon!
Lepel uit bot of hoorn:
Zaag het uiteinde van de hoorn af (ring), als u niet de gehele lengte nodig hebt.
De buitenbocht van de hoorn wordt de onderkant van de lepel. Een brede hoorn (zonder sterke kromming) is het meest geschikt. Maak een inkeping tot meer dan 50% in de binnenbocht van de hoorn met een zaagje.
De afstand van de inkeping tot de punt van de hoorn wordt het handvat van de lepel. Niet te kort maken!
Zaag vanaf het open uiteinde van de hoorn naar de onderkant van de inkeping in een rechte lijn!
Eventueel kunt u tegelijkertijd door twee wanden zagen.
Voor de verdere afwerking boort u een gaatje door het handvat voor een leren koordje.
De buitenkant van de lepel schraapt u schoon met een vuursteen. Als de hoorn geweekt is gaat dat gemakkelijker.
Het is dan zachter. Randen afvijlen, schuren en polijsten.
Het is van belang dat u zo min mogelijk met gereedschappen op de binnenkant van de hoorn/lepel krast.
De lengte van de lepel is nu ca. 10 cm en is klaar voor gebruik.
Zaag het uiteinde van de hoorn af (ring), als u niet de gehele lengte nodig hebt.
De buitenbocht van de hoorn wordt de onderkant van de lepel. Een brede hoorn (zonder sterke kromming) is het meest geschikt. Maak een inkeping tot meer dan 50% in de binnenbocht van de hoorn met een zaagje.
De afstand van de inkeping tot de punt van de hoorn wordt het handvat van de lepel. Niet te kort maken!
Zaag vanaf het open uiteinde van de hoorn naar de onderkant van de inkeping in een rechte lijn!
Eventueel kunt u tegelijkertijd door twee wanden zagen.
Voor de verdere afwerking boort u een gaatje door het handvat voor een leren koordje.
De buitenkant van de lepel schraapt u schoon met een vuursteen. Als de hoorn geweekt is gaat dat gemakkelijker.
Het is dan zachter. Randen afvijlen, schuren en polijsten.
Het is van belang dat u zo min mogelijk met gereedschappen op de binnenkant van de hoorn/lepel krast.
De lengte van de lepel is nu ca. 10 cm en is klaar voor gebruik.
Tips:
- Reststukjes kunnen ontzettend mooie sieraden opleveren
- Wilt u een gaatje boren in een smal deel plak dan op die plek een stukje tape hierdoor voorkomt u barsten van het materiaal.
- Bij vijlwerk is het handig als het been, hoorn of gewei zacht gemaakt is door het even in water te leggen.
- Gebruik een stuk kaars om de zaag te smeren; het helpt meer dan u zou verwachten.
- Een vijl maakt u schoon met een koperen borstel.
- Laat been niet vallen, het is breekbaar als een kopje. Hoorn en gewei kunnen een aardige stoot verdragen
- Reststukjes kunnen ontzettend mooie sieraden opleveren
- Wilt u een gaatje boren in een smal deel plak dan op die plek een stukje tape hierdoor voorkomt u barsten van het materiaal.
- Bij vijlwerk is het handig als het been, hoorn of gewei zacht gemaakt is door het even in water te leggen.
- Gebruik een stuk kaars om de zaag te smeren; het helpt meer dan u zou verwachten.
- Een vijl maakt u schoon met een koperen borstel.
- Laat been niet vallen, het is breekbaar als een kopje. Hoorn en gewei kunnen een aardige stoot verdragen
Naaien:
Ja, is het nu voor leer bewerking, tent ( canvas ) of kleding herstellen. U moet kunnen naaien.
Begin maar eens als er tijdens uw tocht een knoop van de broek afkomt.
Ik heb altijd een kleine naai kit bij me, in mijn broeken zitten ook twee extra knopen ingenaaid.
Foto hieronder is mijn naai kit. Naalden, vlasdraad, stiknaalden (sewing alw) en houder.
Ja, is het nu voor leer bewerking, tent ( canvas ) of kleding herstellen. U moet kunnen naaien.
Begin maar eens als er tijdens uw tocht een knoop van de broek afkomt.
Ik heb altijd een kleine naai kit bij me, in mijn broeken zitten ook twee extra knopen ingenaaid.
Foto hieronder is mijn naai kit. Naalden, vlasdraad, stiknaalden (sewing alw) en houder.
De stiknaalden en houder is dus om met de hand te stikken.
Handig voor het herstellen van een canvas tent of om aan leer bewerking te doen.
( Zie lager op de pagina om leder te stikken )
Hoe een knoop aannaaien:
Handig voor het herstellen van een canvas tent of om aan leer bewerking te doen.
( Zie lager op de pagina om leder te stikken )
Hoe een knoop aannaaien:
Het vlechten van manden.
Hier worden dennennaalden gebruikt.
Het begint met het koken van de naalden ( om ze soepel te maken )
Voor de rest is het eigenlijk de afbeeldingen volgen:
Hier worden dennennaalden gebruikt.
Het begint met het koken van de naalden ( om ze soepel te maken )
Voor de rest is het eigenlijk de afbeeldingen volgen:
Leer:
Het prepareren van dierenhuiden voor het gebruik van leer was reeds gekend in de steentijd.
Van de Egyptenaren is eveneens geweten dat ze in het dagelijkse leven leer gebruikten.
Het feit dat huiden gemakkelijk rotten en heel hard werden waren een probleem,
daarom zocht men een manier om ze zacht te maken en te bewaren.
In het begin werden huiden waarschijnlijk gedroogd in de zon, later werden ze ondergedompeld in water en gedroogd voor een
vuur en nog later ontdekte men dat sommige planten, twijgen, bladeren en schors hielpen bij het bewaren van de huiden.
Dit noemt men tegenwoordig plantaardig looien. Bij eiken wordt het eikenhakhout gebruikt en deze wordt ontdaan van de schors.
Deze schors, eigenlijk de bast en de schors is de basis van het looizuur
U moet behoorlijk wat hebben van de bast en schors om tot een goed resultaat te komen.
Het zal ook min 2 weken moeten staan, tevens moet het mengsel elke dag even geroerd worden
om de natuurlijke chemische reactie te stimuleren.
De huid moet voor het looien wel zeer goed "schoongemaakt" zijn dus ontdaan zijn van vet en vlees.
De Oude Grieken en Romeinen schijnen meer complexe methoden gebruikt te hebben om dierenhuiden te behandelen en
produceerden leer van verschillende kwaliteit.
In de middeleeuwen werden houtassen en kalk gebruikt om huiden te bewaren,
later reinigde men huiden met honden- kippen en duivenmest. Dit werd later vervangen door gebluste kalk.
Eerst werden de huiden overvloedig gewassen en geweekt in water, vooral om bloedsporen te verwijderen.
Anders verkleurde het leer.
Het prepareren van dierenhuiden voor het gebruik van leer was reeds gekend in de steentijd.
Van de Egyptenaren is eveneens geweten dat ze in het dagelijkse leven leer gebruikten.
Het feit dat huiden gemakkelijk rotten en heel hard werden waren een probleem,
daarom zocht men een manier om ze zacht te maken en te bewaren.
In het begin werden huiden waarschijnlijk gedroogd in de zon, later werden ze ondergedompeld in water en gedroogd voor een
vuur en nog later ontdekte men dat sommige planten, twijgen, bladeren en schors hielpen bij het bewaren van de huiden.
Dit noemt men tegenwoordig plantaardig looien. Bij eiken wordt het eikenhakhout gebruikt en deze wordt ontdaan van de schors.
Deze schors, eigenlijk de bast en de schors is de basis van het looizuur
U moet behoorlijk wat hebben van de bast en schors om tot een goed resultaat te komen.
Het zal ook min 2 weken moeten staan, tevens moet het mengsel elke dag even geroerd worden
om de natuurlijke chemische reactie te stimuleren.
De huid moet voor het looien wel zeer goed "schoongemaakt" zijn dus ontdaan zijn van vet en vlees.
De Oude Grieken en Romeinen schijnen meer complexe methoden gebruikt te hebben om dierenhuiden te behandelen en
produceerden leer van verschillende kwaliteit.
In de middeleeuwen werden houtassen en kalk gebruikt om huiden te bewaren,
later reinigde men huiden met honden- kippen en duivenmest. Dit werd later vervangen door gebluste kalk.
Eerst werden de huiden overvloedig gewassen en geweekt in water, vooral om bloedsporen te verwijderen.
Anders verkleurde het leer.
Wij doen het chemisch looien:
Dit doen we met aluin. Het leder word hiermee ook wit-grijs.
Het looien van muskusrat,haas,konijn
Week de huiden in water van 20 °C, hierin doet u afwasmiddel ( 10 gram / 5 liter water)
Gedurende 3 dagen laat u dit weken waarbij u elke dag een nieuw bad maakt.
Hierna wast u de huid in een sop van synthetisch wolwasmiddel .
Dan moet u het Vlies verwijderen.
Op de vleeskant zit vlees, door schrapen en pellen moet u dit voorzichtig verwijderen.
Dit moet gebeuren voor u verder gaat.
Pekel de huiden in water van 20 °C ( in het water doet u 300 gram keuken zout en 150 gram tafelazijn ).
Dit laat u dan weer 2 a 3 dagen staan, iedere dag moet u het omroeren.
Dan gaat u pas verder met het looien.
Leg de huiden in water van 20 °C met hierin 200 gram keuken zout en 150 gram aluin (per 5 L water ).
Het hangt af van de temperatuur en van de vochtigheid of het looien snel of langzaam gaat.
Na +- 14 dagen kunt u weer verder gaan.
Huiden worden met de hand uitpersen.
Dan moet u ze nog vetten. Dit kan op verschillende manieren.
U kunt de vleeskant insmeren met 1 dl wasverzachter of met vaseline ( kunt u kiezen ).
U maakt nu een houten frame, in dit frame maakt u de huid vast ( foto hieronder ).
Dan laat u de huiden langzaam drogen, niet drogen bij een hitte bron.
Nat leder en hitte gaat niet zo goed samen.
Tijdens het drogen zult u al merken dat de huiden hard worden.
Met vlees kant over een scherpe tafelrand trekken maakt ze soepel.
Op het laatste kunt u nog de huiden met grof schuurpapier schuren ( aan de vleeskant ).
Hierna is de huid geprepareerd.
Dit doen we met aluin. Het leder word hiermee ook wit-grijs.
Het looien van muskusrat,haas,konijn
Week de huiden in water van 20 °C, hierin doet u afwasmiddel ( 10 gram / 5 liter water)
Gedurende 3 dagen laat u dit weken waarbij u elke dag een nieuw bad maakt.
Hierna wast u de huid in een sop van synthetisch wolwasmiddel .
Dan moet u het Vlies verwijderen.
Op de vleeskant zit vlees, door schrapen en pellen moet u dit voorzichtig verwijderen.
Dit moet gebeuren voor u verder gaat.
Pekel de huiden in water van 20 °C ( in het water doet u 300 gram keuken zout en 150 gram tafelazijn ).
Dit laat u dan weer 2 a 3 dagen staan, iedere dag moet u het omroeren.
Dan gaat u pas verder met het looien.
Leg de huiden in water van 20 °C met hierin 200 gram keuken zout en 150 gram aluin (per 5 L water ).
Het hangt af van de temperatuur en van de vochtigheid of het looien snel of langzaam gaat.
Na +- 14 dagen kunt u weer verder gaan.
Huiden worden met de hand uitpersen.
Dan moet u ze nog vetten. Dit kan op verschillende manieren.
U kunt de vleeskant insmeren met 1 dl wasverzachter of met vaseline ( kunt u kiezen ).
U maakt nu een houten frame, in dit frame maakt u de huid vast ( foto hieronder ).
Dan laat u de huiden langzaam drogen, niet drogen bij een hitte bron.
Nat leder en hitte gaat niet zo goed samen.
Tijdens het drogen zult u al merken dat de huiden hard worden.
Met vlees kant over een scherpe tafelrand trekken maakt ze soepel.
Op het laatste kunt u nog de huiden met grof schuurpapier schuren ( aan de vleeskant ).
Hierna is de huid geprepareerd.
Visleer:
Van bijna elke dierenhuid is leer te maken, dus ook van de huid van vissen.
Ondanks dat de huid vrij dun is, is vissenhuid heel sterk en heeft het waterafstotende eigenschappen doordat het van zichzelf
al rijk aan olie is. Van elke vis kan de huid worden gebruikt, maar het is wel handig als de vis een goede grote is.
Zowel vissen met- als zonder schubben zijn bruikbaar. Eigenlijk kan vissenhuid zo gelooid worden als alle andere dierenhuiden,
maar er moet wel gelet worden op de temperatuur: vissenhuid kan niet tegen warme temperaturen en is dan ook niet geschikt
om te koken of in heet water te laten weken.
Wat heb je nodig?
– Vishuid;
– Een mes;
– Ei en plantaardige olie (bijv. zonnebloemolie);
– Een bak of emmer;
– En een houtvuur rot hout.
De huid schoonmaken
Afhankelijk van de huid, zal deze nog moeten schoon gemaakt worden. De binnenkant van de huid moet schoon worden geschraapt met een mes of ander voorwerp. Pas op met erg scherpe voorwerpen, deze kunnen de huid snijden.
Soms helpt het het mes in een hoek op de huid te zetten en dan te schrapen.
U kunt hiervoor een benen mes, een ijzeren mes of een vuurstenen schrabber gebruiken. Ga door tot de huid glad aan voelt.
Hierna moet de binnenkant van de vishuid wordt schoongemaakt.
De buitenkant van de huid moet worden ontdaan van schubben.
Doe dit door te schrapen tegen de groeirichting van de schubben in, ze zullen dan snel loslaten.
Van bijna elke dierenhuid is leer te maken, dus ook van de huid van vissen.
Ondanks dat de huid vrij dun is, is vissenhuid heel sterk en heeft het waterafstotende eigenschappen doordat het van zichzelf
al rijk aan olie is. Van elke vis kan de huid worden gebruikt, maar het is wel handig als de vis een goede grote is.
Zowel vissen met- als zonder schubben zijn bruikbaar. Eigenlijk kan vissenhuid zo gelooid worden als alle andere dierenhuiden,
maar er moet wel gelet worden op de temperatuur: vissenhuid kan niet tegen warme temperaturen en is dan ook niet geschikt
om te koken of in heet water te laten weken.
Wat heb je nodig?
– Vishuid;
– Een mes;
– Ei en plantaardige olie (bijv. zonnebloemolie);
– Een bak of emmer;
– En een houtvuur rot hout.
De huid schoonmaken
Afhankelijk van de huid, zal deze nog moeten schoon gemaakt worden. De binnenkant van de huid moet schoon worden geschraapt met een mes of ander voorwerp. Pas op met erg scherpe voorwerpen, deze kunnen de huid snijden.
Soms helpt het het mes in een hoek op de huid te zetten en dan te schrapen.
U kunt hiervoor een benen mes, een ijzeren mes of een vuurstenen schrabber gebruiken. Ga door tot de huid glad aan voelt.
Hierna moet de binnenkant van de vishuid wordt schoongemaakt.
De buitenkant van de huid moet worden ontdaan van schubben.
Doe dit door te schrapen tegen de groeirichting van de schubben in, ze zullen dan snel loslaten.
De andere kant moet u ook schoonmaken. Dit op dezelfde manier maar nu moet u alle vlees verwijderen.
Hierna moet u de huid grondig spoelen met koud of lauw water en goed uitwringen.
De huid weken
De huid moet worden geweekt. De huid wordt gelegd in een bak met het ei-mengsel (eieren en plantaardige olie).
De gehele huid moet worden ingesmeerd. Door de schone huid te weken in een mengsel van geëmulgeerde oliën (zoals hersenen, eidooiers of plantaardige olie), wordt deze zacht en beter bestand tegen de elementen.
Het vocht in de huid moet worden vervangen door de oliën.
Hier gebruikt u een mengsel van hele eieren en zonnebloemolie ( 60% ei en 40% olie ). De eidooier is het werkzame deel van het ei. De huid moet aan alle kanten bedekt zijn met het mengsel.
Hierna legt u de huid in een bak en giet u de rest van het mengsel erover. Dit moet nu ongeveer 24 uur weken.
U moet regelmatig de huid eens bewegen in de bak zodat hij bedekt blijft met het mengsel.
De huid moet worden geweekt. De huid wordt gelegd in een bak met het ei-mengsel (eieren en plantaardige olie).
De gehele huid moet worden ingesmeerd. Door de schone huid te weken in een mengsel van geëmulgeerde oliën (zoals hersenen, eidooiers of plantaardige olie), wordt deze zacht en beter bestand tegen de elementen.
Het vocht in de huid moet worden vervangen door de oliën.
Hier gebruikt u een mengsel van hele eieren en zonnebloemolie ( 60% ei en 40% olie ). De eidooier is het werkzame deel van het ei. De huid moet aan alle kanten bedekt zijn met het mengsel.
Hierna legt u de huid in een bak en giet u de rest van het mengsel erover. Dit moet nu ongeveer 24 uur weken.
U moet regelmatig de huid eens bewegen in de bak zodat hij bedekt blijft met het mengsel.
Het bewerken van de huid
Na het weken wordt de huid weer schoongespoeld ( koud water ) en uitgewrongen.
Verwijder zoveel mogelijk vocht door te wringen.
De huid wordt het mooiste als deze goed in beweging wordt gehouden tot deze helemaal droog is.
U kunt de huid alvast rekken, door deze bijvoorbeeld over de rand van een paal of tafel te trekken/bewegen (zowel in de lengte-
als in de breedterichting van de huid). Hier zult u merken dat de huid nog steeds erg sterk is.
U mag de huid af en toe laten rusten.
Wel is belangrijk dat de huid zoveel mogelijk in beweging gehouden word als deze bijna droog is.
De huid voelt dan nog wat klam aan. Doet u dit niet, krijg u een ineengekrompen en harde huid.
Het roken van de huid
Deze laatste stap is nodig om de huid waterdicht te maken. De rook gaat bovendien schimmel- en bacteriegroei tegen.
Soms kan de kleur van een huid ook veranderen door rook. U kunt de huid boven een laag (niet te heet!) vuur roken.
De bedoeling is dat de huid zoveel mogelijk rook vangt, maar niet verhit wordt.
Gebruik dan het beste Rot ( molm ) hout om veel rook te produceren.
Nog gemakkelijker is als u buiten een kleine rook oven maakt van een oude poncho of van een zeiltje.
Dit is juist hetzelfde als het roken van vlees, alleen de houtkeuze is iets anders want molm hout geeft een rare smaak aan vlees.
Na het roken kan de huid weer wat stug aanvoelen. Door de huid weer flink te bewegen zal deze weer soepeler worden.
Na deze vier stappen is de huid leer geworden en klaar om te worden gebruikt voor het maken van schoenen, kleding, tassen lantaarns, riemen.
Na het weken wordt de huid weer schoongespoeld ( koud water ) en uitgewrongen.
Verwijder zoveel mogelijk vocht door te wringen.
De huid wordt het mooiste als deze goed in beweging wordt gehouden tot deze helemaal droog is.
U kunt de huid alvast rekken, door deze bijvoorbeeld over de rand van een paal of tafel te trekken/bewegen (zowel in de lengte-
als in de breedterichting van de huid). Hier zult u merken dat de huid nog steeds erg sterk is.
U mag de huid af en toe laten rusten.
Wel is belangrijk dat de huid zoveel mogelijk in beweging gehouden word als deze bijna droog is.
De huid voelt dan nog wat klam aan. Doet u dit niet, krijg u een ineengekrompen en harde huid.
Het roken van de huid
Deze laatste stap is nodig om de huid waterdicht te maken. De rook gaat bovendien schimmel- en bacteriegroei tegen.
Soms kan de kleur van een huid ook veranderen door rook. U kunt de huid boven een laag (niet te heet!) vuur roken.
De bedoeling is dat de huid zoveel mogelijk rook vangt, maar niet verhit wordt.
Gebruik dan het beste Rot ( molm ) hout om veel rook te produceren.
Nog gemakkelijker is als u buiten een kleine rook oven maakt van een oude poncho of van een zeiltje.
Dit is juist hetzelfde als het roken van vlees, alleen de houtkeuze is iets anders want molm hout geeft een rare smaak aan vlees.
Na het roken kan de huid weer wat stug aanvoelen. Door de huid weer flink te bewegen zal deze weer soepeler worden.
Na deze vier stappen is de huid leer geworden en klaar om te worden gebruikt voor het maken van schoenen, kleding, tassen lantaarns, riemen.
Naaien van leer:
Snij de stukken dun leder naar het model dat u wilt maken.
Voor lichte huid, gebruikt u gewoon een heel sterk draad en een grote, scherpe naald.
De huiden naaien met de hand doet u alsof het een stuk doek is.
Als u vind dat het te moeilijk word om de naald door te duwen, draag dan een paar dikke handschoenen om uw handen te beschermen.
Voor dikke huid, moet u de huid doorboren voordat u begint met naaien.
U plaatst het leder op een snijplank en u drukt erdoor met een priem.
Naai door de gaten de twee stukken leer elkaar vast.
U kunt een eenvoudige rechte steek gebruiken.
Nog gemakkelijker is een speedy Stitcher.
Dit gereedschap is gemaakt voor het gemakkelijk en snel uitvoeren van reparaties aan zeilen en dektenten tot aan schoenen.
Daar waar een gewone naald iets moeilijk door de stof heen gaat is dit voor de Speedy Stitcher geen probleem.
Meer hierover vind u terug via google.
Heeft u deze niet maar wel een naald met een groef erin ( voor de draad ), dan kunt u naaien met de onderstaande techniek:
Snij de stukken dun leder naar het model dat u wilt maken.
Voor lichte huid, gebruikt u gewoon een heel sterk draad en een grote, scherpe naald.
De huiden naaien met de hand doet u alsof het een stuk doek is.
Als u vind dat het te moeilijk word om de naald door te duwen, draag dan een paar dikke handschoenen om uw handen te beschermen.
Voor dikke huid, moet u de huid doorboren voordat u begint met naaien.
U plaatst het leder op een snijplank en u drukt erdoor met een priem.
Naai door de gaten de twee stukken leer elkaar vast.
U kunt een eenvoudige rechte steek gebruiken.
Nog gemakkelijker is een speedy Stitcher.
Dit gereedschap is gemaakt voor het gemakkelijk en snel uitvoeren van reparaties aan zeilen en dektenten tot aan schoenen.
Daar waar een gewone naald iets moeilijk door de stof heen gaat is dit voor de Speedy Stitcher geen probleem.
Meer hierover vind u terug via google.
Heeft u deze niet maar wel een naald met een groef erin ( voor de draad ), dan kunt u naaien met de onderstaande techniek:
Wol:
Al vroeg leerde men om wol en andere materialen te gebruiken.
Nadat het wol geschoren en gewassen is komt het echte werk.
Voor het spinnen wordt de wol gekaard. Daarbij worden de vezels ontward.
Het kaarden gebeurt met een kam met stalen punten.
Vroeger werden hiervoor de vruchten van een plant, de kaardenbol gebruikt ( zie foto ), hout, of gewei.
Kaarden is het uit elkaar kammen van wol. Bij deze handeling valt het grootste vuil uit de vacht.
Dit kan met kaardplankjes of met een kaardmolen (handmatig of elektrisch).
Na het kaarden is het spinnen nog eenvoudiger en hoef je de plukken wol niet meer uit elkaar te trekken tijdens het spinnen.
De vezels in een pluk wol zijn niet sterk, ze liggen allemaal door elkaar.
Door de wol te kammen of te kaarden komen de haren in dezelfde richting te liggen en zo krijgt u het laatste vuil eruit.
Een 'wolkam' bestaat uit spijkers die verder uit elkaar staan dan de haakjes van kaard planken.
Al vroeg leerde men om wol en andere materialen te gebruiken.
Nadat het wol geschoren en gewassen is komt het echte werk.
Voor het spinnen wordt de wol gekaard. Daarbij worden de vezels ontward.
Het kaarden gebeurt met een kam met stalen punten.
Vroeger werden hiervoor de vruchten van een plant, de kaardenbol gebruikt ( zie foto ), hout, of gewei.
Kaarden is het uit elkaar kammen van wol. Bij deze handeling valt het grootste vuil uit de vacht.
Dit kan met kaardplankjes of met een kaardmolen (handmatig of elektrisch).
Na het kaarden is het spinnen nog eenvoudiger en hoef je de plukken wol niet meer uit elkaar te trekken tijdens het spinnen.
De vezels in een pluk wol zijn niet sterk, ze liggen allemaal door elkaar.
Door de wol te kammen of te kaarden komen de haren in dezelfde richting te liggen en zo krijgt u het laatste vuil eruit.
Een 'wolkam' bestaat uit spijkers die verder uit elkaar staan dan de haakjes van kaard planken.
Spinnen van wol:
Spinnen is het in elkaar draaien van dierlijke of plantaardige vezels met de bedoeling er een draad van te maken.
Een spintol is in beginsel niets anders dan een zwaar gewicht, waaraan een wollen draad bevestigd kan worden en die snel aan het draaien kan worden gebracht. De gesponnen draad wordt op de tol gewonden.
De meest primitieve vorm van spinnen is het eenvoudigweg draaien van de wol op bijvoorbeeld het dijbeen.
Om het proces sneller en ook stabieler te laten verlopen, wordt de draad gebonden aan een steen met een gat erin.
De steen wordt aan het draaien gebracht, totdat de draad voldoende is gedraaid voor de benodigde stevigheid.
Nog iets geavanceerder is de spintol, een meestal houten voorwerp, waar de gesponnen draad omheen gewonden kan worden.
In de eenvoudigste vorm heeft de spintol een spleetje aan de bovenkant waarin de draad wordt geklemd.
Later in de ontwikkeling kreeg de spintol een haak van been.
Spinnen is het in elkaar draaien van dierlijke of plantaardige vezels met de bedoeling er een draad van te maken.
Een spintol is in beginsel niets anders dan een zwaar gewicht, waaraan een wollen draad bevestigd kan worden en die snel aan het draaien kan worden gebracht. De gesponnen draad wordt op de tol gewonden.
De meest primitieve vorm van spinnen is het eenvoudigweg draaien van de wol op bijvoorbeeld het dijbeen.
Om het proces sneller en ook stabieler te laten verlopen, wordt de draad gebonden aan een steen met een gat erin.
De steen wordt aan het draaien gebracht, totdat de draad voldoende is gedraaid voor de benodigde stevigheid.
Nog iets geavanceerder is de spintol, een meestal houten voorwerp, waar de gesponnen draad omheen gewonden kan worden.
In de eenvoudigste vorm heeft de spintol een spleetje aan de bovenkant waarin de draad wordt geklemd.
Later in de ontwikkeling kreeg de spintol een haak van been.
Spinnen met een spintol
Het spinnen met een spintol wordt uitgevoerd door een grote pluk wol of plantaardig materiaal in de linkerhand te houden. Met de rechterhand worden de draden een tiental centimeters uit elkaar getrokken en vastgemaakt aan de bovenzijde van de spintol. De spintol wordt aan het draaien gebracht met de rechterhand tegen bijvoorbeeld het rechterbeen. Hierna laat men de draaiende tol zakken, die doorgaat met draaien. Intussen trekt men met de rechterhand telkens nieuw materiaal uit de pluk. Als de draad lang genoeg is, wordt deze losgemaakt en om de tol gewonden, waarna het proces opnieuw begint. Als de spintol vol is met wol, wordt deze eraf gewikkeld voor verdere verwerking door weven of breien. |
Spinnen op een spinnewiel gaat veel sneller ( meestal kunt u bij uw grootouders nog wel ergens in het huis een spinnenwiel vinden. De draaiing van het aandrijfwiel maakt het trappen minder vermoeiend.
Aan de klos wordt een begindraad geknoopt, die door het spingat word gehaald.
Bij het trappen komt alles in beweging. De begindraad wordt stevig vastgehouden met de linkerhand.
Met de rechterhand houdt u een uitgeplozen stuk wol (lont) tegen de begindraad.
Door de draaiing wordt deze lont mee op de klos getrokken.
Uiteraard zullen we tijdens het trappen steeds wol aanvoeren en wol ‘geven’, om een draad te kunnen vormen.
Met een spanningsschroef kunnen we de spanning opdrijven of losser maken, zodat de klos sneller of trager gaat draaien.
De dikte van de draad wordt gevormd door de hoeveelheid wol die men‘aangeeft’ door het spingat.
Het aantal draaiingen waarmee het garen gesponnen wordt, noemt men de hoeveelheid twist.
Door te spinnen ontstaat een enkele draad. Hoe fijner de wol vezel, des te dunner kan de draad gesponnen worden.
Nadien kon men de draden nog eens twijnen waardoor u een dikker of steviger resultaat krijgt.
Twijnen is het om elkaar heen draaien van twee of meerdere draden ( zie koord maken ).
Aan de klos wordt een begindraad geknoopt, die door het spingat word gehaald.
Bij het trappen komt alles in beweging. De begindraad wordt stevig vastgehouden met de linkerhand.
Met de rechterhand houdt u een uitgeplozen stuk wol (lont) tegen de begindraad.
Door de draaiing wordt deze lont mee op de klos getrokken.
Uiteraard zullen we tijdens het trappen steeds wol aanvoeren en wol ‘geven’, om een draad te kunnen vormen.
Met een spanningsschroef kunnen we de spanning opdrijven of losser maken, zodat de klos sneller of trager gaat draaien.
De dikte van de draad wordt gevormd door de hoeveelheid wol die men‘aangeeft’ door het spingat.
Het aantal draaiingen waarmee het garen gesponnen wordt, noemt men de hoeveelheid twist.
Door te spinnen ontstaat een enkele draad. Hoe fijner de wol vezel, des te dunner kan de draad gesponnen worden.
Nadien kon men de draden nog eens twijnen waardoor u een dikker of steviger resultaat krijgt.
Twijnen is het om elkaar heen draaien van twee of meerdere draden ( zie koord maken ).
Verven van wol:
Een van de meest gekende en ook de oudste manier van verven is met looizuur.
Looizuur is een natuurlijk zuur dat in alle delen van planten en bomen voorkomt, maar het meeste zuur zit in de boomschors.
Dit zuur beschermt de boom tegen insectenvraat, binnendringen van schimmels en bacteriën en tegen bevriezing.
Deze eigenschappen worden dan ook graag gebruikt in het looien van leder.
Wol kleuren:
Doe de schors af van dode of omgevallen bomen ( bij de levende bomen zit er meer taninne is de schors maar als u deze afdoet
sterft de boom! ). Laat de schors drogen. Hierna breekt u deze in zo in klein mogelijke stukken.
Uw pot moet minstens voor de helft gevuld zijn met schors. Deze stukjes laat u nu koken in een grote pot met water.
Na het koken laat u het geheel afkoelen en laat u het een dag en een nacht trekken.
Hierna kunt u uw strengen wol toevoegen. Dan brengt u het geheel op een temperatuur zodat het juist niet kookt.
Verwarm het mengsns zo gedurende 2 uur ( af en toe zacht erin roeren ).
Dan laat u het mengsel afkoelen en spoelt u de wol uit met zuiver water en laat u het drogen.
Els, Iep en Berk zijn perfect te gebruiken en geven een oranje kleur aan het wol ( zelf ajuin schillen kunt u gebruiken om te kleuren ).
Werkwijze nabeitsen:
Vul een pot met een bodem water. Doe daar een flinke scheut beits ( koperazijn, ijzerazijn ) bij. Voeg de streng wol toe.
De wol moet onder water staan, zonodig water bijvullen.
Verhit de beits tot bijna-koken, haal de pan/pot van het vuur en laat de helemaal afkoelen.
Wol goed naspoelen met schoon water.
Dit stinkt! Maar zelf nu nog worden nieuwe gekleurde kleding gefixeerd in water met azijn om hun kleuren langen te laten houden. Door dat u koper of ijzer azijn gebruikt gaat deze het wol iets meer kleuren.
In de oudheid werd er ook gebruik gemaakt van urine.
Koper en ijzer azijn maken:
Koper: vul een pot (aardewerk, glas) met azijn. Voeg een paar koperen euro centen of stukjes koper toe en laat de pot met gesloten deksel een paar weken staan. Af en toe schudden. Als de vloeistof blauw kleurt, is hij klaar voor gebruik.
IJzer: vul een pot (aardewerk, glas) met azijn en voeg hier ijzeroer bij of een paar roestige spijkers toe. Na een paar weken is de vloeistof bruin en klaar voor gebruik.
Urine beits: zet een emmer met met urine een paar maanden buiten of in de schuur. Emmer afsluiten met deksel.
Na een maand of 3 is de beits donker-bruin en klaar voor gebruik.
Voor kopereffect voegt u aan een pot oude urine een paar koperen euro centen toe.
Een van de meest gekende en ook de oudste manier van verven is met looizuur.
Looizuur is een natuurlijk zuur dat in alle delen van planten en bomen voorkomt, maar het meeste zuur zit in de boomschors.
Dit zuur beschermt de boom tegen insectenvraat, binnendringen van schimmels en bacteriën en tegen bevriezing.
Deze eigenschappen worden dan ook graag gebruikt in het looien van leder.
Wol kleuren:
Doe de schors af van dode of omgevallen bomen ( bij de levende bomen zit er meer taninne is de schors maar als u deze afdoet
sterft de boom! ). Laat de schors drogen. Hierna breekt u deze in zo in klein mogelijke stukken.
Uw pot moet minstens voor de helft gevuld zijn met schors. Deze stukjes laat u nu koken in een grote pot met water.
Na het koken laat u het geheel afkoelen en laat u het een dag en een nacht trekken.
Hierna kunt u uw strengen wol toevoegen. Dan brengt u het geheel op een temperatuur zodat het juist niet kookt.
Verwarm het mengsns zo gedurende 2 uur ( af en toe zacht erin roeren ).
Dan laat u het mengsel afkoelen en spoelt u de wol uit met zuiver water en laat u het drogen.
Els, Iep en Berk zijn perfect te gebruiken en geven een oranje kleur aan het wol ( zelf ajuin schillen kunt u gebruiken om te kleuren ).
Werkwijze nabeitsen:
Vul een pot met een bodem water. Doe daar een flinke scheut beits ( koperazijn, ijzerazijn ) bij. Voeg de streng wol toe.
De wol moet onder water staan, zonodig water bijvullen.
Verhit de beits tot bijna-koken, haal de pan/pot van het vuur en laat de helemaal afkoelen.
Wol goed naspoelen met schoon water.
Dit stinkt! Maar zelf nu nog worden nieuwe gekleurde kleding gefixeerd in water met azijn om hun kleuren langen te laten houden. Door dat u koper of ijzer azijn gebruikt gaat deze het wol iets meer kleuren.
In de oudheid werd er ook gebruik gemaakt van urine.
Koper en ijzer azijn maken:
Koper: vul een pot (aardewerk, glas) met azijn. Voeg een paar koperen euro centen of stukjes koper toe en laat de pot met gesloten deksel een paar weken staan. Af en toe schudden. Als de vloeistof blauw kleurt, is hij klaar voor gebruik.
IJzer: vul een pot (aardewerk, glas) met azijn en voeg hier ijzeroer bij of een paar roestige spijkers toe. Na een paar weken is de vloeistof bruin en klaar voor gebruik.
Urine beits: zet een emmer met met urine een paar maanden buiten of in de schuur. Emmer afsluiten met deksel.
Na een maand of 3 is de beits donker-bruin en klaar voor gebruik.
Voor kopereffect voegt u aan een pot oude urine een paar koperen euro centen toe.
Vilten van wol:
In Nederland was verspinbare wol voorhanden vanaf de bronstijd (ca. 3500 jaar geleden). We weten dit omdat er bij archeologische opgravingen zowel grote aantallen schapenbotten als wollen kledingstukken zijn gevonden die uit de bronstijd dateren.
De moeflon ( schapenras ) heeft een gemengde vacht die uit grove, stugge dekharen bestaat en uit een zachte, kroezende onderlaag en gaat in het voorjaar in de rui. Eerst gaat het wolhaar (de zachte onderlaag) losser zitten en later de deklaag (de stugge bovenlaag). Door de rui kan de loszittende wol gemakkelijk uit de vacht worden getrokken.
De eerste primitieve, gedomesticeerde schapenrassen werden zo goed als zeker niet geschoren, maar geplukt. Tegenwoordig is het gewoon scheren.
Als een schaap goed is geschoren, komt er een samenhangende wollaag vanaf. Deze wollaag wordt `vlies` genoemd. Het vlies bestaat uit ruwe (= vuile) wol en wordt gesorteerd op goede en minder goede delen. Delen van b.v. kop, staart en poten zijn van mindere kwaliteit dan van schouders en flanken.
Bij het sorteren van het vlies dienen het ergste vuil (ontlasting, zand, gras, zaden, takjes) en delen die sterk zijn vervilt of verklit, te zijn verwijderd. Om dit te bereiken, worden de schapen een paar dagen voor het scheren gewassen. Na het scheren, krijgt de wol nogmaals een wasbeurt om de laatste viezigheid eruit te krijgen. Viltwol moet goed schoon zijn, spinwol mag wel wat vet behouden omdat het spinnen met (te) schone wol minder goed lukt.
Na het wassen van de wol volgt het kaarden. Dit houdt in dat alle vezels uit de
war worden gehaald en min of meer evenwijdig gelegd. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht en geschreven, gebruikte men voor het wol kaarden geen kaardenbol (een distelsoort), maar o.a. bundels takken met grote doornen van planten en struiken.
takken met doorns
Losse doornen konden ook zijn vastgezet op een plankje. Een dergelijk plankje noemen we een kaarde. plankje-met-stekels (kaarde)
Verder werden er waarschijnlijk kammen gebruikt van hout, been of van gewei. `Waarschijnlijk` omdat we niet zeker weten welke functies opgegraven en gevonden kammen hebben gehad (haarkam? weefkam? wolkam?). Mogelijk waren de kammen multifunctioneel en zijn ze voor verschillende doeleinden gebruikt.
2 houten kammen en 1 kammetje van hertengewei
Na het spinnen en weven, kan de wollen stof worden opgeruwd , opgekamd of `gevold`, wat inhoudt dat de haren wat overeind komen te staan. Het volume neemt hierdoor toe en daarmee de isolerende werking. Dat opkammen gebeurde in vroegere tijden met de kaardebol. De verwarring rond de kaardebol komt waarschijnlijk doordat het opruwen, het vollen van wollen stof ook `kaarden` wordt genoemd.
In het verleden was er dus sprake van wol kaarden met behulp van b.v. stekels van planten en struiken en wollen stof kaarden met behulp van gedroogde hoofdjes van kaardebolplanten.
kaarde met gedroogde bloemhoofdjes
Vilten is de oudste vorm van textiel maken.
Vaak worden de termen vilten en vervilten door elkaar gehaald, mede doordat het aan de oppervlakte vaak moeilijk te zien is welke behandeling vilt heeft ondergaan. Dit laatste geldt al helemaal als het om archeologisch materiaal gaat dat eeuwenlang begraven is geweest.
Onder vilt verstaan we een stevige, dichte stof die ontstaan is door het in elkaar laten haken van de schubbetjes van de wolvezels
wol vilten
Wol kan door zeepsop, warmte en wrijving vervilten, dit komt doordat de schubben van de wol in elkaar haken. Om een lap te vilten heb je altijd 2 lagen wol nodig. Deze lagen moet je zo over elkaar leggen dat de vezels in tegengestelde richting liggen. Denk eraan dat de wol wel 30% tot 50 % krimpt. Vilt is isolerend,water – en vuilafstotend. Het vilten: rasp wat zeep in een kom en doe hier wat warm water bij. Giet wat zeepwater op de wol. Zeep nu ook je handen in en begin te wol plat te drukken van binnen naar buiten. Als er ergens een zwakke plek is, deze meteen aanvullen. Als de wol goed plat is begin je voorzichtig te aaien, met de hele hand. Bewerk zo het hele oppervlak maar zorg wel dat de vezels niet verschuiven. Doorgaan tot dat alles een samenhangendgeheel is. Begin nu iets harder te wrijven in verschillende richtingen. Draai de lap voorzichtig om. Weer beginnen met aaien, en daarna wrijven. Mocht de lap te droog worden dan wat zeepwater toevoegen. Je gaat merken dat de lap steeds steviger wordt. Voer de druk van je handen steeds op. Zorg ervoor dat de lap overal hetzelfde aanvoelt . Af en toe de lap omdraaien en deze bewerking herhalen. Heeft de lap de gewenste grootte en stevigheid , dan kun je stoppen. Enkele soorten (inheemse) planten bevatten saponinen. Dit is een natuurlijke stof in de plant die net als zeep reinigt en schuimt. De bekendste plant die deze stof bevat is het zeepkruid. Het sap van de wortel vermengd met water geeft dus een zepig water. Een andere plant is de bolderik. Heden vrij zeldzaam, maar vroeger volop te vinden in de graanvelden. De zaden van deze plant werden verzameld en in water gekookt. Ook de klimop bevat saponine. Hiervan worden de bladeren verzameld en ongeveer 10 minuten in weinig water gekookt. Wel een waarschuwing: saponinen zijn giftig dus voorzichtigheid is geboden!
In Nederland was verspinbare wol voorhanden vanaf de bronstijd (ca. 3500 jaar geleden). We weten dit omdat er bij archeologische opgravingen zowel grote aantallen schapenbotten als wollen kledingstukken zijn gevonden die uit de bronstijd dateren.
De moeflon ( schapenras ) heeft een gemengde vacht die uit grove, stugge dekharen bestaat en uit een zachte, kroezende onderlaag en gaat in het voorjaar in de rui. Eerst gaat het wolhaar (de zachte onderlaag) losser zitten en later de deklaag (de stugge bovenlaag). Door de rui kan de loszittende wol gemakkelijk uit de vacht worden getrokken.
De eerste primitieve, gedomesticeerde schapenrassen werden zo goed als zeker niet geschoren, maar geplukt. Tegenwoordig is het gewoon scheren.
Als een schaap goed is geschoren, komt er een samenhangende wollaag vanaf. Deze wollaag wordt `vlies` genoemd. Het vlies bestaat uit ruwe (= vuile) wol en wordt gesorteerd op goede en minder goede delen. Delen van b.v. kop, staart en poten zijn van mindere kwaliteit dan van schouders en flanken.
Bij het sorteren van het vlies dienen het ergste vuil (ontlasting, zand, gras, zaden, takjes) en delen die sterk zijn vervilt of verklit, te zijn verwijderd. Om dit te bereiken, worden de schapen een paar dagen voor het scheren gewassen. Na het scheren, krijgt de wol nogmaals een wasbeurt om de laatste viezigheid eruit te krijgen. Viltwol moet goed schoon zijn, spinwol mag wel wat vet behouden omdat het spinnen met (te) schone wol minder goed lukt.
Na het wassen van de wol volgt het kaarden. Dit houdt in dat alle vezels uit de
war worden gehaald en min of meer evenwijdig gelegd. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht en geschreven, gebruikte men voor het wol kaarden geen kaardenbol (een distelsoort), maar o.a. bundels takken met grote doornen van planten en struiken.
takken met doorns
Losse doornen konden ook zijn vastgezet op een plankje. Een dergelijk plankje noemen we een kaarde. plankje-met-stekels (kaarde)
Verder werden er waarschijnlijk kammen gebruikt van hout, been of van gewei. `Waarschijnlijk` omdat we niet zeker weten welke functies opgegraven en gevonden kammen hebben gehad (haarkam? weefkam? wolkam?). Mogelijk waren de kammen multifunctioneel en zijn ze voor verschillende doeleinden gebruikt.
2 houten kammen en 1 kammetje van hertengewei
Na het spinnen en weven, kan de wollen stof worden opgeruwd , opgekamd of `gevold`, wat inhoudt dat de haren wat overeind komen te staan. Het volume neemt hierdoor toe en daarmee de isolerende werking. Dat opkammen gebeurde in vroegere tijden met de kaardebol. De verwarring rond de kaardebol komt waarschijnlijk doordat het opruwen, het vollen van wollen stof ook `kaarden` wordt genoemd.
In het verleden was er dus sprake van wol kaarden met behulp van b.v. stekels van planten en struiken en wollen stof kaarden met behulp van gedroogde hoofdjes van kaardebolplanten.
kaarde met gedroogde bloemhoofdjes
Vilten is de oudste vorm van textiel maken.
Vaak worden de termen vilten en vervilten door elkaar gehaald, mede doordat het aan de oppervlakte vaak moeilijk te zien is welke behandeling vilt heeft ondergaan. Dit laatste geldt al helemaal als het om archeologisch materiaal gaat dat eeuwenlang begraven is geweest.
Onder vilt verstaan we een stevige, dichte stof die ontstaan is door het in elkaar laten haken van de schubbetjes van de wolvezels
wol vilten
Wol kan door zeepsop, warmte en wrijving vervilten, dit komt doordat de schubben van de wol in elkaar haken. Om een lap te vilten heb je altijd 2 lagen wol nodig. Deze lagen moet je zo over elkaar leggen dat de vezels in tegengestelde richting liggen. Denk eraan dat de wol wel 30% tot 50 % krimpt. Vilt is isolerend,water – en vuilafstotend. Het vilten: rasp wat zeep in een kom en doe hier wat warm water bij. Giet wat zeepwater op de wol. Zeep nu ook je handen in en begin te wol plat te drukken van binnen naar buiten. Als er ergens een zwakke plek is, deze meteen aanvullen. Als de wol goed plat is begin je voorzichtig te aaien, met de hele hand. Bewerk zo het hele oppervlak maar zorg wel dat de vezels niet verschuiven. Doorgaan tot dat alles een samenhangendgeheel is. Begin nu iets harder te wrijven in verschillende richtingen. Draai de lap voorzichtig om. Weer beginnen met aaien, en daarna wrijven. Mocht de lap te droog worden dan wat zeepwater toevoegen. Je gaat merken dat de lap steeds steviger wordt. Voer de druk van je handen steeds op. Zorg ervoor dat de lap overal hetzelfde aanvoelt . Af en toe de lap omdraaien en deze bewerking herhalen. Heeft de lap de gewenste grootte en stevigheid , dan kun je stoppen. Enkele soorten (inheemse) planten bevatten saponinen. Dit is een natuurlijke stof in de plant die net als zeep reinigt en schuimt. De bekendste plant die deze stof bevat is het zeepkruid. Het sap van de wortel vermengd met water geeft dus een zepig water. Een andere plant is de bolderik. Heden vrij zeldzaam, maar vroeger volop te vinden in de graanvelden. De zaden van deze plant werden verzameld en in water gekookt. Ook de klimop bevat saponine. Hiervan worden de bladeren verzameld en ongeveer 10 minuten in weinig water gekookt. Wel een waarschuwing: saponinen zijn giftig dus voorzichtigheid is geboden!
Lijm:
Huidlijm:
U kunt korrels kopen in een hobbywinkel.
Huidlijm is taaier, flexibeler en sterker dan beenderlijm.
Doe de korrels in een zuivere pot. Voeg hier een halve liter water aan toe en laat 12 uur weken.
De lijmkorrels zullen na enige tijd opzwellen. Verwarm de pot ( best in au bain marie ) tot niet meer dan 60˚C.
Boven deze temperatuur verliest de lijm haar kleefkracht.
Laat de korrels al roerend langzaam smelten.
Er ontstaat een bruinig waterige lijm die meteen klaar is voor gebruik.
Bewaar de lijm na gebruik op een koele plek.
Door afkoeling geleert de lijm.
Om de lijm opnieuw te gebruiken verwarm je hem opnieuw.
Let wel op! Want heeft zich een waterig laagje op de lijm gevormd met daarin een witte spoor dan is de lijm bedorven.
Geleert de lijm niet meer bij afkoeling dan is deze niet meer te gebruiken.
Eigenlijk kunt u het ook zelf maken.
U begint met huid. Als u huid gaat bewerken gaat u bij het schoonmaken huid schavelingen krijgen.
Deze moet u hebben ( en zo gaat er niets verloren van het dier ).
Heeft u dit niet kunt u ook gewoon leder in kleine stroken snijden en gebruiken.
U neemt een blik of billycan die u twee/derde vol doet met leder.
Dan gooit u water erbij zodat alles ruim onderstaan ( warm water gaat iets sneller dan koud water ).
Let op als de huid dun gesneden is neemt deze zeer snel water op. U heeft bij deze stap beter te veel water dan te weinig.
Dat zet u hem bij een vuur en laat u hem rustig sudderen. Regelmatig roeren zodat het niet aanbakt op de bodem!
Na een uur laat u het mengels wat afkoelen en giet u het door een vergiet in een tweede pot.
De huid kunt u met uw handen uit persen zodat u zoveel mogelijk vloeistof kunt eruit halen. Deze vloeistof heeft u nodig!
De huid overschot mag nu weg gedaan worden. U kunt ze begraven als compost. Dan gaat de pot vloeistof terug het vuur op.
Dit voor minstens een halfuur.
Ook hier moet u roeren erin want nu gaat het vocht verdampen en gaat u een melkachtige soep overhouden.
Hoe meer u dit inkookt, hoemeer het eruit gaat zien als lijm.
Denk eraan, deze lijm bewaart slecht. Met een koelkast kunt u hem maar enkele dagen bewaren.
Vroeger werd deze lijm gebruikt voor het herstellen en maken van meubels.
Huidlijm:
U kunt korrels kopen in een hobbywinkel.
Huidlijm is taaier, flexibeler en sterker dan beenderlijm.
Doe de korrels in een zuivere pot. Voeg hier een halve liter water aan toe en laat 12 uur weken.
De lijmkorrels zullen na enige tijd opzwellen. Verwarm de pot ( best in au bain marie ) tot niet meer dan 60˚C.
Boven deze temperatuur verliest de lijm haar kleefkracht.
Laat de korrels al roerend langzaam smelten.
Er ontstaat een bruinig waterige lijm die meteen klaar is voor gebruik.
Bewaar de lijm na gebruik op een koele plek.
Door afkoeling geleert de lijm.
Om de lijm opnieuw te gebruiken verwarm je hem opnieuw.
Let wel op! Want heeft zich een waterig laagje op de lijm gevormd met daarin een witte spoor dan is de lijm bedorven.
Geleert de lijm niet meer bij afkoeling dan is deze niet meer te gebruiken.
Eigenlijk kunt u het ook zelf maken.
U begint met huid. Als u huid gaat bewerken gaat u bij het schoonmaken huid schavelingen krijgen.
Deze moet u hebben ( en zo gaat er niets verloren van het dier ).
Heeft u dit niet kunt u ook gewoon leder in kleine stroken snijden en gebruiken.
U neemt een blik of billycan die u twee/derde vol doet met leder.
Dan gooit u water erbij zodat alles ruim onderstaan ( warm water gaat iets sneller dan koud water ).
Let op als de huid dun gesneden is neemt deze zeer snel water op. U heeft bij deze stap beter te veel water dan te weinig.
Dat zet u hem bij een vuur en laat u hem rustig sudderen. Regelmatig roeren zodat het niet aanbakt op de bodem!
Na een uur laat u het mengels wat afkoelen en giet u het door een vergiet in een tweede pot.
De huid kunt u met uw handen uit persen zodat u zoveel mogelijk vloeistof kunt eruit halen. Deze vloeistof heeft u nodig!
De huid overschot mag nu weg gedaan worden. U kunt ze begraven als compost. Dan gaat de pot vloeistof terug het vuur op.
Dit voor minstens een halfuur.
Ook hier moet u roeren erin want nu gaat het vocht verdampen en gaat u een melkachtige soep overhouden.
Hoe meer u dit inkookt, hoemeer het eruit gaat zien als lijm.
Denk eraan, deze lijm bewaart slecht. Met een koelkast kunt u hem maar enkele dagen bewaren.
Vroeger werd deze lijm gebruikt voor het herstellen en maken van meubels.
Vislijm:
Van oorsprong werd de vislijm gemaakt van steur (zwem)blazen.
De lijm kunt u kopen in de hobbywinkels of zelf maken.
1 Manier is zelf maken van lijm door het gebruik van schubben.
U heeft een halve kilo schubben nodig ( dit kan als u verse vis gaat inmaken of invriezen ).
Hiervan gaat u een klein potje lijm overhouden.
Was ze op voorhand zeer grondig, hierdoor gaat er een groot deel van de visgeur weg.
Doet u dat niet dan gaat u enorm veel plezier hebben van een krachtige visgeurende lijm.
U neemt een blik of billycan waar u de schubben in doet. Dan gooit u water erbij zodat alles ruim onderstaan.
Dat zet u hem bij een vuur en laat u het geheel zacht pruttelen. Regelmatig roeren zodat het niet aanbakt op de bodem!
De schubben veranderen in een blubberige massa.
Kook het gedurende uren zodat het vocht gaat verdampen en de schubben volledig weg gekookt zijn.
Hierna laat u de lijm afkoelen en is hij klaar om te gebruiken.
Koel bewaart is hij een 6 tal weken houdbaar.
Van oorsprong werd de vislijm gemaakt van steur (zwem)blazen.
De lijm kunt u kopen in de hobbywinkels of zelf maken.
1 Manier is zelf maken van lijm door het gebruik van schubben.
U heeft een halve kilo schubben nodig ( dit kan als u verse vis gaat inmaken of invriezen ).
Hiervan gaat u een klein potje lijm overhouden.
Was ze op voorhand zeer grondig, hierdoor gaat er een groot deel van de visgeur weg.
Doet u dat niet dan gaat u enorm veel plezier hebben van een krachtige visgeurende lijm.
U neemt een blik of billycan waar u de schubben in doet. Dan gooit u water erbij zodat alles ruim onderstaan.
Dat zet u hem bij een vuur en laat u het geheel zacht pruttelen. Regelmatig roeren zodat het niet aanbakt op de bodem!
De schubben veranderen in een blubberige massa.
Kook het gedurende uren zodat het vocht gaat verdampen en de schubben volledig weg gekookt zijn.
Hierna laat u de lijm afkoelen en is hij klaar om te gebruiken.
Koel bewaart is hij een 6 tal weken houdbaar.
Pine pitch:
Er zijn verschillende recepten terug te vinden op het web.
Dit is het recept dat ik gebruik: 4 delen hars, 1 deel houtskool, 1 deel keutels en een beetje bijenswas.
U neemt hars ( van een dennenboom), konijnenkeutels, bijenwas ( van die fljallraven green wax, deze bestaat uit parafine
en bijenwas ) en houtskool.
U maalt de houtskool en de gedroogde uitwerpselen van een planteneter ( konijn ) zo fijn mogelijk in een ( tonijn )blik.
Hierna verwarmt u het hars tot het vloeibaar is.
Let op! Het hars kan in brand schieten. dan neemt u het dadelijk uit het vuur en dooft de vlam ( eens goed blazen lukt meestal ;) ).
Als het hars vloeibaar is doet u de bijenwas erbij en kunt u het nu door een zeefje doen ( om alle houtresten eruit te krijgen ).
Dan voegt u het gemalen poeder toe en mengt u dit met een stokje.
Blijf roeren met de stok. U ziet dat de pine pitch zich rond de stok vormt tijdens het afkoelen.
Als hij nog verder afkoelt kunt u hem nog vormen met de handen ( Dit plakt wel enorm ).
Moest u niet genoeg pitch hebben aan de stok, kunt u het blik terug even opwarmen en verder doen.
De bijenwas word erbij gedaan omdat de pine pitch redelijk breekbaar word als hij afkoelt.
Er zijn verschillende recepten terug te vinden op het web.
Dit is het recept dat ik gebruik: 4 delen hars, 1 deel houtskool, 1 deel keutels en een beetje bijenswas.
U neemt hars ( van een dennenboom), konijnenkeutels, bijenwas ( van die fljallraven green wax, deze bestaat uit parafine
en bijenwas ) en houtskool.
U maalt de houtskool en de gedroogde uitwerpselen van een planteneter ( konijn ) zo fijn mogelijk in een ( tonijn )blik.
Hierna verwarmt u het hars tot het vloeibaar is.
Let op! Het hars kan in brand schieten. dan neemt u het dadelijk uit het vuur en dooft de vlam ( eens goed blazen lukt meestal ;) ).
Als het hars vloeibaar is doet u de bijenwas erbij en kunt u het nu door een zeefje doen ( om alle houtresten eruit te krijgen ).
Dan voegt u het gemalen poeder toe en mengt u dit met een stokje.
Blijf roeren met de stok. U ziet dat de pine pitch zich rond de stok vormt tijdens het afkoelen.
Als hij nog verder afkoelt kunt u hem nog vormen met de handen ( Dit plakt wel enorm ).
Moest u niet genoeg pitch hebben aan de stok, kunt u het blik terug even opwarmen en verder doen.
De bijenwas word erbij gedaan omdat de pine pitch redelijk breekbaar word als hij afkoelt.
Flintknapping:
Voor de mensen die kunnen Flint knapping.
Flintknapping is eigenlijk schilfers afslaan van een blok Silex.
Het klinkt gemakkelijk maar vergis u niet. Het is een kunst op zicht om echte bruikbare stukken te krijgen.
Gedurende de hele steentijd was silex het belangrijkste materiaal voor het maken van werktuigen.
De eerste silexbewerkers (Homo erectus) sloegen van een stuk steen net zoveel af tot er een vuistbijl met scherpe randen overbleef.
De Neanderthalers deden rond 300.000 jaar geleden een nieuwe uitvinding.
Zij leerde de silex te bewerken door er haaks met een klopsteen ( een goede maaskei ) op te slaan
Zo konden ze uit dezelfde steen meerdere fijne stukken halen, die allemaal min of meer dezelfde vorm hadden.
Rond 40.000 jaar geleden verfijnde de Cro Magnonmens deze techniek.
Deze eerste moderne mens in West-Europa kon van een steen zeer lange en dunne klingen afslaan die schreermes scherp waren.
Hierdoor kon men natuurlijk nog meer verschillende werktuigen maken. In de nieuwe steentijd (circa 4000 - 1700 v. Chr.)
kwam er nog een nieuwe uitvinding bij. Traditioneel sloeg men pijlpunten uit steen.
Maar ( net zoals onze voorouders ) zult u merken dat dit niet zo gemakkelijk is.
Men begon vuurstenen te slijpen/schurenU kunt steen slijpen op een stuk zandsteen of op een stuk graniet. Dit werkt bij silex, obsidiaan en jaspersteen. Nog beter gaat het bij zachtere materialen zoals jade steen, lei steen, bot, en schelpen. U moet gewoon een vlak stuk zand steen of graniet hebben. U maakt deze vochtig met wat druppels water en u begint maar te schuren. Als u uw ruwe vorm heeft kunt u de zijkanten slijpen in een hoek van 20°.
Het goed leren bewerken van vuursteen via de flintknapping techniek neemt jaren in beslag.
Het is een kunst op zich.
More coming soon!
Voor de mensen die kunnen Flint knapping.
Flintknapping is eigenlijk schilfers afslaan van een blok Silex.
Het klinkt gemakkelijk maar vergis u niet. Het is een kunst op zicht om echte bruikbare stukken te krijgen.
Gedurende de hele steentijd was silex het belangrijkste materiaal voor het maken van werktuigen.
De eerste silexbewerkers (Homo erectus) sloegen van een stuk steen net zoveel af tot er een vuistbijl met scherpe randen overbleef.
De Neanderthalers deden rond 300.000 jaar geleden een nieuwe uitvinding.
Zij leerde de silex te bewerken door er haaks met een klopsteen ( een goede maaskei ) op te slaan
Zo konden ze uit dezelfde steen meerdere fijne stukken halen, die allemaal min of meer dezelfde vorm hadden.
Rond 40.000 jaar geleden verfijnde de Cro Magnonmens deze techniek.
Deze eerste moderne mens in West-Europa kon van een steen zeer lange en dunne klingen afslaan die schreermes scherp waren.
Hierdoor kon men natuurlijk nog meer verschillende werktuigen maken. In de nieuwe steentijd (circa 4000 - 1700 v. Chr.)
kwam er nog een nieuwe uitvinding bij. Traditioneel sloeg men pijlpunten uit steen.
Maar ( net zoals onze voorouders ) zult u merken dat dit niet zo gemakkelijk is.
Men begon vuurstenen te slijpen/schurenU kunt steen slijpen op een stuk zandsteen of op een stuk graniet. Dit werkt bij silex, obsidiaan en jaspersteen. Nog beter gaat het bij zachtere materialen zoals jade steen, lei steen, bot, en schelpen. U moet gewoon een vlak stuk zand steen of graniet hebben. U maakt deze vochtig met wat druppels water en u begint maar te schuren. Als u uw ruwe vorm heeft kunt u de zijkanten slijpen in een hoek van 20°.
Het goed leren bewerken van vuursteen via de flintknapping techniek neemt jaren in beslag.
Het is een kunst op zich.
More coming soon!
Kaars verwarming:
Lach er niet mee. Deze manier verwarmt uw shelter zeer goed.
De kaarsen verwarmen de bloempotten en deze geven hitte af.
Lach er niet mee. Deze manier verwarmt uw shelter zeer goed.
De kaarsen verwarmen de bloempotten en deze geven hitte af.
Gereedschap:
Hamer maken:
Zaag maken:
Een bushcraft zaag en een Buckzaag:
De bushcraft zaag is heel gemakkelijk. U neemt een stuk groen hout waar in aan beide kanten een inkeping in zaagt.
U neemt het zaagblad en klemt het in de inkepingen. Door dat het hout terug recht wilt gaan zal de zaag klemmen.
Hiervoor zijn de sleutelringen zeer goed. ze zorgen dat de zaag op zijn plek blijft ( foto 2 ).
Een boutje werkt ook zeer goed.
Een bushcraft zaag en een Buckzaag:
De bushcraft zaag is heel gemakkelijk. U neemt een stuk groen hout waar in aan beide kanten een inkeping in zaagt.
U neemt het zaagblad en klemt het in de inkepingen. Door dat het hout terug recht wilt gaan zal de zaag klemmen.
Hiervoor zijn de sleutelringen zeer goed. ze zorgen dat de zaag op zijn plek blijft ( foto 2 ).
Een boutje werkt ook zeer goed.
Een Buck zaag maken is een werkje apart ( zoals u hier onder kunt zien ).
Zaagbank:
Handboor:
Logo etsten op staal:
1. Ontwerp een logo op de computer in negatief (het te etsen deel moet wit zijn, de rest eromheen zwart.
2. Print het ontwerp (in spiegelbeeld) met een laserprinter op fotopapier voor een inktjet printer. Het kan ook op ander papier, als het maar zo glad mogelijk is.
3. Knip het geprinte logo ruim uit (dus met genoeg zwart eromheen en leg het met de geprinte kant op de plek waar de ets moet komen en plak het aan 1 zijde vast met schilderstape.
4. Zet de strijkbout aan op de hoogste stand, maar zonder stoomstand.
5. Strijk het logo lang genoeg met een stuk keukenpapier of wc papier dubbelgevouwen ertussen. Wat er hier gebeurd is dat de toner verwarmd, toner bestaat uit kleurstofpoeder vermengd met een harssoort. dit wordt in de printer verhit en zo overgezet op het papier, nu doet u hetzelfde, maar verhit u de inkt waardoor deze zich aan het staal hecht.
6. Na het strijken weekt u het papier er met water en een spons er vanaf, wat overblijft is een laag (vloeistofdichte) toner, met hierin het logo uitgespaard. Als het goed is ziet u dat ter plekke van het logo het staal niet bedekt is.
7. Als dit niet goed gelukt is, met thinner de toner eraf poetsen en stap 3 tm 6 herhalen.
8. Als het logo mooi is overgezet, plakt u rondom het logo het mes goed af met schilderstape. Alleen het onbedekte logo blijft zichtbaar. Druk de randjes van de tape welke direct aan het logo grenzen even goed aan met bijvoorbeeld de nagel.
9. Meng zelf wat etsvloeistof (gewoon azijn met veel zout en even roeren) in een schaal
10. Sluit een draadje aan op de positieve pool van een accu (9-Volt batterij wil zelfs ook alleen gaat iets minder vlot) en het andere eind van dit draadje maakt u vast aan het lemmet van het mes ( bv: tussen de tape ).
11. Sluit een andere draad aan de negatieve pool van de accu en wikkel het andere eind om de punt van een wattenstaafje.
12. Doop het wattenstaafje in de etsvloeistof en houd het daarna op het logo. U zult als het goed is zien en horen dat er een electrochemische reactie ontstaat. Het gaat borrelen en bruisen en wordt uiteindelijk zwart. Dit komt omdat er een electrische stroom loopt door het lemmet en in contact komt met het zuur en het zout (simpel gezegd). De kunst is om het wattenstaafje regelmatig in de vloeistof te dopen en vervolgens overal op het logo even lang contact te maken voor een egaal resultaat. U kunt tussendoor voorzichtig het zwarte spul even wegdeppen zodat u kunt blijven zien wat u aan het doen bent.
13.+- 5 seconden overal voor een mooi resultaat.
14.Vind u het goed? Spoel dan het mes af onder de kraan, eventueel met wat
zeep om het zuur te neutraliseren, hierna verwijdert u de tape.
15. Nu alleen nog even de toner eraf poetsen met wat thinner.
Denk eraan: dit is permanent, test het eerst uit op een oud stuk staal.
1. Ontwerp een logo op de computer in negatief (het te etsen deel moet wit zijn, de rest eromheen zwart.
2. Print het ontwerp (in spiegelbeeld) met een laserprinter op fotopapier voor een inktjet printer. Het kan ook op ander papier, als het maar zo glad mogelijk is.
3. Knip het geprinte logo ruim uit (dus met genoeg zwart eromheen en leg het met de geprinte kant op de plek waar de ets moet komen en plak het aan 1 zijde vast met schilderstape.
4. Zet de strijkbout aan op de hoogste stand, maar zonder stoomstand.
5. Strijk het logo lang genoeg met een stuk keukenpapier of wc papier dubbelgevouwen ertussen. Wat er hier gebeurd is dat de toner verwarmd, toner bestaat uit kleurstofpoeder vermengd met een harssoort. dit wordt in de printer verhit en zo overgezet op het papier, nu doet u hetzelfde, maar verhit u de inkt waardoor deze zich aan het staal hecht.
6. Na het strijken weekt u het papier er met water en een spons er vanaf, wat overblijft is een laag (vloeistofdichte) toner, met hierin het logo uitgespaard. Als het goed is ziet u dat ter plekke van het logo het staal niet bedekt is.
7. Als dit niet goed gelukt is, met thinner de toner eraf poetsen en stap 3 tm 6 herhalen.
8. Als het logo mooi is overgezet, plakt u rondom het logo het mes goed af met schilderstape. Alleen het onbedekte logo blijft zichtbaar. Druk de randjes van de tape welke direct aan het logo grenzen even goed aan met bijvoorbeeld de nagel.
9. Meng zelf wat etsvloeistof (gewoon azijn met veel zout en even roeren) in een schaal
10. Sluit een draadje aan op de positieve pool van een accu (9-Volt batterij wil zelfs ook alleen gaat iets minder vlot) en het andere eind van dit draadje maakt u vast aan het lemmet van het mes ( bv: tussen de tape ).
11. Sluit een andere draad aan de negatieve pool van de accu en wikkel het andere eind om de punt van een wattenstaafje.
12. Doop het wattenstaafje in de etsvloeistof en houd het daarna op het logo. U zult als het goed is zien en horen dat er een electrochemische reactie ontstaat. Het gaat borrelen en bruisen en wordt uiteindelijk zwart. Dit komt omdat er een electrische stroom loopt door het lemmet en in contact komt met het zuur en het zout (simpel gezegd). De kunst is om het wattenstaafje regelmatig in de vloeistof te dopen en vervolgens overal op het logo even lang contact te maken voor een egaal resultaat. U kunt tussendoor voorzichtig het zwarte spul even wegdeppen zodat u kunt blijven zien wat u aan het doen bent.
13.+- 5 seconden overal voor een mooi resultaat.
14.Vind u het goed? Spoel dan het mes af onder de kraan, eventueel met wat
zeep om het zuur te neutraliseren, hierna verwijdert u de tape.
15. Nu alleen nog even de toner eraf poetsen met wat thinner.
Denk eraan: dit is permanent, test het eerst uit op een oud stuk staal.